Een rapport van het Europees Milieuagentschap heeft de erbarmelijke staat van textielafvalbeheer in Europa onthuld. Alleen al in 2020 produceerde Europa 6,95 miljoen ton textielafval – 16 kilo per persoon – maar slechts 12% werd op de juiste manier gerecycled of hergebruikt. Dit alarmerende gegeven heeft de EU ertoe aangezet om baanbrekende regelgeving in te voeren die gescheiden inzameling van textielafval tegen 2025 verplicht stelt. Het huidige systeem, waarbij het meeste gebruikte textiel wordt weggegooid bij het algemene afval en wordt verbrand of gestort, is niet duurzaam. De drang naar een betere sorteer- en recyclinginfrastructuur is urgent nu Europa de milieu-impact van zijn mode-industrie onder ogen ziet.
Waarom dit belangrijk is:
Volgend jaar wordt de EU-kaderrichtlijn Afval van kracht, die het afvalbeheer in het hele blok aanpakt. Textielafval is een van de gebieden waarop EU-landen een grotere inhaalslag moeten maken.
De impact van dergelijk afval op het milieu is aanzienlijk. Textiel heeft een aanzienlijke koolstofvoetafdruk door de energie-intensieve processen die betrokken zijn bij de productie, van het verbouwen van vezels zoals katoen tot de chemische behandelingen die tijdens de productie worden toegepast. Wanneer deze materialen niet worden gerecycled of hergebruikt, worden de milieukosten nog hoger. Om dit aan te pakken, verplicht de EU Kaderrichtlijn Afval (KRA) de lidstaten om tegen 2025 systemen voor gescheiden textielinzameling te implementeren.
De circulariteit van textiel begrijpen
Inzicht in het verschil tussen hergebruik en recycling is essentieel bij het aanpakken van textielafval. Hergebruik houdt in dat artikelen opnieuw worden gebruikt zoals ze zijn, wat duurzamer is dan recycling, waarbij producten worden afgebroken om er iets nieuws van te maken. Hergebruik behoudt de waarde en de energie die in het oorspronkelijke productieproces is geïnvesteerd, vandaar dat het beter is voor het milieu. De cijfers van het Europees Milieuagentschap laten zien dat de EU nog een lange weg te gaan heeft om het potentieel van hergebruik te maximaliseren.
Het gemiddelde inzamelingspercentage voor textielafval in Europa is slechts 12%, wat aangeeft dat het grootste deel van het textielafval gemengd stedelijk afval is. Momenteel hebben de meeste EU-lidstaten systemen om herbruikbaar textiel in te zamelen, maar de infrastructuur voor recycling is onvoldoende ontwikkeld. De Europese Commissie heeft een herziening van de Kaderrichtlijn Water voorgesteld om uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel in alle lidstaten verplicht te stellen.
Ondanks de voorgestelde veranderingen zijn er zorgen over de interpretatie van gegevens over textielafval door het gebrek aan geharmoniseerde rapportagemethoden in heel Europa. Deze discrepantie kan leiden tot problemen bij het beoordelen van de werkelijke omvang van het probleem en de effectiviteit van geïmplementeerde oplossingen. Het EMA stelt dat er behoefte is aan geharmoniseerde definities en rapportagepraktijken voor gebruikt en afgedankt textiel om het beheer te verbeteren.
Uitdagingen voor de toekomst: kwaliteit, capaciteit en rapportage
De overgang naar een systeem van gescheiden inzameling kan ook leiden tot een onbedoeld gevolg: een verminderde kwaliteit van ingezameld textiel. Als de hoeveelheden toenemen, kan het voor sorteerfaciliteiten moeilijk worden om hoogwaardige output te behouden die geschikt is voor hergebruik of hoogwaardige recycling. Bovendien is de bestaande infrastructuur nog niet berekend op de verwachte hoeveelheid textiel. Volgens huidige schattingen kan de EU jaarlijks ongeveer 1,5 miljoen ton gebruikt textiel en textielafval opslaan. De totale hoeveelheid textielafval is echter veel groter dan deze capaciteit.
Bemoedigender is dat de EU 17 textielrecyclingbedrijven telt die naar verwachting tegen 2025 jaarlijks tussen de 1,25 en 1,3 miljoen ton vezels zullen recyclen. De industrie is klaar om te groeien, met mechanische recycling die naar verwachting 1 miljoen ton zal verwerken en chemische recycling rond de 250.000 ton. Deze ontwikkelingen zijn cruciaal voor de ambitie van de EU om over te stappen op een circulaire economie waarin producten zo lang mogelijk in gebruik blijven.
Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en de sociaaleconomische invalshoek
Als deel van de oplossing zijn de door de Europese Commissie voorgestelde geharmoniseerde regels voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (EPR) voor textiel bedoeld om de industrie te verschuiven naar duurzame praktijken. Deze regelgeving zou subsidies kunnen omvatten voor textielreparaties die worden gefinancierd uit EPR-heffingen en belastingverlagingen voor reparatie- en hergebruikpraktijken. Dergelijke maatregelen zouden de hoeveelheid afval verminderen en sociaaleconomische voordelen bieden door banen binnen de EU te creëren in plaats van uit te besteden aan regio’s met lagere arbeidskosten.
Er zijn sterke argumenten om hergebruik en reparatie te stimuleren in plaats van recycling. Hergebruik verlengt de levensduur van het product, vermindert de vraag naar nieuw textiel en vermindert de milieubelasting. Reparatiepraktijken kunnen ook een verschuiving in consumentengedrag stimuleren, waardoor een cultuur ontstaat waarin we waarderen en onderhouden wat we al bezitten.
De verschillen in gegevens over gegenereerd en ingezameld textielafval vormen echter een grote uitdaging. Deze kunnen voortkomen uit verschillende interpretaties van wat afval is versus gebruikt textiel. Om hier iets aan te doen, wordt er gevraagd om een betere en gestandaardiseerde rapportage over de manier waarop textiel wordt ingezameld en klaargemaakt voor hergebruik. Dergelijke maatregelen zouden een duidelijker beeld geven van het textielbeheer in heel Europa.