© Pixabay
Author profile picture

Met ‘slimme oplossingen’ en ‘krachtige verbindingen’ tussen professionals, bedrijven en onderwijs- en kennisinstellingen wil Steven Vos iedereen meer laten bewegen. Vos is lector bij Fontys Sporthogeschool en hoogleraar ‘Design and Analysis of Intelligent Systems for Vitality and Leisure Time Sports’ aan de TU/e.

Mark Janssen is docent-onderzoek bij Fontys Sporthogeschool en promoveerde eind vorige maand. Zijn promotieonderzoek draagt bij aan de droom van Vos. Het zet de motivaties en het gedrag van recreatieve hardlopers uiteen, voor een beter begrip van diezelfde recreatieve lopers. Daarnaast onderzocht Janssen hoe de recreatieve loper beter is te begeleiden met hardloop-gerelateerde technologieën. 

Lees hier het interview met Steven Vos en Matty van Est, directeur van de Fontys Sporthogeschool.

Janssens promotieonderzoek startte vanuit een schat aan data, die verzameld werd door het lectoraat Move to Be tijdens de Marathon Eindhoven. Fontys Sporthogeschool, die sinds 2012 in Eindhoven is gevestigd, werkt sindsdien samen met de Stichting Marathon Eindhoven. Zo reikten eerstejaars studenten tijdens het evenement de lopers bekertjes water aan en deden vierdejaars een afstudeeropdracht omtrent deze marathon. 

Schat aan data

In 2013 ontstond het idee die samenwerking uit te breiden met onderzoek. “Steven Vos deed bij de KU Leuven al enkele jaren onderzoek bij hardlopers. Samen met Edgar de Veer (toenmalige directeur Stichting Marathon Eindhoven, red.) kwamen we overeen dat wij als hogeschool een evaluatierapportage van de marathon zouden doen. In ruil daarvoor mochten wij extra vragen toevoegen aan de vragenlijst. De resultaten konden wij weer gebruiken voor ons onderzoek.”

Naast het jaarlijkse onderzoek bij de Marathon Eindhoven werd data verzameld bij onder meer de Ladies Run Eindhoven, de Urban Trail Run en de Klokgebouwloop. Maar ook in steden als Den Haag, Leuven en Antwerpen verzamelden Janssen en Vos data. 

Zo ontstond een schat aan data, waarvan de Marathon Eindhoven de grootste leverancier was. Per jaar vulden zo’n zesduizend mensen die de vragenlijst in. “Daardoor konden wij een database opbouwen van meer dan 35.000 hardlopers.” 

Promotiebeurs

De eerste vragenlijst omvatte vragen naar het gebruik van technologie bij het hardlopen. “We vroegen de lopers welke apps ze gebruikten of ze een sporthorloge hadden en waarom ze zo’n horloge gebruikten. Ook vroegen we wat zo’n horloge zou moeten kunnen,” zegt Janssen.

De eerste twee jaar van data verzamelen leverde zoveel inzichten op die vroegen om verdieping. Vandaar dat Janssen een aanvraag schreef voor een NWO-promotiebeurs voor leraren.

In die tijd werd Vos ook hoogleraar bij de TU Eindhoven (TU/e). Prima timing, aldus Janssen. Ook de TU/e deed al onderzoek tijdens de Eindhovense marathon. Zo liep Aarnout Brombacher, hoogleraar én fervent hardloper en hardlooptrainer in 2014 mee in een pak met allerlei sensoren om tijdens het lopen data te verzamelen. Ook voor Brombacher waren de door het lectoraat ‘Move to Be’ verzamelde data interessant. Janssen: “We kwamen hem al vaker tegen bij het overleg over onderzoek en innovatie tijdens de Marathon Eindhoven.” 

vlnr Steven Vos, Aarnout Brombacher, Mark Janssen
Steven Vos, Aarnout Brombacher, Mark Janssen

In oktober 2016 kreeg Janssen de promotieaanvraag toegekend. Vos en Brombacher werden de promotoren. Samen met Carine Lallemand vormden zij het begeleidingsteam van het promotieonderzoek. De toekenning van die beurs was het officiële startsein van een onderzoek dat eigenlijk al twee jaar liep, zegt Janssen.

Types

“We zijn gewoon aan de gang gegaan. Dat is passend bij de aanpak van het lectoraat en het praktijkgericht onderzoek binnen hogescholen. Als je het meer traditioneel aanpakt, zou je zeggen: doe eerste literatuuronderzoek, maak dan een vragenlijst en zet die uit. Wij zijn meer ad hoc praktisch te werk gegaan en vertrokken vanuit de praktijk.”

