Tien jaar geleden lanceerde Nederland zijn eerste waterstoftankstation, met als doel het dilemma van de vraag naar infrastructuur op te lossen. Nu, tien jaar later, lanceert Nederland een nieuw subsidieprogramma met een vergelijkbaar doel. Waterstofvervoer lijkt op een subsidie-afhankelijke zombie. Regeringen over de hele wereld zijn enthousiast over transport op waterstof. Deskundigen zetten echter vraagtekens bij de bruikbaarheid en duurzaamheid van deze technologie. Voorstanders beweren dat waterstof duidelijke voordelen biedt, zoals een grotere actieradius en sneller tanken, ideaal voor zwaar transport. Toch zijn er batterij-elektrische vrachtwagens op de markt gekomen, die waterstofprototypes op cruciale economische punten overtreffen.
- Wereldwijde subsidies voor waterstofvervoer dreigen middelen te onttrekken aan efficiënte batterij-elektrische alternatieven.
- De productie van groene waterstof moet zich richten op het vervangen van ‘grijze’ waterstof die al in de industrie wordt gebruikt.
- Aanzienlijke vooruitgang in elektrisch vervoer betekent een belangrijke verschuiving in stedelijke mobiliteit en vervoer over lange afstanden.
Een valse dageraad voor waterstof?
De aantrekkingskracht van waterstofvervoer is onmiskenbaar, tenminste op papier. Voorstanders bepleiten de grotere actieradius en de snellere tanktijden, waardoor het perfect lijkt voor zwaar transport. Regeringen over de hele wereld hebben deze visie omarmd en subsidies in de ontwikkeling ervan gestoken. In Duitsland bijvoorbeeld heeft de waterstofauto van Daimler Truck een record van 1.047 kilometer afgelegd op één tank. Nederland heeft ondertussen een plan van 150 miljoen euro opgestart om waterstofvoertuigen en tankstations te subsidiëren, in een poging om het vraag-infrastructuurdilemma op te lossen. Een dilemma dat ze al eerder met subsidies hebben geprobeerd op te lossen.
Maar terwijl er bij de overheid veel enthousiasme is voor waterstoftransport, geldt dat niet voor experts op dit gebied. Velen zetten vraagtekens bij de bruikbaarheid en duurzaamheid van waterstoftechnologie. Ze benadrukken het koolstofintensieve productieproces en de dure infrastructuur die nodig is voor waterstofbrandstofcellen. Nog belangrijker is dat ze benadrukken dat de productie van groene waterstof, die geproduceerd wordt met hernieuwbare energie, nog niet efficiënt genoeg is om het gebruik ervan in transport te rechtvaardigen.
Beperkte hoeveelheid groene waterstof
Zelfs met steun van de overheid lijkt de waterstofdroom zich te ontrafelen. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld is het aantal waterstoftankstations gedaald van 15 in 2021 naar slechts vijf nu. Dit is voornamelijk te wijten aan onvoldoende vraag naar auto’s die aangedreven worden door brandstofcellen, en weerspiegelt een bredere uitdaging voor de toepassing van waterstof in passagiersvoertuigen.
Een belangrijk obstakel, zoals benadrukt door experts, is de onvoldoende beschikbaarheid van groene waterstof. De productie van groene waterstof, geproduceerd met behulp van hernieuwbare energiebronnen, moet aanzienlijk toenemen om aan de groeiende vraag van de transportsector te kunnen voldoen. De huidige realiteit schiet echter tekort, met een ontoereikende aanvoer van groene waterstof, zelfs voor de bestaande behoeften van de industrie, laat staan voor de groeiende transportsector. Momenteel is de industrie sterk afhankelijk van ‘grijze’ waterstof, afgeleid van aardgas of olie. In de EU wordt jaarlijks bijna 10 miljoen ton grijze waterstof geproduceerd. Momenteel is er capaciteit om slechts een fractie hiervan te vervangen door groene waterstof. Daarom moet prioriteit worden gegeven aan de overgang van de huidige vraag naar groene waterstof voordat de vraag naar waterstof toeneemt.
De opkomst van elektrisch vervoer
Terwijl waterstoftransport te maken heeft met verschillende wegversperringen, maakt de elektrische transportsector een opmerkelijke groei door en doorbreekt barrières. Een goed voorbeeld van deze verschuiving is Tesla’s baanbrekende prestatie, waarbij een van zijn Semi elektrische trucks onlangs meer dan duizend mijl op één dag aflegde. Deze mijlpaal onderstreept niet alleen de indrukwekkende mogelijkheden van elektrisch vervoer, maar maakt ook korte metten met eerdere twijfels over hun geschiktheid voor langeafstandstransport.
Deze trend naar elektrificatie beperkt zich niet alleen tot langeafstandsvrachtwagens. Steden over de hele wereld investeren aanzienlijk in elektrische bussen, vuilniswagens en diverse andere vormen van elektrisch vervoer. Tot voor kort dacht men dat deze vormen van transport zouden overstappen van diesel naar waterstof. De realiteit is echter dat ze nu overschakelen van diesel naar batterij-elektrische alternatieven. In Europa bijvoorbeeld omarmen openbaarvervoersbedrijven de elektrische revolutie, zoals Svealandstrafiken in Zweden deed door een belangrijk contract voor elektrische bussen met Ebusco binnen te halen. Dergelijke toezeggingen maken integraal deel uit van de inspanningen op het gebied van stedelijke duurzaamheid en de overgang naar een emissieloze vloot, wat een substantiële verschuiving betekent ten opzichte van de ooit verwachte oplossingen op basis van waterstof. Terwijl het ecosysteem van elektrisch vervoer blijft bloeien, verandert het het landschap van stedelijk en langeafstandsvervoer en biedt het schonere en duurzamere alternatieven.
Een evenwichtige benadering
Zelfs nu elektrisch vervoer grote vooruitgang boekt, blijft waterstofvervoer tot onze verbeelding spreken. Maar geld en middelen steken in het gebruik van waterstof voor transport, terwijl opties op batterijen al efficiënt zijn, zou de verschuiving naar elektrisch vervoer kunnen vertragen. Zowel bedrijven als overheden moeten de meest praktische en duurzame opties kiezen als ze plannen maken voor een groenere toekomst.