In de wekelijkse rubriek ‘follow-up’ geven we een vervolg aan het best gelezen artikel van afgelopen week. Deze week: Wordt Pandora Intelligence de volgende Nederlandse unicorn?
‘Unicorn?’ Peter de Kock van Pandora Intelligence had geen flauw idee dat dit een start-up is die meer dan 1 miljard euro waard is. Hij moest het opzoeken toen hij vanuit meerdere hoeken hoorde dat zijn intelligence start-up weleens de ‘next Dutch unicorn’ kan gaan worden.
Volgens een rapport van data -en analysebedrijf Dealroom zijn er in Nederland sinds 2008 twaalf unicorns ontstaan. Over de precieze definitie van de term bestaat nogal wat discussie. Als we de ‘officiële’ betekenis erbij pakken, gaat het om jonge bedrijven die op eigen kracht, in privaat bezit een waarde van 1 miljard dollar bereiken. Bereik je die grens door naar de beurs te gaan? Telt niet. Word je overgenomen door een andere partij? Geen unicorn.
Dealroom laat voor het gemak het privately-owned gedeelte uit de definitie weg. Een unicorn is in hun definitie een in Nederland opgericht techbedrijf dat een waarde van 1 miljard dollar of nog meer heeft. Als je alle twaalf bedrijven die het onderzoeksbureau noemt dan strikt door de mangel haalt, blijft hiervan niet eentje over. Ook Adyen, dat afgelopen jaar een beursgang maakte, valt dan af.
Prins Constantijn sprak eerder al de ambitie uit dat Nederland zo’n 1 à 2 unicorns per jaar moet gaan afleveren. Ter vergelijking: in het Verenigd Koninkrijk bereikt iedere maand een start-up deze mythische status. Is het realistisch dat Nederland ieder jaar zo’n start-up voortbrengt?
Sneller opschalen
Volgens Henk Zeegers, auteur van het boek Start-up or Start-app – Why breakthrough startups often fail hangt dat er maar net van af in welke hoek van start-up land je actief bent. “Natuurlijk wordt er veel over gesproken, maar je ziet ook hier heel veel termen en begrippen door elkaar lopen”, geeft Zeegers telefonisch aan. Zeegers stelt dat het voor start-ups die zich richten op toepassingen van bestaande technieken makkelijker is om op te schalen. “Deze bedrijven stappen op een redelijk laat moment van de innovatiecyclus in. Het zijn start-ups rond IT, software of andere informatie technologie. Ze maken gebruik van bestaande innovaties en voegen aan de ontwikkeling van de techniek weinig tot niets toe. Hierdoor kunnen ze sneller opschalen, er is minder geld nodig voor ontwikkelingskosten. Ze focussen op het businessmodel, de markt en hun groei.”
Voor start-ups die een compleet nieuwe technologie ontwikkelen – breakthrough start-ups in het boek – , is het lastiger om snel op te schalen naar een waarde van 1 miljard dollar. Zeegers: “Als je kijkt hoe ASML tot stand is gekomen en hoe dit bedrijf zo groot is geworden speelt daar van alles in mee. Onder de vlag van Philips is daar veel geld in gestoken en later heeft de overheid hetzelfde gedaan. Maar met geld alleen ben je er niet. Voor nieuwe technologieën moet vaak nog een infrastructuur opgezet worden. Het is een mix van zaken die allemaal bij elkaar moeten komen. Maar één op de twintig technische start-ups heeft de potentie om door te breken, bij breakthrough start-ups is die kans zelfs kleiner. Nog veel minder komen aan de top van de piramide te staan. ”
Voor deze start-ups is het volgens Zeegers ontzettend belangrijk om vooraf goed op papier te hebben waar ze staan: “Hoe ver zit ik nog tot de markt? Kan ik het met of zonder investeerders? Al is het maar op een A4’tje uitgeschreven. Maar als break through start-up is het belangrijk dat je een plan hebt om de Valley of Death te overleven.”
Waarom unicorn?
Waarom is het dan zo belangrijk om een unicorn te worden? Zeegers denkt dat het vooral een stip op de horizon is. “Een mijlpaal waar je als bedrijf naartoe kunt werken. Bovendien, als je bovenaan de piramide staat, heb je veel meer impact. Hiermee kun je doorgroeien, van start-up naar scale-up en als het echt heel goed gaat, zie je weer andere bedrijfjes opbloeien rond jouw bedrijf. Dat is heel belangrijk, kijk maar eens naar het ecosysteem rond ASML.”
In het rapport van Dealroom staat dat de Nederlandse start-upsector goed is voor zo’n 108 duizend banen. Twee jaar geleden waren dat er nog ruim negentien duizend minder. Hoe belangrijk is het start-up ecosysteem voor onze economie? Zeegers: “Heel belangrijk. Maar we moeten ons niet blindstaren op de banengroei bij start-ups. Heel veel start-ups zijn ondernemingen waar twee tot vijf mensen werken. Pas als ze een scale-up worden komen er meer mensen in dienst en groeit het bedrijf. Maar zonder start-ups heb je ook geen scale-ups. Bedrijven hebben een bepaalde levenscyclus. Het is goed dat er een mix is tussen bestaande, gevestigde bedrijven en start-ups. Start-ups houden zich bezig met revolutionaire innovaties, zij maken de nieuwe batterij mogelijk.”
Hoe ziet het Nederlandse start-upklimaat er volgens hem uit? “Het verschilt per regio. Rond Amsterdam zie je veel ict en software bedrijven. Ik noem die ‘start-apps’ in mijn boek omdat ze technologie toepassen en niet zozeer ontwikkelen, en bovendien zijn het veelal app ontwikkelaars.
Hier is de valley of death veel kleiner dan in regio’s rond Twente, Delft en Eindhoven. Hier zijn ze veel meer bezig met technische ontwikkeling. Op het gebied van financiering of herfinanciering doet Nederland het niet zo heel geweldig. Wat je ziet is dat we hier heel risicomijdend zijn. In Sillicon Valley is dat wel anders. Hier zie je hele grote bedragen voorbij komen, daar kunnen behoorlijke klappers tussen zitten.”
Lees hier onze serie over het start-up ecosysteem in Nederland.
Zeegers denkt dat de overheid in Nederland een belangrijkere rol kan spelen in het begeleiden van start-ups: “ Als je kijkt naar de hoeveelheid programma’s en regelingen die er in Nederland en op EU-niveau zijn, dan is het lastig om daar je weg in te vinden. Zeker als jonge ondernemer of iemand die uit een heel andere hoek komt. Dat systeem kan veel efficiënter, het is nu een oerwoud. Zeker in de vroege fase is goede begeleiding essentieel. Apple had nooit zo groot kunnen worden zonder hulp van de overheid – een programma bij NASA en een traject bij Defensie -, als ze dit in die vroege fase alleen hadden moeten doen, hadden ze die slag waarschijnlijk niet gemaakt.”