Precies een jaar geleden gingen de Europese landen voor het eerst in lockdown. De eerste golf raasde in volle hevigheid over het continent en de ene na de andere regeringsleider trof zware maatregelen om de coronacrisis het hoofd te bieden. Is er in de tussentijd veel veranderd? Best wel. Maar dit geldt helaas niet voor de restricties en de besmettingscijfers.
Vanwege de beperkingen verliepen de eerste twee maanden van 2021 voor de meeste Europese landen – uitzonderingen als Portugal, Ierland en Estland daargelaten – relatief rustig waar het gaat om coronabesmettingen. Aan deze trend lijkt nu definitief een einde te zijn gekomen.
Dit komt met name door de verspreiding van besmettelijke varianten. Ook lijkt het virus zichzelf een aantal nieuwe spelregels te hebben opgelegd waar de huidige beperkingen maar zeer beperkt een antwoord op weten. In heel Europa verliep de vorige maand dan ook bepaald niet vlekkeloos.
Prikken tegen de klok
Hoewel de vaccinatiecampagnes begin dit jaar op gang kwamen, is het nog altijd te vroeg om het positieve effect ook op maatschappelijke schaal terug te zien. Wel zijn er onder hoogbejaarden al aanzienlijk minder opnames noodzakelijk. Onder het niet gevaccineerde deel van de bevolking verspreidt het virus zich nog altijd rap. Dit met alle nare gevolgen vandien.
Italië voerde vorige week een nieuwe lockdown in voor een aantal regio’s, de Franse hoofdstad Parijs en negen andere regio’s zijn eveneens weer op slot en zelfs de Zweedse regering heeft sinds kort de wetgeving op orde gemaakt om besmettingen in de toekomst mogelijk met draconisch beleid terug te dringen tot acceptabele waarden.
In Nederland speelde de pandemie begin maart een bijrol vanwege de parlementsverkiezingen. Vermoedelijk om de kiezers gunstig te stemmen werd een aantal versoepelingen doorgevoerd. Het resultaat mocht er wezen: de winst ging met een straatlengte voorsprong naar regeringspartijen VVD en D66. Tegelijkertijd knalde het aantal coronabesmettingen door het dak.
De onderstaande schuifkaarten, waarin afgelopen week wordt vergeleken met die ervoor en een maand geleden, spreken dan ook boekdelen. Het enige goede nieuws moet gezocht worden in het aandeel positieve tests dat iets terugliep. Blijkbaar is de testcapaciteit na meer dan een jaar corona eindelijk – min of meer – op orde. Beter laat dan nooit.
En de vaccins dan?
Helpen vaccins om het aantal besmettingen terug te dringen? Zeker! Maar hiervoor moet wel een ruime meerderheid van de bevolking volledig zijn ingeënt. Iets waar Nederland en andere Europese landen nog maandenlang op moeten wachten. Slechts enkele procentpunten van de bevolking kan zichzelf eind maart volledig beschermd tegen Covid-19 noemen.
Ook lijkt de hoopgevende inhaalslag in de snelheid waar ons land afgelopen maand mee begon geen gevolg te krijgen. Het aantal toegediende vaccins per dag neemt al een aantal weken af en op het vaccinatiedashboard staat nu dat ‘iedere 1,5 seconden iemand wordt geprikt’. Dit was een paar weken geleden nog iedere 1,2 seconden.
Het is niet bekend waarom het tempo ineens wordt teruggeschakeld. Toch laat de landenrace weinig aan de verbeelding over. Nederland is in maart opnieuw gedaald op de ranglijst en lijkt net als begin dit jaar richting de kelderklasse te manoeuvreren.
Van EK naar WK vaccineren
Dat de EU-landen op het mondiale speelveld genoegen moeten nemen met een bijrol, was al een aantal maanden bekend. Steeds meer landen zoals Chili, Marokko en Servië hebben de operatie inmiddels behoorlijk op de rit. In Israël is nu zelfs al meer dan de helft bevolking gevaccineerd.
Hongarije heeft een immense inhaalslag gemaakt. Dit komt voornamelijk doordat zij de richtlijnen van het Europees medicijnagentschap overboord hebben gegooid. Miljoenen vaccins uit Rusland en China zijn inmiddels binnen.
Dit is ook terug te zien op de infographic met daarop de wereldwijde top 10 waar nu ook Denemarken niet langer meer in is terug te vinden.
Gevaar nog niet geweken
Omdat het tempo, door logistieke kinken in de kabel, nog altijd te wensen over laat en gedoe met leveranciers, lijken versoepelingen er op korte termijn niet in te zitten. Het voornemen van de Nederlandse regering om vanaf april weer meer toe te laten is een halve week na de verkiezingen weer in de ijskast gezet.
Dat het coronavirus ook na een jaar nog altijd voor veel ellende zorgt, is deze maand wel bewezen in onder meer Tsjechië en Slowakije waar uit het buitenland ingevlogen verplegend personeel moest voorkomen dat de ziekenhuizen zouden bezwijken. Om dit rampscenario elders te voorkomen, kiezen steeds meer landen voor nieuwe aanscherpingen van de huidige regels.
Wat mag waar precies? Daarvoor heeft deze reeks een speciale maatregelenkaart, die sinds deze week is uitgebreid met niet-essentiële winkels die in het ene land wel en in het andere land niet geopend zijn. Met de knoppen kun je bovendien naar andere regels zoeken, zoals reisbeperkingen, een avondklok en quarantaines met een verplicht karakter.
Zware laatste loodjes
Ondanks deze sombere berichten blijft de tendens optimistisch: hoewel het allemaal een stuk vlotter en gestroomlijnder kan, is het einde van de coronapandemie toch werkelijk in zicht. Het enige dat hiervoor nodig is, zijn genoeg mensen die immuun zijn. Over een aantal maanden moet het echt – maar dan ook écht – voorbij zijn.
In Israël waar meer dan de helft van de bevolking al tweemaal is geprikt, is het normale leven inmiddels bijna teruggekeerd. Evenementen, horeca en sportwedstrijden zijn allemaal weer toegankelijk zonder coronaregels. Het enige dat je bij binnenkomst wel bij je moet hebben, is een smartphone met je vaccinatiebewijs. De besmettingscijfers spreken inmiddels voor zich.