Een broertje dood aan een pretentieuze vergadercultuur, een aanstekelijk geloof in de kracht van de volgende generatie (en de volgende volgende) en een rotsvast vertrouwen in de prestaties van innovatief Eindhoven. Ziedaar de meest relevante ingrediënten in het karakter van Bert-Jan Woertman die hem ertoe brachten een startups-to-watch voor de Brainportregio op poten te zetten. Maar hoe kwamen die elementen samen in wat we nu de Gerard & Anton Awards zijn gaan noemen? En wat was de rol van Woertman zelf – nu vooral actief als directeur van Mikrocentrum – daarbinnen?
Negende Gerard & Anton Awards: 31 augustus
De negende editie van de Gerard & Anton Awards vindt plaats op 31 augustus op de High Tech Campus. Alle 300 beschikbare tickets zijn inmiddels gereserveerd; wie op de wachtlijst wil komen kan een mailtje naar ons sturen.
Om met die laatste vraag te beginnen: de enquête en de interviews die plaatsvonden in het kader van het onderzoek naar de succesratio van start-ups uit de Brainportregio laten geen twijfel bestaan over het gewicht van Woertman, zowel binnen als buiten de awards zelf. Hij is de facilitator van de broodnodige contacten tussen startende ondernemers en de mensen en organisaties die ze nodig hebben om door te groeien. Collega-ondernemers, invloedrijke ambtenaren, ‘systeem’-spelers van Brainport, MRE, BOM of provincie, de incubators en corporates: Woertman kent ze allemaal en heeft altijd wel een lijntje ter beschikking. Zoals een van de ondervraagden het zei: “We hebben voor het succes van onze start-up tien keer meer aan Bert-Jan te danken dan aan welke andere externe factor ook.”
Woertman bloost ervan, is zelfs even stil maar kaatst vervolgens direct terug: “Er is maar één partij echt verantwoordelijk voor het succes van een start-up, en dat is die start-up zelf. Fijn om te horen dat ik daar een kleine bijdrage aan heb kunnen leveren, maar laten we dat vooral niet overdrijven. Bovendien”, zo zegt hij, “zijn er gelukkig meer hulptroepen. De allerbelangrijkste daarvan is Guus Frericks,. Wat die hier heeft neergezet, daar profiteren we allemaal van. En persoonlijk heb ik veel van hem geleerd. Of neem Hans Meeske, die voor eigen risico destijds start-upplek HighTech PLaza op de High Tech Campus ging ontwikkelen en met wie ik nu maandelijks een Drinks, Pitches en Demos organiseer. Hilde de Vocht, Hans Krikhaar, ook figuren zonder wie deze regio niet zou zijn geworden wat die nu is. De mensen achter Innovation Space, de DDW, Eindhoven Engine er zijn zoveel méér bepalende krachten in deze regio!”
Start-ups to watch
Het was voorjaar 2014 en Bert-Jan Woertman fietste terug van een meeting over het verbeteren van het Eindhovense start-up-klimaat. Terwijl hij zich door het verkeer op de Emmasingel wurmde, bleef de opmerking van een van de deelnemers over internationale zichtbaarheid van start-ups door zijn hoofd spelen. Ondanks de goede bedoelingen van de deelnemers aan de vergadering zat het idee er nog niet tussen. Woertman, destijds als marketing manager van de High Tech Campus al dagelijks bezig met “het organiseren van toevallige ontmoetingen”, wist er niet goed raad mee. “Maar toeval of niet, meteen toen ik thuis kwam zag ik een bericht over een of ander event in New York met de naam ‘start-ups to watch’. Ik las over de manier waarop ze daar veelbelovende start-ups op een podium hesen en ik dacht meteen: hoe ingewikkeld kan het zijn om dat ook hier bij ons te doen?”
The rest is history, zoals dat dan heet. Samen met Hans Matheeuwsen van het blad FRITS werd de eerste editie in de stijgers gezet en nog datzelfde jaar kwamen de eerste tien winnaars uit de bus. FRITS publiceerde de verhalen achter de start-ups en het concept was geboren. Wat toen nog niet duidelijk was – maar nu des te meer – is dat de successen uit dat eerste jaar (van de tien winnaars uit 2014 is er tot op heden slechts één failliet gegaan, een ongekend hoge succesratio in startupland) geen uitzondering zouden vormen. Ook in de jaren die volgden bleken de Eindhovense start-ups to watch alle wetten van moderne investeerders aan hun laars te lappen. Waar normaal gesproken hoogstens twee à drie van de tien start-ups het langer dan een paar jaar volhouden, ligt dat bij deze groep eerder op acht van de tien.
Feestelijke uitreiking
Aan het concept is na dat eerste jaar slechts één aspect toegevoegd: een feestelijke uitreiking, compleet met heuse awards. Voor de rest is het concept nog even simpel en doeltreffend als bij de start. Een maand voor de uitreiking krijgt de lokale community een oproep kandidaten aan te dragen, er vindt vervolgens een – tamelijk informeel – juryproces plaats, waarna de uitnodigingen de deur uit gaan voor het uitreikingsfeest. Op die avond komen de uitverkorenen een voor een op het podium, waarna iedereen zich onder het genot van bier en hapjes mengt onder de betrokkenen in het lokale start-up ecosysteem.
FRITS maakte na het eerste jaar plaats voor het toen net opgerichte E52, de voorloper van Innovation Origins. Vanwege de wat logischere inhoudelijke fit en de connectie met de mondiale Engelstalige achterban kreeg deze mediapartij vanaf 2015 de organisatie in handen. Sinds 2017 gebeurt dat onder de naam ‘Gerard & Anton Awards’, met toestemming van de nazaten van de allereerste Eindhovense start-up.
