Europa beeft bij het vooruitzicht van de Chinese auto-invasie. Om precies te zijn: van de goedkope elektrische auto’s die in China al een prijsniveau hebben bereikt dat ver onder dat van vergelijkbare verbrandingsmotoren in Europa ligt.
Voor het equivalent van 15.000 tot 20.000 euro kun je Chinese elektrische auto’s uit het middensegment kopen die vol zitten met digitale foefjes en ook nog eens een royale accucapaciteit hebben.
Tot nu toe alleen geïsoleerde successen
Toch hebben Chinese autofabrikanten het moeilijk in Europa en vooral in Duitsland. Hoewel ogenschijnlijk Europese merken als Volvo en Polestar zich goed hebben weten te positioneren, vindt de technologie en productie (grotendeels) plaats in China. Het beste voorbeeld hiervan is de Volvo EX30, die momenteel zeer succesvol is in Noorwegen.
Het grote Chinese merk BYD heeft het daarentegen moeilijk. Zelfs premiummerken als Zeekr (Geely), NIO en XPeng zijn momenteel slechts actief met symbolische edities. Alleen MG ROEWE heeft veel succes. Met de MG4 heeft het bedrijf virtueel de elektrische Golf van de jaren 2020 gecreëerd – tot grote ergernis van het merk VW. En de aankomende MG Cyberster, de eerste betaalbare elektrische roadster, zal ook voor een sensatie zorgen in het topsegment.
De andere kant van de medaille
De nieuwkomer XIAOMI viel op tijdens de Beijing Auto Show. De stand van de smartphonefabrikant, die nu ook in elektrische auto’s is gestapt, werd letterlijk belegerd. De in december 2023 gepresenteerde elektrische auto, die doet denken aan een Porsche Taycan, is momenteel erg gewild in China.
Autopaus Duddenhöffer waarschuwt onvermoeibaar voor de snelheid van Chinese autobedrijven. Het duurt meestal minder dan 12 maanden vanaf de presentatie van de eerste studie tot de serieproductie. Geen enkele Europese of Amerikaanse fabrikant lijkt dit tempo te kunnen bijhouden. De Duitsers al helemaal niet.
En dat is maar goed ook!
Pardon? Ben ik mijn voortdurende waarschuwingen over de dynamiek van Chinese autofabrikanten vergeten? Natuurlijk niet. Maar laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de SU7 van Xiaomi.
De elektrische auto kost een fractie van de Porsche Taycan en de prestatieversie (gelijk aan 40.000 euro) zou zelfs sneller van 0 naar 100 accelereren dan zijn rolmodel. De Chinese auto zou er slechts 2,78 seconden over doen en een topsnelheid van 265 km/u halen. Wat volgens een YouTube-reportage van de China Observer koste wat het kost vermeden moet worden. Blijkbaar zijn er (naast vele andere problemen) problemen met de remmen, AEB (Automatic Emergency Brake) en infotainment.
Dit is des te pikanter omdat Xiaomi, als op twee na grootste smartphonefabrikant, eigenlijk volledige expertise zou moeten hebben ontwikkeld, in ieder geval aan de digitale kant.
De fabrikant vertrouwt ook op Qualcomm en NVIDIA chips uit de VS voor ADAS en autonome mogelijkheden.
Te snel ontwikkeld?
Er beginnen al twijfels te ontstaan. Blijkbaar heeft Xiaomi de traditionele autofabrikanten toch niet voor de gek gehouden, want veel van de problemen in het YouTube-rapport zijn te wijten aan een gebrek aan ervaring en te korte testtijden.
En plotseling klinken koppen van Duitse publicaties zoals Golem “De technologie van een Porsche Taycan voor de prijs van een VW ID.3” nogal misplaatst.
Kunnen de Europeanen dan rustig achterover leunen?
Helemaal niet. De expertise van de klassieke OEM’s ligt in de veiligheid en stabiliteit van hun voertuigen. Uitzonderingen bewijzen de regel – denk maar aan de elandtest van de eerste Mercedes-Benz A-Klasse. Veiligheid kost tijd en tijd is geld.
Toch moeten de Europeanen ook “sneller” worden en beter anticiperen op waar de puck in de toekomst zal schaatsen, om een parabel van de grote en onvergeeflijke Steve Jobs te gebruiken.
Zodat het Chinese “gevaar” weer (letterlijk) gezonde concurrentie wordt.