Uit alle data kon Janssen ‘de hardloper’ in kaart brengen.” De hardloper tussen aanhalingstekens, want “hardlopers laten zich niet over een kam scheren”, zegt Janssen. Hij ontwikkelt uiteindelijk wel vier typologieën van hardlopers, bedoeld om hardlopers beter te leren begrijpen. 

“In eerder onderzoek werd vooral gekeken naar verschillen in leeftijd, geslacht, het aantal jaren ervaring en of een loper een wedstrijdatleet of recreant was. Er werd nauwelijks gekeken naar motieven en welk gedrag daarbij hoort. Dat vonden wij juist belangrijk. Die data hebben we doorvertaald naar types van hardlopers. Door die types worden de data praktisch toepasbaar en de types zijn herkenbaar voor mensen.” Janssen onderscheidt in zijn proefschrift vier types: casual individuele hardloper, sociaal competitieve hardloper, individuele competitieve hardloper en toegewijde hardloper.

Muziek

Die informatie is ook waardevol voor de Stichting Marathon Eindhoven, aldus Edgar de Veer. “Iemand die vierenhalf uur op de marathon wil lopen, kan uiteindelijk een net zo prestatiegerichte deelnemer zijn als iemand die dat in twee uur en zes minuten doet. Voor beiden is het belangrijk dat het parcours goed is afgezet, dat de kilometerpunten zijn aangegeven en dat er verzorgingsposten zijn. Hun enige doel is om zo snel mogelijk van de start naar de finish te komen. De uiteindelijke prestatie kun je niet vergelijken. Maar wel de drijfveren en motivaties.”

Lees ook: Hardloopzool Arion en adidas werken samen aan ‘slimmer hardlopen’

De Marathon Eindhoven biedt meer dan alleen een marathon. Er is een halve marathon, een tienkilometer run, een vijfkilometerloop, de mijl, de estafettemarathon en de bedrijvenloop. De Veer: “Het werd door de ontwikkelde typologieën veel duidelijker dat ieder onderdeel een eigen type deelnemer kent. Binnen de grote groep van de hele en de halve marathon heb je wel verschillende groepen deelnemers, maar de behoefte van de sociale loper en de meer prestatiegerichte loper bijt elkaar niet. Zo vinden ze beiden muziek belangrijk. Ze hebben het idee dat daar iets gebeurt, dat het voor hen is. Het helpt lopers om beter te presteren. En dan maakt het helemaal niet uit of er een drumband staat, een dj of hoempapamuziek. Het gaat erom dat er iets gebeurt.” 

Inspirun e-coach

Janssen wilde in zijn onderzoek niet alleen de loper beter begrijpen, maar ook de recreatieve loper beter begeleiden. “Om drop-outs te voorkomen.” Daarom ontwikkelde hij al vroeg in het onderzoek de app Inspirun e-coach samen met 2M Engineering. Deze app bootst de rol van een hardlooptrainer na en biedt trainingsschema’s op maat.

Zo kunnen we werken aan de technologie platforms van morgen, zonder de toepassing uit het oog te verliezen.

Coen Lauwerijssen, 2M Engineering

Coen Lauwerijssen werkte vanuit 2M Engineering mee aan de ontwikkeling van de Inspirun e-coach. Dit bedrijf ontwikkelt onder meer wearables met sensoren, bloeddiagnostische medische apparaten en industriële sensor-oplossingen. Vooral op dat eerste vlak vinden het lectoraat ‘Move to Be’ en het bedrijf elkaar. Naast het ontwikkelen van producten zijn de opdrachten waar het bedrijf aan werkt voor zo’n dertig procent innovatieprojecten, zoals met Fontys Sporthogeschool. “Zo kunnen we werken aan de technologie platforms van morgen, zonder de toepassing uit het oog te verliezen.”

Er is een gezamenlijke interesse. “Niet alleen de prestaties van de topsporter verbeteren, maar ook oplossingen bieden voor het grote publiek.” Daarbij levert het team van Lauwerijssen de ‘hard core techniek’ om de applicatie te maken. De onderzoekers van het lectoraat “weten alles over bewegen”. “Het is prettig te werken met het lectoraat van Steven Vos. We vullen elkaar aan.” 

