Professionalisering en groei, dat zijn de belangrijkste termen voor TU/e innovation Space op dit moment. De tak van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) richt zich op challenge-based en interdisciplinair onderwijs. “Wij verbinden het bedrijfsleven, studenten en docenten aan elkaar en bouwen zo een grote community”, vertelt Isabelle Reymen, wetenschappelijk directeur van TU/e innovation Space.
Studenten werken binnen TU/e innovation Space aan challenges die worden aangeleverd vanuit bedrijven of onderzoekers van de universiteit. “Er worden dus geen hoorcolleges met theorie gegeven, maar studenten gaan kijken hoe ze zo’n project een stap verder kunnen brengen”, stelt Isabelle Reymen. Daarbij worden zij gecoacht. “Gewoon uitproberen, prototypen maken en met gebruikers praten. Zo zien ze wat de echte problemen zijn en hoe ze een relevante oplossing kunnen bieden.” Om dit voor elkaar te krijgen, werken de studenten samen met anderen uit verschillende faculteiten. “Zo leren zij ook interdisciplinair werken en actiegericht denken.” Challenges aanbieden in het onderwijs is één deel van Innovation Space. Hiervoor kunnen studenten studiepunten krijgen.
Daarnaast is er ook ruimte om na zo’n challenge verder te werken aan het project, in de vorm van een studententeam of een start-up. “Door deze manier van lesgeven worden studenten vaak gemotiveerd om hun oplossing naar een hoger plan te tillen. Ze zien namelijk dat het echt impact heeft op een bedrijf of de samenleving”, zegt Reymen. De start-ups en projectteams kunnen binnen TU/e innovation Space dan gebruik maken van verschillende faciliteiten zoals labs om aan hun product te werken. “Ook proberen we deze projecten weer terug te koppelen aan het onderwijs door bijvoorbeeld andere studenten mee te laten werken.”
Processen vastleggen
Na een pilot van een jaar is TU/e innovation Space nu bezig met het professionaliseren van de processen. “Tijdens de pilot werkten we heel ad hoc”, legt Reymen uit. “We keken wat studenten wilden en wat wij konden realiseren.” In november was de officiële opening van TU/e innovation Space in het gebouw Matrix op de TU/e-campus. Nu groeit TU/e innovation Space volgens de wetenschappelijk directeur boven verwachting en wordt het tijd om processen verder uit te denken, uit te schrijven en vast te leggen.
“We hebben een paar mensen aangenomen die een eigen takenpakket en verantwoordelijkheden hebben”, vertelt Reymen. “Er zijn zo veel processen die we moeten doorlopen. Zo moet er gekeken worden welke challenges passen binnen TU/e innovation Space, hoe deze moeten worden uitgevoerd, welke studenten daarbij passen, maar bijvoorbeeld ook welke docenten dat kunnen begeleiden. Daarnaast kijken we hoe we alle onderwijsactiviteiten goed kunnen coördineren, zoals bijvoorbeeld het grote experiment met de interdisciplinaire bachelor eindopdracht. Ook moeten de start-ups en projectteams begeleid en ondersteund worden.”
Dat is volgens Reymen een hele klus. Maar door structuur aan te brengen, kunnen in de toekomst meer studenten terecht bij TU/e innovation Space. “In het huidige collegejaar hebben daar al ruim 1600 studenten onderwijs gevolgd. Zij werkten met elkaar aan 46 challenges”, licht Reymen toe. Van alle faculteiten hebben er al studenten binnen TU/e innovation Space gewerkt. “Dat laatste was het doel ook voor dit jaar. Nu willen we het verder uitbreiden.”
Lees meer hier over Isabelle Reymen en het begin van TU/e innovation Space.
Nieuwe experimenten
Naast het organiseren van challenges voor studenten en het coördineren van de faciliteiten voor start-ups en projectteams, is TU/e innovation Space bezig met het organiseren van nieuwe activiteiten die aansluiten bij de behoefte van studenten in challenge-based onderwijs. “We bieden nu ook workshops aan rond de thema’s waar studenten op dat moment meer bezig zijn”, legt Reymen uit. “Zo kan de workshop in de eerste week van een project gaan over kennismaking met de groep, terwijl het later meer kan gaan over projectmanagement of pitchen.” Zo probeert TU/e innovation Space volgens Reymen nog meer verdieping te geven aan de projecten en studenten ook op andere gebieden te laten ontwikkelen.
De ontwikkeling van studenten komt ook terug in het tweede nieuwe experiment, genaamd Springplank. “Hier kunnen studenten die graag meer willen doen met een challenge of een bepaald onderwerp terecht om te sparren over eventuele vervolgstappen”, vertelt ze. Er wordt dan gekeken of een student terecht kan in een ander project of zelfs de stap gaat maken naar een start-up of projectteam. “De springplanksessies zijn heel informeel en gericht op coaching om studenten echt verder te helpen.”
Onderwijsvisie
TU/e innovation Space is onderdeel van de onderwijsvisie in de TU/e-strategie 2030. “Daarin komt challenge-based onderwijs ook naar voren”, vertelt Reymen. “Wij proberen onderwijsvormen hier uit.” Zo kunnen studenten voor hun bachelor eindproject, samenwerken in een interdisciplinair groepje. Een voorbeeld hiervan is het project Poolparty. Hierin werken studenten uit verschillende faculteiten samen voor een bedrijf dat de kwaliteit van waterleidingen controleert. De studenten ontwikkelen een sensor om de waterleiding van binnenuit te kunnen bekijken. “Hier komt kennis uit werktuigbouw, informatica, elektrotechniek en industrial design samen.” In het najaar heeft de eerste groep hieraan gewerkt en nu, in het voorjaar, werkt de tweede groep aan het project. Ook in de master is er een vak waarin studenten van verschillende disciplines samenwerken aan challenges.
Reymen: “Binnen de challenges brengen we mensen uit het bedrijfsleven en van de universiteit samen. Zo bouwen we aan een community.” TU/e innovation Space organiseert verschillende evenementen voor verschillende doelgroepen om deze community te laten ontwikkelen. “Studenten kunnen zo kennis halen bij bedrijven en deze eventueel verdiepen op de TU/e”, legt ze uit. “Wij proberen met deze community vooral meerwaarde te creëren door verbindingen te leggen tussen verschillende partijen.”
Alle elementen van TU/e innovation Space hebben hetzelfde doel: engineers van de toekomst opleiden. “Naast het onderwijs leren wij hen hier vaardigheden die zij in de 21ste eeuw nodig hebben. Een opleiding en de praktijk gaan steeds meer samen”, vertelt Reymen. “Wat zorgt voor mooie resultaten.”