Beleidsmakers en praktijkmensen hebben dringend kennis nodig over de voordelen, de impact en de risico’s van stadslandbouw. Hierdoor kunnen ze beleid maken om de goede kanten van stadslandbouw te bevorderen en de problemen ervan te verminderen. Om dat voor elkaar te krijgen steekt de EU 5 miljoen euro in een Horizon Europe-project dat hulpmiddelen creëert om slimme beslissingen te nemen over welke regels geschikt zijn voor stadslandbouw.
De Vrije Universiteit Amsterdam (VU Amsterdam) neemt het voortouw in dit project, dat de naam FOODCITYBOOST heeft gekregen. Milieuwetenschappers Nynke Schulp, Peter Verburg en Pierre Chopin coördineren het project en werken samen met negentien partners verspreid over Europa. Het project wordt geleid door het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM), afdeling Environmental Geography en start volgende week, op 1 januari 2024.
Negatieve impact
Europa’s landelijke en stedelijke gebieden hebben volgens een toelichting van de VU te maken met toenemende negatieve gevolgen van klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, niet-duurzaam gebruik van hulpbronnen en een groeiende kloof tussen burgers uit stedelijke en landelijke gebieden. Deze lange termijn ontwikkelingen bedreigen de duurzaamheid van stedelijke ontwikkeling en de bijbehorende voedselsystemen. In steden in Europa zijn verschillende soorten stadslandbouw opgedoken, zoals tuinen op daken of verticale landbouw. Deze slimme ideeën kunnen helpen om goed om te gaan met de grote problemen die er zijn.
Het hulpmiddel dat in FOODCITYBOOST wordt ontwikkeld, geeft informatie over hoe goed stadslandbouw werkt op het gebied van milieu, sociale zaken en economie in steden, regio’s en de EU.
Zes casestudies
FOODCITYBOOST werkt samen met honderd belanghebbenden uit zes casestudies, met een aanpak gebaseerd op ‘living labs’. Deze aanpak maakt het mogelijk te leren van regio’s en steden in heel Europa, waar stadslandbouw goed functioneert en wordt ondersteund door regionaal beleid. FOODCITYBOOST brengt expertise samen op het gebied van sociale wetenschappen en geesteswetenschappen, landensystemen, stadslandbouw en levenscyclusanalyse. Hierdoor wordt de basiskennis over stadlandsbouw verder uitgebreid.