Twee werelden

Tijdens de ontwikkeling van de Inspirun e-coach merkte Janssen dat de werelden van sensortechniek en de bewegingswetenschappen verschillend zijn. Beide werelden spreken een andere taal, aldus Janssen. “Ik vertelde over wat de app zou moeten meten, zoals de snelheid van het hartslag en de mate waarin de hardloper ervaart dat hij zich inspant. De ontwikkelaar dacht vooral in codeertaal. Niets mis mee totdat ik dagen later de testversie zag, die technisch wel klopte, maar niet vanuit een bewegingswetenschappelijk perspectief. Dan was ik kennelijk niet duidelijk geweest.”

Voor Janssen was deze samenwerking een belangrijke les om in een zo vroeg mogelijk stadium met de betrokkenen om tafel te gaan zitten. Daar is Lauwerijssen het roerend mee eens. “We kunnen technologie ontwikkelen tot we een ons wegen en dan schieten we nog steeds 9 van de 10 keer mis. We willen zo vroeg mogelijk heel goed begrijpen wat vanuit de toepassing echt nodig is en daar een oplossing voor bedenken.”

Hardlooptrainer in algoritme

Met de Inspirun e-coach kunnen lopers een individueel trainingsprogramma krijgen, gebaseerd op wat iemand fysiek aan kan. Ook Jos Goudsmit, collega-onderzoeker en hardlooptrainer, werkte eraan mee. Samen met hem analyseerde Janssen hoe een beginnende hardloper het beste kan worden begeleid. Janssen: “Wij hebben de hardlooptrainer als het ware in een algoritme in de app nagebouwd. Heel simpel gezegd, de app vraagt de loper hoe hij zich bij een bepaalde snelheid voelt en meet de hartslag. Na elke training volgt een evaluatie. Met die evaluatie selecteert de app de best passende volgende training.”

Inspirun2
Inspirun @ Mark Janssen

Gedurende drie maanden werd de app getest door recreatieve lopers via het netwerk van Stichting Marathon Eindhoven. “Ze hadden het gevoel echt naar een doel te werken en dat de trainingen persoonlijk waren. Ook ervaarden ze de trainingen soms als “te gemakkelijk”. Dat was misschien wel het grootste compliment, want de valkuil is juist dat men op trainingen vaak te hard, te vaak en te snel loopt.”

Totale plaatje

Ondanks de positieve testresultaten komt er nog geen verbeterde nieuwe versie. “Een dergelijke app past niet helemaal bij waar we als 2M Engineering voor staan”, zegt Lauwerijssen. “Wij geloven in producten die de sporter actief en real-time ondersteunen tijdens het hardlopen. Dat is voor ons interessanter.” En voor Janssen is er meer nodig om een beginnende loper te begeleiden. “De Inspirun e-coach richt zich maar op één facet, de fysieke belasting. Je moet ook kijken naar bijvoorbeeld nachtrust, hoe iemands werkdag is en of iemand ziek is geweest. Als je naar de toekomst kijkt, dan gaat het bij de begeleiding van beginnende lopers om gepersonaliseerde apps die naar het hele plaatje kijken.” 

Uit Janssens promotieonderzoek blijkt onder meer dat het belangrijk is om een loper niet alleen fysiek, maar ook mentaal en emotioneel te begeleiden. Daarom hoopt Janssen op termijn alle disciplines bij elkaar te brengen. “Zodat we de loper helpen om op het juiste moment de juiste keuzes te maken, uit de brei van alle beschikbare data.”

Terugkijkend op zijn promotietraject is Janssen blij met de versterkte samenwerking met de TU/e en de Marathon Eindhoven. “Het traject van de afgelopen jaren was bij momenten uitdagend. Zo was het soms zorgvuldig balanceren tussen de snelheid waarmee de Stichting Marathon Eindhoven resultaten wilde zien en tijd die beschikbaar was. Daarnaast hebben we, met vallen en opstaan, leren samenwerken met het bedrijfsleven. Uiteindelijk heeft dit ervoor gezorgd dat we met ons lectoraat ‘Move to Be’ waardevolle inzichten en tools hebben gecreëerd.”

Hier vind je het promotieonderzoek van Mark Janssen.

Samenwerking

Dit artikel is gemaakt in een samenwerking tussen Fontys Sporthogeschool en onze redactie. Innovation Origins is een onafhankelijk journalistiek platform dat zijn partners zorgvuldig uitkiest en uitsluitend samenwerkt met bedrijven en instellingen die achter onze missie staan: het verhaal van innovatie verspreiden. Op die manier kunnen wij onze lezers waardevolle verhalen aanbieden die volgens journalistieke richtlijnen tot stand zijn gekomen. Wil je meer weten over hoe Innovation Origins samenwerkt met andere bedrijven? Klik dan hier