Het Europese systeem van investeren in de technologiesector – kortweg: een risicomijdende focus op kleine stappen, veelal voor deelprojecten – betekent dat de ‘time-to-market’ voor nieuwe producten onwenselijk lang wordt. “Zonder meer risicovriendelijk kapitaal beperken we niet alleen de groei van ons eigen ecosysteem maar lopen we ook het risico dat de uiteindelijke opbrengsten weg zullen vloeien naar degenen die het wel aandurven om groot te denken.” Die conclusie trekt Tessie Hartjes, directielid van Lightyear, in haar vaste column voor Innovation Origins.
“Nederland is een prachtig land met sterke economie, veel talent, geweldige innovaties en hoogwaardige industrieën”, schrijft Hartjes. “Als we dit potentieel maximaal willen benutten doen we er goed aan het investeringslandschap meer te voeden met wat Amerikaans gedachtengoed.”
Hartjes, die met haar in Helmond gevestigde Lightyear-team in de de eerste drie jaar van hun bestaan 30 miljoen euro ophaalde, voelt zich door het Europese systeem ‘klein gehouden’ door een systeem “dat ons dwingt om elke keer op de kleine stappen te focussen waardoor gevoelsmatig we soms onnodig snelheid of mentaliteit verliezen. Het risico van dit systeem is dat het uiteindelijk een ‘self fulfilling prophecy’ wordt. Te kleine stappen betekent dat je gaat inleveren op time to market waardoor op den duur vanzelf je propositie niet meer aan zal sluiten en de investering potentieel geheel verloren gaat.”
Verschil in mindset
Hartjes was afgelopen maand een aantal weken in de VS, waar op een andere manier naar tech-start-ups wordt gekeken. Hartjes: “Ondanks dat we ons altijd bewust zijn geweest van de meer risicomijdende aanpak in Europa heeft het verschil in ‘mindset’ tussen hier en Amerika me toch nog weer even wakker geschud. Het voelde een beetje als thuiskomen: het klimaat past Lightyear One perfect maar vooral ook de positieve houding en ‘think big’ mentaliteit. Wat een verschil met de gesprekken die we af en toe hier hebben. Het voelde zelfs een beetje bevrijdend.”
Volgens Hartjes, die aangeeft dat van de 30 miljoen aan opgehaalde investeringen meer dan de helft uit het buitenland komt en slechts 5% “rechtstreeks via overheidsinstrumenten”, is het Europese systeem erop gericht de ontwikkelfase van een start-up te ondersteunen met een optelsom van kleinere subsidies, kredieten en leningen. Maar: “Om hier aanspraak op te kunnen maken ben je vaak bezig met schrijven en indienen van uitgebreide documentatie. Zo’n voorstel gaat over een lange periode vaak door meerdere beoordelingsrondes heen terwijl in de tussentijd de wereld gewoon doordraait. Daar komt bij dat deze aanvragen vaak alleen maar op een specifiek gedeelte van het hele proces geschreven mag worden om het risico per aanvraag te verkleinen. Als je dus aan systeemoptimalisatie doet moet je meerdere verschillende kleine aanvragen stapelen om het gehele ontwikkeltraject voor te ondersteunen waardoor het soms bijna onmogelijk wordt om echt grote stappen te zetten en te accelereren.”
Brainport Eindhoven
Hartjes’ oproep heeft veel overeenkomsten met de noodkreet die burgemeester John Jorritsma van Eindhoven, TU-bestuursvoorzitter Robert-Jan Smits en president Hans de Jong van Philips Nederland afgelopen week in een interview met het FD deden. Den Haag moet meer – en vooral: structureler – geld beschikbaar stellen voor Brainport Eindhoven, zo zegt het drietal. Dat zou volgens hen kunnen komen uit een nieuw op te zetten financieringsfonds van zo’n 50 miljard euro, waar minister Hoekstra van Financiën mee bezig is.