Door het aantrekken van de vastgoedmarkt in de laatste jaren, komen de makersplekken in veel steden onder druk te staan. Deze broedplaatsen en ateliergebouwen zijn in het afgelopen decennium ontstaan door leegstand en stilgevallen gebiedsontwikkelingen en bieden ruimte aan culturele en creatieve activiteiten. Om het toekomstperspectief van deze waardevolle plekken in kaart te brengen is het lectoraat “De Ondernemende Regio” van Fontys Hogescholen een onderzoek begonnen: Bloeiende Broedplaatsen. De studie vindt plaats in samenwerking met Urban Labs van de faculteit Bouwkunde van de TU Eindhoven.
Het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA kent vanuit de regeling RAAK-Publiek een tweejarige onderzoeksfinanciering toe aan het project Bloeiende Broedplaatsen. Daarmee krijgen de onderzoekers de kans de maatschappelijke meerwaarde van broedplaatsen en ateliergebouwen in Nederland in kaart te brengen en een bijdrage te leveren aan de professionele ontwikkeling van organisaties die deze locaties ontwikkelen en beheren. Op basis van best practices, intervisies en netwerkanalyses worden nieuwe huisvestingsconcepten, organisatievormen en verdienmodellen verkend die broedplaatsen kunnen helpen om hun positie in het speelveld van stedelijke ontwikkeling te versterken. Tevens besteedt het project aandacht aan de rol van de “broedplaatsprofessional” als communitymanager en als kwartiermaker in gebiedsontwikkelingen.
Economische potentie
Volgens projectleider Bart de Zwart hebben deze locaties niet alleen een functie als betaalbare huisvesting voor kunstenaars en de creatieve industrie, maar dragen ze ook bij aan het innovatieve ecosysteem van de stad. “Vandaag de dag zien we echter dat broedplaatsen door het aantrekken van de vastgoedmarkt onder druk staan. Dat is jammer, want broedplaatsen hebben naast een culturele waarde, ook een grote sociale, ruimtelijke en economische potentie. Met ons onderzoek denken we na over de vraag hoe je binnen een stedelijk gebied ruimte kunt bieden aan creativiteit en nieuwe ideeën. Op die manier willen we bijdragen aan duurzame verstedelijking en een slimme samenleving.”
Samenwerking
Binnen het project wordt samengewerkt met een landelijk consortium van zestien atelier- en broedplaatsorganisaties, waaronder vertegenwoordigers van het Landelijk Overleg Ateliers (LOA) en het Dutch Creative Residency Network (DCR). Gezamenlijk vertegenwoordigen deze organisaties ruim 300 ateliergebouwen en broedplaatsen die ruimte bieden aan circa 4.700 makersplekken. Daarnaast nemen aan het project verschillende netwerk- en kennispartners deel, zoals de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Triodos Bank, de Boekmanstichting, Platform BK en Bureau voor Economische Argumentatie. Vanuit de kennisinstellingen participeren onder andere (docent-)onderzoekers en studenten van de opleiding Vastgoed & Makelaardij (Fontys Hogeschool Economie en Communicatie) en de mastertrack Architectural Urban Design and Engineering (Technische Universiteit Eindhoven, faculteit Bouwkunde).
Het project loopt van mei 2020 tot en met april 2022.