“Er mag dan uiterlijk weinig veranderd zijn, het is nog steeds superbelangrijk om te blijven doen”, zegt Bert-Jan Woertman. “Zo jong of klein als ze zijn, heel veel start-ups doen iets bijzonders. Maar als de wereld ze niet kent, blijven ze onzichtbaar. Je moet ze dus op een podium zetten, erkenning geven! Anderen zien dan dat het kan, ze beseffen ‘ik zou daar ook kunnen staan’. Zeker voor studenten is dat een enorme stimulans – en dat blijkt ook als je ziet waar veel van onze winnaars vandaan komen.”
Verbetermogelijkheden ziet Woertman trouwens nog volop, net als risico’s. “De kansen voor deze regio liggen, ik roep het al jaren, in de verbinding tussen alle verschillende scenes binnen en buiten Brainport. Zorg dat al die verschillende netwerken beter in elkaar grijpen. Onze awards spelen daarin een rol, net als de aanvullende events zoals de Piek Awards, de Expat Top10, Level Up, de demodagen van HighTechXL en Drinks Pitches en Demos, maar er mag meer gebeuren. Als je die koppeling niet organiseert, dan blijven het gescheiden werkelijkheden. Die toevallige ontmoeting tussen oud en jong, investeerder en start-up, onderzoeker en ondernemer. Het begint met een kop koffie of een biertje, maar het leidt altijd tot meer. Altijd.”
Overheersend
Kansen voor het start-up-klimaat ziet Woertman ook bij de overheden en corporates zoals ASML en Philips. “Meer nog dan investeringen, hebben start-ups behoefte aan opdrachtgevers, ‘launching customers’. Wat nu als deze grote jongens wat vaker regionale start-ups als klant binnen zouden halen? Dat zou echt een verschil kunnen maken.” Maar er is nog iets anders met die grote bedrijven: hun aantrekkelijkheid als werkgever – zeker in tijden van talentschaarste – zorgt voor een klimaat waarbinnen het beginnen van een start-up minder vanzelfsprekend wordt. “Afgestudeerden van Fontys of TU/e hoeven bij wijze van spreken niet eens meer te solliciteren voor een baan bij ASML. Natuurlijk, het is lekker als je direct na je studie voor een prachtig salaris aan de slag kunt, maar is het niet ook een beetje te makkelijk?”
Ook voor de studenten die die verleiding kunnen weerstaan, de jonge mensen die wel al de stap naar een start-up weten te zetten, is er nog een wereld te verbeteren. “Kijk eens naar wat een start-up moet doen om een beetje geld op te halen. Ongelofelijk wat ze allemaal moeten doen, in de hoop dat een van die partijen een keer over de brug komt. En alle energie die daarin gaat zitten kunnen ze dus niet besteden aan de opbouw van hun bedrijf – waarmee het dus een risico wordt voor hun levensvatbaarheid. Dat kan beter.”
Selectie vanuit kennis
Maar hoe moet het dan wel? Zou in het onevenredig grote succes van de Gerard & Anton start-ups een sleutel kunnen liggen voor een verbeterd beoordelingssysteem door potentiële geldschieters? Immers, als de jury van de awards keer op keer in staat blijkt de meest kansrijke start-ups uit het grote (en groeiende) aanbod te selecteren, zit er blijkbaar een waardevolle structuur achter. Maar waar zit ‘m dat dan in? Hoe kan een relatief informeel juryproces tot een zoveel hogere succesratio leiden dan het gangbare, veel complexere en beter gedocumenteerde proces waar het bestaande systeem gebruik van maakt? Woertman heeft wel een idee: “Dat kunnen we doen omdat we een jury met gedegen voorkennis hebben. Wij kennen al die start-ups via ons netwerk. We komen ze tegen aan de bar, bij de koffieautomaat of op evenementen. En beoordelen ze dus niet van papier of vanuit een pitch, maar gewoon vanuit dagelijks sociaal verkeer. Koppel dat aan alle jaren ervaring en samenwerking in de High Tech en je hebt al snel een goed beeld van een individuele start-up en het team eromheen.”
Volksaandeel
En dat brengt Woertman bij een ander idee van hem, dat nog op uitvoering wacht: het volksaandeel. “Het idee spookt al jaren in mijn hoofd en misschien is het in tijden van extreme inflatie niet het beste moment, maar toch: wat nu als je een fonds opricht waar iedereen aan kan meedoen, van koffiejuffrouw bij de gemeente tot ASML-medewerker of student. Al die kleine bedragen samen zorgen er niet alleen voor dat je lokale start-ups een duwtje in de rug kunt geven, maar ook dat iedereen ze echt kan gaan omarmen, want iedereen heeft er een aandeel in. Samen maak je dan iets mogelijk dat voor onze toekomst essentieel is en een enorme boost kan zijn voor het Brainport-gevoel. Samen draag je bij, samen beslis je ook de bestemming van het geld. Dat kunnen we heel goed dankzij die gedegen voorkennis waar ik het net over had, kijk maar naar wat we in de Gerard & Anton Awards laten zien. En het houdt niet op na de toekenning van het geld: samen ben je blijvend betrokken bij het wel en wee van de gesteunde projecten.”
Of dat volksaandeel er nou komt of niet, zolang Bert-Jan Woertman er is zullen er minimaal eenmaal per jaar tien kansrijke Eindhovense start-ups op een podium worden gehesen. Biertje erbij, een koppeling aan het netwerk en een paar jaar later weer genieten van hun groeiende succes. “Zeg nou zelf: dat is toch ongelofelijk gaaf?”