Natuurlijk, elke stad van een beetje omvang heeft wel een binnenstadsmanager. Dat is hartstikke goed, want zonder Haarlemmerolie loopt de samenwerking vast. Maar om het probleem van de leegstand en de saaiheid van binnensteden echt aan te pakken, zijn verdergaande oplossingen en harde keuzes dringend nodig. Om die te vinden, heeft Fontys Hogeschool voor Management Economie en Recht alle betrokkenen uitgenodigd voor een startcongres. Het past in de onderzoeksopdracht ‘Ondernemende Binnenstad’ waarvoor Fontys onlangs een RAAK-subsidie kreeg.
Hoewel lector Cees-Jan Pen ervoor waakt nu al met antwoorden te komen, weet hij wel wat het sleutelwoord zal zijn: ondernemerschap. “Een ondernemende binnenstad is een levendige binnenstad. Daarvoor zijn vernieuwende vormen van samenwerking, fondsvorming en ingrijpen nodig, zoals ondernemersfondsen of bedrijven-investeringszones. Uiteindelijk zou je de hele binnenstad als een bedrijf of soort coöperatie willen runnen, als ware het een BV Binnenstad.”
Conventionele samenwerkingsvormen, zoals een stichting binnenstadsmanagement, blijven vaak steken in overleg en te makkelijke oplossingen, zegt Pen. “Ze focussen nog te eenzijdig op detailhandel en gaan uit van een traditionele rol voor de overheid. En eerlijk gezegd worden ze ook nog wel eens getypeerd door een hoog oude-jongens-krentenbrood-
Pen kent de vele publicaties over de matige staat van onze binnensteden. Sterker nog, in vele daarvan wordt hij zelf opgevoerd als expert op het gebied van leegstand. Het binnenstadsdebat is echt teveel een winkeldebat geworden, zegt hij. “Wie verder kijkt dan de winkelfunctie, krijgt een ander beeld. Recent onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving onderstreept dat Nederlandse binnensteden het juist goed doen, maar dat er een ingrijpende transformatie plaatsvindt waarbij de winkelfunctie afneemt en andere functies opkomen. Wij willen juist daarom nu onderzoeken hoe de ontwikkeling van binnensteden kan worden gestimuleerd met het concept van de ‘ondernemende binnenstad’ en welke rol wonen, werken, zorg, onderwijs en vooral meer groen en water kan spelen.”
Voor de denkdag op 29 juni zijn veel van de belangrijkste partijen aanwezig: overheden, ondernemers, wetenschappers en zeker studenten. Toch ontbreekt er nog een: de grote vastgoedpartijen. Pen: “Blijkbaar zien die het belang van veranderingen nog niet in. Terwijl ze natuurlijk hard nodig zijn bij welke beleidsverandering dan ook.”
Desnoods zouden de vastgoedpartijen gedwongen moeten worden om mee te praten over oplossingen. “Denk daarbij aan verplichte herverkaveling, zoals dat lang geleden ook met landbouwbedrijven is gebeurd. Een ‘Wet Stedelijke Herverkaveling’ zou wel helpen, een beetje in de trant van de Rotterdamwet. Maar ja, we hebben best een liberaal kabinet, dus dat zal lastig worden.”
Bedoeling van de denkdag is een agenda en werkplan samen te stellen voor de komende twee jaar. “We hebben al wat vooronderzoek gedaan, in bijvoorbeeld Frankrijk en Engeland. Die voorbeelden zullen we presenteren, naast de best practices uit met name Nederlandse krimpregio’s waar de druk erg hoog is. Ook verwacht ik dat de provincie Brabant een duit in het zakje zal doen met een gerichte opdracht aan ons wat we moeten onderzoeken. Daarnaast kijken we naar oplossingen voor het altijd spannende politieke speelveld: hoe krijg je de gemeenteraad mee in dit soort processen? De urgentie is daar niet altijd even helder; zeker in een tijd dat het economisch weer wat beter lijkt te gaan, is het van belang de druk op de ketel te houden.”
Ander interessant onderdeel van de congresdag is de presentatie van onderzoek dat een groep Fontysstudenten momenteel uitvoert. “Ze hebben gekeken naar de vraag hoe gastvrij Eindhoven eigenlijk is en hebben beelden verzameld van mooie, vrolijkmakende plekken in de stad. Ik verwacht dat dat wel wat discussie met de zaal zal gaan opleveren.”
Het startcongres vindt plaats op 29 juni, van 13 tot 18 uur. Toegang is gratis, maar aanmelden is verplicht. Dat kan hier. Meer informatie over het congres staat hier.