Frankrijk en Duitsland zoeken elkaar steeds meer op bij de productie van accu’s voor elektrische auto’s. Althans, daar lijkt het wel op met de nieuwe alliantie rondom het Frans-Duitse bedrijf Automotive Cells Company ACC.
Mercedes-Benz (dochter van Daimler) maakte vrijdag bekend dat het een belang van 33% neemt in ACC. Het gaat om een investering van honderden miljoenen euro’s (exacte bedrag niet bekendgemaakt). De andere eigenaars van ACC zijn Stellantis en energieconcern Total Energies. Stellantis is het moederconcern van onder meer Peugeot, Citroën, Fiat, Opel, Chrysler, Alfa Romeo en Maserati.
Europese kampioen
Het hogere doel is om een Europese kampioen te creëren die het kan opnemen tegen Tesla en Aziatische concurrenten als Samsung en LG Chem uit Zuid-Korea, CATL en BYD uit China en Panasonic uit Japan.
Het is de bedoeling dat er tot 2030 in totaal rond 7 miljard euro in ACC gepompt wordt, waarvan 1,3 miljard euro komt van Franse en Duitse belastingbetalers. Dat moet eind dit decennium uitmonden in een accuproductie van 120 gigawattuur (GWh) per jaar.
Marktleider CATL
Even ter vergelijk, de twee grootste producenten nu, zijn met afstand CATL en LG Chem die samen in de eerste vijf maanden van dit jaar goed waren voor 43 GWh. Ze hadden daarmee een marktaandeel in de wereld van ruim 50%. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel voor ACC dat van nul start.
De Duitse minister van economische zaken Peter Altmaier was vrijdag enthousiast. Hij noemde de overeenkomst “de tot nu toe grootste doorbraak voor de accuproductie in Europa”. Volgens Altmaier lonken alleen voor Duitsland “tienduizenden” nieuwe banen in deze sleutelindustrie.
Verdeelsleutel
Het is nog onbekend hoe de accu’s verdeeld worden over de partners. Zeker is dat het voor Daimler niet genoeg is. De grote sprong van verbrandingsmotor naar elektrisch, moet nog komen. De interne schatting is dat er in 2030 een capaciteit van 200 GWh nodig is.
Geen wonder dat Mercedes in de persverklaring benadrukt dat bestaande allianties met CATL en Farasis geen gevaar lopen. De Zuid-Duitsers willen in totaal acht fabrieken hebben waar ze hun accu’s vandaan halen, waarvan vier in Europa.
Douvrin en Kaiserslautern
ACC heeft R&D-vestigingen in Bordeaux en Nersac. De massaproductie komt in Douvrin (Frankrijk) en Kaiserslautern (Duitsland). De start in Douvrin is gepland voor 2023. De capaciteit daar wordt stapsgewijs verhoogd richting 24 GWh. Voor Kaiserslautern geldt hetzelfde, alleen begin de productie daar pas in 2025.
Een snelle rekensom leert dat ACC er dan nog niet is. Er moeten dus nog meer productielocaties bijkomen, wat ongetwijfeld onderwerp wordt van politieke discussies. Daimler zegt druk bezig te zijn met zoeken naar geschikte locaties.
De rest zit niet stil
Ook andere Duitse autoproducenten zijn bezig met het zekerstellen van toekomstige acculeveranties, want dat accu’s een wereldwijd schaars goed worden, staat zo goed als vast.
BMW maakte bijvoorbeeld een paar weken geleden bekend dat het zijn orderportefeuille heeft verhoogd van 12 miljard euro naar 20 miljard euro. De extra acht miljard wordt verdeeld over vier producenten: CATL, Samsung, EVE Energy (een Chinees bedrijf) en Northvolt uit Zweden. BMW zet dus vooral op externe toeleveranciers.
Volkswagen investeert in eigen fabrieken. In de stad Braunschweig ligt momenteel het centrum van de VW-accuproductie. Er wordt verder volop geïnvesteerd in nieuwe fabrieken in Hefei (China), Mlada Boleslav (Tsjechië) en Chattanooga (VS).
