Waar TNO aanvankelijk breed inzette op diverse 3D-printtechnologieën, ligt de nadruk nu op toepassingen die een directe impact hebben op gezondheidszorg en voeding. In de aanloop naar het Agrifood Innovation Event – op 3 december op de High Tech Campus in Eindhoven – licht Pieter Debrauwer de strategische keuzes toe die aan deze verschuiving ten grondslag liggen en de technologische vooruitgangen die TNO heeft geboekt.
Pieter Debrauwer kijkt met trots terug op de geschiedenis van TNO in 3D-printen. “We hebben altijd breed ingezet op diverse 3D-printtechnologieën, van metaal- en polymeerprinten tot medische en voedseltoepassingen,” vertelt Debrauwer. Echter, de breedte van deze focus bleek op den duur een valkuil. “Daarom hebben we in 2018 de beslissing genomen om onze focus te verleggen.”
Van breed naar specifiek
De keuze om te focussen op food en farma was geen eenvoudige, maar wel een noodzakelijke stap volgens Debrauwer. “Om onderscheidend te zijn moet je zowel de uitdagingen van de markt kennen als de potentie van technologie.” Deze focus stelt TNO in staat om niet alleen technologieën te ontwikkelen, maar ook om deze technologieën direct in te zetten voor maatschappelijke en industriële uitdagingen.
Binnen de nieuwe focusgebieden heeft TNO zich gericht op de uitdagingen in de voedsel- en farmaceutische sectoren. “Bij voeding gaat het tegenwoordig niet alleen om personalisatie, maar ook om de eiwittransitie, waarbij we werken aan plantaardige alternatieven voor vlees”, legt Debrauwer uit. Een belangrijk verschil tussen deze domeinen is de vereiste precisie. “In de farma is precisie van cruciaal belang. Een paar milligram meer of minder kan een groot verschil maken in de effectiviteit van medicatie. In voedsel is dat minder relevant, maar ook daar speelt technologie een sleutelrol in het verbeteren van texturen en smaken van plantaardige producten.”
3D-printen: van hype naar realiteit
In de beginjaren van 3D-foodprinting stond de technologie vooral in het teken van fun en experiment. “We maakten complexe vormen en speelden met nieuwe ideeën, maar de schaalbaarheid bleek in deze toepassingen een probleem”, aldus Debrauwer. Deze ervaring leidde tot een herbezinning binnen TNO. “We hebben geleerd dat je niet alles met 3D-printen kunt doen. Nu richten we ons op specifieke applicaties waar 3D-printen wel een verschil kan maken.”
Plant-based en gepersonaliseerde medicijnen
Op het gebied van plantaardige eiwitten werkt TNO aan technieken om de textuur en structuur van plantaardige producten te verbeteren. “De uitdaging bij plantaardige producten zoals biefstuk en rib eye ligt in het nabootsen van de complexe vezelstructuren die je in echt vlees vindt. We hebben een nieuwe methode ontwikkeld om plantaardige eiwitten op een milde manier te bewerken, waardoor we de smaak en textuur kunnen verbeteren. “, vertelt Debrauwer.
In de farmaceutische sector is TNO eveneens vooruitstrevend. “We werken aan 3D-geprinte medicatie die perfect afgestemd is op de behoeften van individuele patiënten. Dit is vooral belangrijk bij dure medicatie waar precisie een groot verschil kan maken”, legt hij uit. TNO heeft recent een printer ontwikkeld die in ziekenhuizen kan worden ingezet voor de productie van gepersonaliseerde medicijnen, een belangrijke stap richting betere en effectievere zorg.
Samenwerking met de industrie
Debrauwer benadrukt dat TNO een non-profitorganisatie is, die haar middelen zorgvuldig inzet. “Onze focus op food en pharma printing wordt mede gefinancierd door onze rijksbijdrage en mixfunding via Europese projecten en private samenwerkingen. We blijven actief zoeken naar nieuwe samenwerkingen met zowel academische als industriële partners om onze technologieën verder te ontwikkelen en toe te passen.”
Pieter Debrauwer is een van de sprekers op het Agrifood Innovation Event, op 3 december in Eindhoven. Wil je erbij zijn? Koop dan hier je ticket voor het event, of lees hier eerst meer over het complete programma.