De expat top-10 richt de spotlight op internationals die Eindhoven vooruit helpen. Vanaf vandaag elke dag een portret van een winnaar, op zoek naar hun Eindovense ervaring en het perspectief op de stad waar ze zijn komen wonen en (al die tijd) zijn blijven hangen. Vandaag: Emeritus Hoogleraar Jochen Jess.
Naam: Jochen Jess
Leeftijd: 81
Beroep: Emeritus Hoogleraar Elektrotechniek
Woont in Eindhoven sinds: 1971
Met gemak de oudste expat op de lijst. De 81-jarige Jochen Jess, in 1935 geboren in Dortmund, vond zijn Eindhovense plek binnen de technische universiteit, waar hij in 1971 aangenomen werd om de onderzoeksgroep Design Automation op te zetten. Na zijn emeritaat in 1998 bleef hij actief in een adviserende rol bij Philips Research en gaf workshops op de universiteit en bij Philips. In 2005 ontving de Emeritus Hoogleraar een Lifetime Achievement Award van de European Design Automation Association, een award die wordt uitgereikt aan onderzoekers die een buitengewone bijdrage hebben geleverd aan elektronische ontwerpen en het automatiseren daarvan.
‘Ik was uit op een academische carrière, die vond ik in Eindhoven’
“Ik was 35 en stond op een kruispunt: Ging ik de industrie in of koos ik voor het academische? Het werd het tweede, daar heb ik nooit spijt van gehad. De universiteit is een plek van constante vernieuwing. Ik wilde daar deel van uitmaken.”
“In Duitsland waren alle leerstoelen bezet, en de nieuwe benoemingen zouden naar de kroonprinsen van de wetenschap gaan. Het was moeilijk om daar tussen te komen. Via een collega in Aachen kwam ik uiteindelijk in Eindhoven terecht. Hij vertelde over een open leerstoel op de Technische Universiteit. Ik kwam naar Eindhoven, hoorde dat ze me wilden hebben, en het was beklonken.”
“Ik kreeg daarna nog twee keer een uitnodiging om terug te gaan naar Duitsland. De eerste keer was al in 1974, er werd me een plek binnen de universiteit van Bremen aangeboden. Ik vond het verleidelijk maar besloot de situatie in Duitsland te taxeren. Die was toen nog niet zo liberaal, Nederland was daar verder in. De tweede uitnodiging kwam in 1985, vanuit de universiteit van Hannover. Daar heb ik heel lang over getwijfeld maar bleef in Eindhoven omdat ik hier al zoveel had opgebouwd. Ik wilde de leerstoel hier meer body geven, echt een instituut maken, daarvoor was ik gekomen. De vijftien jaar daarna waren de meest vruchtbare uit mijn carrière.”
‘Er is in die tijd veel veranderd’
“Dat merk je onder andere op de universiteit. Begrijp me niet verkeerd, ze hebben hun zaakjes goed op orde, maar ik denk dat ik als hoogleraar meer vrijheid had, dan de mensen die er nu zitten. Mijn ideeën zouden botsen met de huidige bestuurscultuur. Daar zitten capabele mensen bij maar het zijn er naar mijn idee te veel. Een hoogleraar met meer eigen verantwoordelijkheid, kan meer innoveren. Er zijn ook goede dingen veranderd, zo was ik in de jaren 80 bijvoorbeeld zelf verantwoordelijk voor het budget, dat is nu niet meer, dat is goed want dan raakt de wetenschapper niet meer verstrengeld in allerlei geldstromen en belangen.”
“De stad is ook veranderd. Strijp is een fantastisch initiatief. Alleen vind ik het wat te strak allemaal. Toen Strijp net omgebouwd werd, wilden ik en een aantal anderen een expositieruimte openen voor kunstenaar Jan van den Berg. Dat idee verzoop in de politiek. Uiteindelijk duurde het te lang waardoor van den Berg ergens anders naartoe is gegaan.”
‘Eindhoven mag wat wilder zijn’
“Er mag wat mij betreft meer aandacht naar de kunsten. Eindhoven zou wat dat betreft wel een Wim Pijbes (voormalig directeur van het Rijksmuseum in Amsterdam) kunnen gebruiken. Rudi Fuchs is zo iemand, een Eindhovenaar nota bene. In zijn tijd bij het Van Abbe Museum heeft hij echt iets moois opgebouwd.”
‘De Nederlander is een handelaar zonder eigengemaakte waar’
“Dat vond ik typisch aan de Nederlander. Hij denkt altijd vanuit het commerciële. Opvallend, want er zijn niet veel producten van eigen bodem. Vergelijk het met Duitsland, daar kun je zo ongeveer alles Duits krijgen: Duitse auto’s, Duits staal noem maar op.”
“Waar jullie wel veel van hebben, zijn topacteurs: Pierre Bokma bijvoorbeeld maar ook theatermensen als Ivo van Hove en Johan Simons. Die zitten hier uren in de bus om in het theater te kunnen spelen. In Duitsland zijn er grote theaters, gesubsidieerd door de overheid, dat zien we hier steeds minder omdat er geen winst te halen valt. Dat is jammer.”
“Maar de Nederlander en Eindhovenaar is een open mens. Iemand waarmee je makkelijk aan de praat raakt. Toen ik hier als Duitser kwam in 1971, nog geen drie decennia na de oorlog, werd ik met een open hart ontvangen. Ik had heel goed begrepen als er ooit iemand een opmerking gemaakt had over mijn afkomst, maar geloof me, ik werd ontvangen met een open mind en een open hart.”
Dinsdag verschijnt het volgende interview met een expat op de site. Bekijk hier alle artikelen in de serie over expats in Eindhoven.