De Delftse start-up Hardt Hyperloop begint dit jaar met de voorbereiding van de bouw van een belevingscentrum waar iedereen kan ervaren hoe het zal zijn om te reizen met de supersnelle zweefmetro die 1000 kilometer per uur kan. De grote vraag was waar het zou komen. Twee provincies concurreerden met elkaar: Zeeland en Groningen. Het werd Groningen. Engineering projectmanager Richard Anderson en projectleider Jelte Altena van het Hyperloop Experience Center leggen uit waarom.
Waarom hebben jullie gekozen voor Groningen?
Richard: „Groningen presenteerde een indrukwekkend bidbook. De steun van gemeente en provincie aan het project waren positief, ook in financieel opzicht. Voor wat betreft de locatie die ze aanboden was het belangrijk dat deze lang genoeg is. Plus: er zijn goede toegangswegen op die locatie aangesloten. Er zijn veel punten waar je kunt laden en lossen, zoals het Eemskanaal. Voor het afleveren van onderdelen voor de testbuis – die 2,5 kilometer lang wordt – is dat bijzonder gunstig. De onderdelen van de pijplijn zijn per stuk 12 meter lang en hebben een diameter van 1,4 meter. Er zijn 250 stukken pijplijn nodig en die moeten allemaal aangeleverd worden.”
Maar op wat voor plek in Zeeland zouden jullie anders gekomen zijn?
Richard: „De locatie in Zeeland was ook goed. Maar er was ook een financieel argument. Wij zijn natuurlijk een start-up business. En Groningen bood veel financiële steun.”
Meer dan Zeeland?
Richard: „Ja. Maar ik weet niet precies hoeveel omdat ik niet bij dat proces betrokken was.”
Jelte: „Een onafhankelijke commissie heeft die keuze tussen de aanbiedingen van de provincies gemaakt. Die heeft de verschillende criteria in de tendervoorwaarden gewogen.”
Maar wie zaten er dan in die commissie? Aandeelhouders?
Jelte: „Ik weet niet of het gebruikelijk is om al die mensen die daarin zaten [en die volgens de woordvoerder van Hardt, Juliette de la Rie, gespecialiseerd zijn in aanbestedingstrajecten, red.] bij naam te noemen. Voor ons is dat ook niet belangrijk. Het gaat erom dat het oordeel van de commissie gebaseerd is op de criteria zoals die in de tender omschreven staan.”
Lees ook: In 2020 tour belevingscentrum Hyperloop in Europa
De ondernemer die de mobiliteitscampus in Rotterdam opzet, Antti Rantanen, wilde het Hyperloop testcentrum graag naar Rotterdam halen. Hij zei dat de regering het echter in een provincie wilde hebben waar grote behoefte was aan nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid.
Zaten er mensen namens het Rijk in die commissie?
Jelte: „Nee. Maar dan nog had dat niet uitgemaakt. Want de commissie volgt gewoon de vooraf vastgestelde criteria. En die waren niet dat wij een Hyperloop testcentrum bouwen om een regio te laten opbloeien. Nee: we hebben een ideale locatie nodig die aansluit op het project dat we aan het realiseren zijn.”
Wat waren dan de belangrijkste drie criteria waarop de keuze voor Groningen gebaseerd is?
Jelte: „De beschikbaarheid van de grond zelf. Zijn er geen obstakels? Hoe zit het met de eigendomsrechten? Als er verschillende eigenaren zijn moet je het met hen allemaal eens worden. Dat kan zorgen voor vertraging.”
Richard: „In Groningen is de grond die we willen gaan gebruiken van de gemeente. We hoeven daar niet voor te betalen. Dat is een groot financieel voordeel.”
Jelte: „Het tweede criterium was de bestaande industrie en kennis. Dat je daarop kunt aanhaken. [De woordvoerder van Hardt, Juliette de la Rie, voegt na het gesprek via mail toe dat de aanwezigheid van de universiteit in Groningen dan ook een belangrijk argument was om voor Groningen te kiezen, red.]. Het derde was financieel: wat levert de regio in en hoe draagt de regio bij? [De provincie Groningen draagt 3 miljoen euro bij, de gemeente 1 miljoen euro, red.] Dat gaat niet alleen om cash maar ook om ‘in kind‘, dan moet je denken aan ondersteunende diensten van de gemeente bijvoorbeeld zoals hulp bij het aanvragen van vergunningen en het maken van verbindingswegen naar het terrein.”
Wanneer verhuizen jullie?
Richard: „We doorlopen nu alle procedures voor de vergunningen voor de bouw van het testcentrum. Daarna beginnen we met de bouw. Zodra het kan, gaan onze mensen twee of drie dagen per week in Groningen werken.”
Is de testbuis dan ook af?
Richard: „Dat zal naar verwachting in 2022 zijn.”
Zijn de bewoners in de buurt van het toekomstige testcentrum nu minder boos dan toen ze het net gehoord hadden?
Jelte: „Ik kan me voorstellen dat je schrikt als er iets compleet nieuws neergezet wordt in je woonomgeving waarvan je vooraf niets verteld was. De bewoners zijn niet blij met de manier waarop de overheid met ze gecommuniceerd heeft. Maar dat heeft niets met Hardt te maken. We zijn met ze in gesprek en we houden rekening met hun wensen.”
Richard: „Ze willen bijvoorbeeld dat de verlichting ’s nachts uitgaat, wat prima is. En ze vreesden dat de pomp die de buis vacuüm trekt lawaai maakt. Maar als je deze plaatst in een geïsoleerde ruimte hoeft dat niet zo te zijn. Het gaat er om hoe je de machine implementeert.”
Jelte: „Als mensen zich openstellen voor de ontwikkeling van de Hyperloop gaan de eerste vragen altijd over veiligheid. Dat geldt ook voor de bouw van zo’n testfaciliteit. Als je bijvoorbeeld geen idee hebt van de werking van lage druk, denk je: ‘misschien implodeert hij wel’. Met de informatiebijeenkomsten kunnen we die zorgen weg nemen.”