De afgelopen week mocht ik genieten van een wetenschappelijke wellness: een hele week heerlijk ondergedompeld in de ontwerpwetenschap. In Boston werd op drie universiteiten én een museum (Northeastern University, Harvard, MIT en het Museum of Fine Arts) gebroederlijk een conferentie georganiseerd waar de beste ontwerpwetenschappers van de hele wereld samen komen. Iedere wetenschapper presenteert zijn of haar meest recente onderzoek. Van alle gepresenteerde onderzoeken was het meest voorkomende thema niet kunstmatige intelligentie, maar het ontwerpen van de toekomst.
De meeste mensen die nadenken over de toekomst, denken direct aan technologie. Maar technologie is en blijft slechts een hulpmiddel. Er gaat een veel belangrijkere vraag aan het nadenken over de toekomst vooraf, namelijk hoe we de toekomst framen. Laat framing nou net iets zijn waar ontwerpwetenschappers in uitblinken. Tijdens de conferentie in Boston spotte ik dan ook vijf verschillende perspectieven op hoe we de toekomst kunnen framen.
Probleem of oplossing?
Het eerste perspectief op framing betreft de vraag of je de toekomst ziet als een probleem of als een oplossing. Ofwel: concentreer je je op wat je niet meer wilt of op dat wat je juist wel wilt? Je ziet dat in de politiek de toekomst vooral wordt geframed als een probleem en dat de aandacht zich concentreert op wat de regering niet meer wil: migranten, hoge huren, het stoppen van bouwprojecten door stikstofregels, et cetera. Wanneer je de toekomst framet naar wat je mogelijkerwijs zou kunnen willen, dan creëer je een hele andere vibe: van stress naar ontspanning, van asfalt naar groen of van irritatie naar saamhorigheid.
Een tweede perspectief heeft te maken met de doelgroep: wie zie je als de doelgroep voor de toekomst die je ontwerpt? Ontwerp je een toekomst die vooral ten bate komt aan de ‘global north’ of neem je alle mogelijke perspectieven op een betere toekomst mee? Houd je vast aan een West-Europees perspectief op groei of vallen de Amazone-tijgers of de oceanen ook tot de doelgroep waarvoor je een toekomst ontwerpt? De framing-keuze die je hier maakt heeft gigantische implicaties voor het type toekomst dat je uiteindelijk ontwerpt.
Achteruit de toekomst in
Een derde perspectief op het framen van de toekomst heeft te maken met het onderwerp of de thematiek die je beetpakt. Neem bijvoorbeeld water. Water vormt één van de grootste uitdagingen voor de toekomst, zowel op het gebied van overstromingen als op het gebied van droogte en watertekort. Water kan je zien als de vijand, als iets waartegen je moet vechten. Maar water kan je ook zien als een noodzakelijk ingrediënt voor het leven. Dit is de paradox van het water: het geeft ons leven en het kan ons tegelijkertijd vernietigen. In Nederland denken we dat we het water moeten controleren, maar we zouden het water ook kunnen zien als iets waarvoor we moeten zorgen. Het relationele frame van voor het water zorgen, zoals we in veel gebieden op de wereld tegen komen, past moeilijk binnen de Nederlandse context. Immers, de meeste mensen weten niet eens hoe het water dat zij drinken bij hen is gekomen. Hoe kan je zorgen voor iets waarvan je de oorsprong niet kent? We kunnen water ook framen als een identiteit, als een levend iets dat rechten heeft. Er zijn landen op de wereld waar dit het geval is en in die landen kunnen rivieren bijvoorbeeld rechtszaken starten.
Een vierde framing-perspectief heeft te maken met de dimensie tijd: zien we de toekomst als iets dat voor ons ligt of als iets dat (deels) achter ons ligt? De meeste West-Europese mensen zullen dit een vreemde vraag vinden. Immers, hoe kan de toekomst nu achter je liggen? Toch zijn er veel volken op de wereld die de toekomst zien als iets dat bouwt op het verleden en die de roots van de toekomst dus in het verleden zien. Eén van de onderzoekers op de conferentie haalde diverse uitspraken aan om dit aan te tonen, zoals een gezegde van de Maori Hoki Whakamuri kia anga whakamua [Laten we achteruit de toekomst in lopen] of een gezegde van een inheemse stam uit Colombia: ‘de toekomst ligt achter ons’.
Exnovatie
Een vijfde perspectief op het framen van de toekomst heeft te maken met de vraag of de toekomst iets is dat je bouwt of juist betekent dat je afscheid neemt van dingen. Dit relateert aan het verschil tussen de termen innovatie en exnovatie. Innoveren heeft te maken met bouwen, uitbreiden, vernieuwen of toevoegen. Exnoveren heeft juist te maken met afbreken, verminderen of zelfs verwijderen. We moeten niet alleen producten en systemen creëren, maar soms ook producten en systemen elimineren. Ook die eliminatie kan vooruitgang betekenen. Juist door de toekomst te framen als een proces van exnovatie komt er ruimte vrij. Beeld je eens in hoeveel mogelijkheden er kunnen ontstaan als we bepaalde dingen simpelweg niet meer doen.
We kunnen niet neutraal tegenover de toekomst staan. Iedereen die op een manier werkt aan de toekomst, heeft een keuze-verantwoordelijkheid van het frame dat hij gebruikt. Provoceer jezelf eens door een ander frame te gebruiken.