De Gerard & Anton Awards zijn alweer een tijdje uitgereikt, maar jullie hadden nog 2 interviews tegoed. De hoogste tijd dus om eens beter te gaan kijken naar de winnaars en wat we de komende jaren van deze start-ups kunnen verwachten. Vandaag: Ebusco.
Ebusco ontwikkelt elektrische bussen. De techniek die ze daarvoor gebruiken, zorgt ervoor dat de bus zo licht is, dat het vervoersmiddel overdag niet bijgeladen hoeft te worden. Zo kan een 12-meter lange bus een hele dag rijden en mensen vervoeren, zonder tussenstops te maken.
Lees hier alle artikelen over de winnaars van de Gerard & Anton Awards.
Algemene informatie
Naam oprichters: Peter Bijvelds en Walter Luijten
Wat doen jullie: Wij versnellen de transitie van publiek transport van wat we nu doen naar elektrisch rijden.
Wanneer opgericht: September 2012
Hoeveel werknemers: ongeveer 100, per maand worden 4 à 5 personen aangenomen
Financiering: ING is aandeelhouder en sinds 2018 draaien ze zwarte cijfers.
Quote uit juryrapport: “Ebusco timmert al jaren aan de weg als het gaat om elektrische bussen. Drie jaar geleden liet Koning Willem-Alexander zich nog in een Ebusco bus door Parijs rijden. Inmiddels verhuisd naar een groeilocatie in Deurne. Het management is versterkt met toppers uit de OV industrie en al in heel Europa zijn Ebusco bussen gespot. De tijd voor een grote doorbraak is gekomen.”
Wat doet Ebusco?
Peter Bijvelds: “We maken de transitie mogelijk van de dieselbus naar de elektrische bus.” Die transitie willen ze laten verlopen zonder al te veel te aanpassingen te vragen van de gebruikers van de bus. “De eerste Ebusco bestond uit staal en aluminium, nu werken we met composiet. Dat zorgt voor een gewichtsreductie. Zo gaat het verbruik van de bus naar beneden en is het bereik, de afstand die de bus kan rijden zonder bij te laden, groter.”
Daarmee onderscheidt Ebusco zich van de concurrentie. Bijvelds: “Andere elektrische bussen moeten veelvuldig bijladen door de dag heen. Ze hebben een veel kleiner bereik. Om die bussen te laten rijden heb je veel veranderingen in infrastructuur nodig.” Daarmee bedoelt hij dat er bijvoorbeeld veel meer laadpunten moeten worden geïnstalleerd. Bij de bussen van Ebusco is dat niet het geval. “Wij gaan ervoor dat de bus vol het depot afrijdt en pas ’s avonds weer leeg is. Of bijna leeg.” Dat is één van die manieren om te zorgen dat mensen of overheden geen grote aanpassingen hoeven te doen om elektrisch rijden mogelijk te maken.
Hoe zijn jullie op dit idee gekomen?
Aanvankelijk wilde Bijvelds zich richten op de transitie van brandstofauto’s naar elektrische auto’s. Daar was hij mee bezig in 2010. “Ik wist, die transitie gaat wel komen, maar toen nog niet. Als je als consument toen een auto kocht, koos je niet voor elektrisch. In die tijd was dat nog te vroeg.”
Zodoende maakte hij de overstap naar personenbussen. “Bussen zijn makkelijker. Het is namelijk ‘business to government’.” Daarmee doelt hij erop dat het de overheid is die de opdracht geeft om deze bussen te ontwikkelen en het dus geen keuze is van de consumenten. De transitie naar elektrisch busvervoer gaat daardoor sneller dan die naar elektrische auto’s.
Bijvelds had er alle vertrouwen in dat overheden zouden willen overstappen op elektrisch rijden: “Bussen zijn de grootste vervuilers van de binnenstad.” Dat wil je als overheidsinstantie waarschijnlijk graag aanpakken.
Van 2012 tot 2014 stuitte Bijvelds nog wel op veel scepsis. “We moesten heel veel aantonen aan steden in verschillende landen dat het gewoon mogelijk is om een bus elektrisch te laten rijden.” En dat het kon, dat bewees Bijvelds dan ook met zijn eerste Ebusco. Dat was de eerste 12-meter lange volledig elektrische stadsbus van Europa.
Waarom doen jullie wat jullie doen, wat is jullie motivatie?
Bijvelds: “Onze motivatie is: ‘green is nice as long as it doesn’t affect the price.’ De maatschappij wil graag vergroenen maar daar niet meer voor hoeven te betalen.” De bussen van Ebusco dragen bij aan die vergroening: de oude dieselbussen zijn namelijk enorme vervuilers. “Per dieselbus die wij omwisselen met een elektrische bus, stoten we 75 duizend kilo CO2 minder uit per jaar.”
Maar, Ebusco zorgt er dan wel weer voor dat de transitie naar de elektrische bus niet enorm in de kosten gaat lopen. In 2012 toonde Bijvelds met de Ebusco 2.0, de tweede versie van de elektrische bus, al aan dat het voor 2022 mogelijk is om voor dezelfde prijs als een dieselbus een elektrische bus te produceren. Zodoende wordt het groener, maar niet duurder.
Wat is jullie droom of doel voor het bedrijf?
Bijvelds wil groeien met Ebusco. “De droom is dat wij in heel veel steden, sowieso in Europa, met onze bussen rijden. We zitten nu in Nederland, België, Zweden, Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Frankrijk en Zwitserland. Binnen nu en een half jaar gaan we nog meer landen aandoen. Nu pas begint te transitie echt. In Europa is misschien één procent van de bussen elektrisch, dus dat is minimaal. Dat moet omhoog.”
Wat kunnen we komend jaar van jullie verwachten?
Ebusco zit inmiddels in de scale-up-fase volgens Bijvelds. “We leveren dit jaar 120 of 130 bussen uit. Als je snel rekent, komt dat uit op een omzet van zestig miljoen.” Dat is voor nu mooi, vooral omdat het zwarte cijfers oplevert, maar het bedrijf wil haar product verder blijven ontwikkelen.
Het komende jaar presenteert Ebusco daarom haar nieuwste bus. “Een composietbus, de Ebusco 3.0. Het wordt een echte gamechanger. Die bus is heel licht, helemaal opgetrokken uit koolstof, echt exclusief in z’n soort.”