Europa kan tegen 2040 een zelfvoorzienend, fossielvrij continent te worden, zo laat een uitgebreide studie onder leiding van het Potsdam Institute for Climate Impact Research zien. Door tot 2030 jaarlijks ongeveer 140 miljard euro te investeren en tot 2040 jaarlijks 100 miljard euro, kan Europa zichzelf bevrijden van olie- en gasimporten, terwijl de energiekosten dalen en de geopolitieke stabiliteit toeneemt. De studie benadrukt de behoefte aan een wetgevend kader en een gemeenschappelijke politieke wil om dit ambitieuze doel te bereiken. Europa’s uitgebreide infrastructuur voor hernieuwbare energie, voornamelijk gebaseerd op wind- en zonne-energie, kan het continent helpen zijn afhankelijkheid van onstabiele landen te verminderen en zijn klimaatdoelstellingen te halen.
- Europa kan tegen 2040 energieonafhankelijk zijn door massaal te investeren in hernieuwbare energie, waardoor het minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen.
- Belangrijke focus op windenergie, zonne-energie en andere hernieuwbare energiebronnen, naast ondersteunende wetgeving en politieke betrokkenheid.
- Uitdagingen zijn onder andere de stijgende vraag naar energie, herstructurering van de energieplanning en de ontwikkeling van arbeidskrachten, maar de voordelen zijn aanzienlijk.
De routekaart naar energiesoevereiniteit
Het onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van Aquila Group en in samenwerking met zes vooraanstaande onderzoeksinstituten, bevat een duidelijke routekaart voor de energietransitie in Europa. De sleutel ligt in het benutten van het potentieel aan hernieuwbare energie van het continent en het strategisch uitbreiden van de bestaande infrastructuur. Het rapport benadrukt de rol van wind- en zonne-energie, die tegen 2030 verdrievoudigd moeten zijn, waarbij de windcapaciteit op land met 36% moet toenemen tot 4.000 TWh.
Bovendien benadrukt de studie het belang van andere hernieuwbare energiebronnen zoals geothermische en hydro-elektrische energie. Deze hebben een aanzienlijk potentieel en de ontwikkeling ervan zou bijdragen aan het bereiken van energiesoevereiniteit in Europa. De benodigde technologieën zijn al beschikbaar; wat nodig is, is een wetgevend kader en de politieke wil om in deze bronnen te investeren en ze uit te breiden.
Behoefte aan een uniforme strategie
De Europese Unie heeft laten zien dat ze zich wil inzetten voor het versterken van hernieuwbare energie. Met de recente voorlopige overeenkomst over de “Fit for 55”-wetgeving heeft de EU haar doelstelling voor hernieuwbare energie voor 2030 verhoogd naar minimaal 42,5%, maar liefst 45%. Deze wetgeving vereenvoudigt de vergunningsprocedures en moedigt grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van hernieuwbare energie aan, waardoor de uitbreiding van de opwekking van hernieuwbare energie wordt vergemakkelijkt. De studie stelt echter dat dit niet genoeg zal zijn om in 2030 zelfvoorzienend te zijn op het gebied van energie – simpelweg vanwege de stijgende vraag.
De Europese vraag naar elektriciteit zal naar verwachting verdubbelen van 4.000 TWh in 2020 tot 8.000 TWh in 2050, onder invloed van de elektrificatie van warmteproductie en de groei van het aantal elektrische voertuigen. Daarom wordt in het rapport opgeroepen tot een snellere goedkeuring van projecten voor hernieuwbare energie om deze doelstellingen te halen. Beleidsmakers worden aangespoord om een grootschalige uitbreiding van de opwekking van hernieuwbare energie te stimuleren, beleid aan te nemen om kapitaalinvesteringen te vergemakkelijken en vergunningsprocedures te vereenvoudigen.
Uitdagingen en kansen
Ondanks de optimistische vooruitzichten is de weg naar energieonafhankelijkheid bezaaid met uitdagingen. Verkeerd gerichte energie-investeringen kunnen leiden tot conflicten. De overgang vereist niet alleen de uitbreiding van hernieuwbare opwekking, maar ook een herstructurering van de Europese netwerkontwikkelingsplanning met een voorkeur voor hernieuwbare energiebronnen. Er is meer opleiding nodig om werknemers uit te rusten met de nodige vaardigheden in de hernieuwbare energiesector, en technologieën zoals elektrische warmtepompen en elektrische voertuigen moeten op grote schaal worden binnengebracht.
Ondanks al die uitdagingen vormen de bevindingen van het onderzoek een overtuigend pleidooi voor de energietransitie in Europa. Het bereiken van energiesoevereiniteit zou kunnen leiden tot lagere energiekosten, een groter concurrentievermogen en aanzienlijke stappen in de richting van de doelstellingen op het gebied van klimaatverandering. Met een geïntegreerd Europees energiesysteem en sterke interconnectie zou Europa het eerste klimaatneutrale continent kunnen worden.