Recyclebare koffiebekertjes, biologische rabarberlimonade, blauwe aardappelen met kwark en suikerarme taart. Microsoft had bij de omlijsting van zijn symposium “2039 Explained” in Berlijn deze week duidelijk goed nagedacht over een aantal maatschappelijke ontwikkelingen en toekomstige uitdagingen voor de mensheid. Toch was een van de eerste conclusies van de bijeenkomst dat deze net zo goed 2030 of 2050 Explained had kunnen heten, omdat zover in de toekomst kijken onmogelijk is.
“Een paar jaar vooruit kijken is al lastig”, zegt bijvoorbeeld de Nederlander Patrick van der Smagt, hoofd onderzoek kunstmatige intelligentie (KI) bij Volkswagen. De datum 2039 is wat hem betreft volledig uit de lucht gegrepen. Wie had bijvoorbeeld 20 jaar geleden gedacht dat de smartphone zo’n ontwikkeling zou doormaken. Op sommige vlakken kan het volkomen onverwacht razendsnel gaan, terwijl op andere vlakken de tijd lijkt stil te staan.
Neuroloog Christoph von der Malsburg van het Frankfurt Institute for Advanced Studies is het daar grotendeels mee eens. “Iedereen is tegenwoordig vol van “deep learning”, maar als je achter de schermen je oor te luister legt, zijn de experten veel minder overtuigd. Zelfrijdende auto’s worden door hen pas verwacht over 30 tot 50 jaar, en “echte” KI met robots die niet alleen kunnen denken maar ook voelen. Dat duurt nog 300 jaar. Met andere woorden, het zal nooit gebeuren.”
Machines intelligenter dan mensen
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er niks gaat veranderen. Integendeel. Von der Malsburg beschrijft KI als een sluipend proces. De eerste rekenmachines werden ook gezien als vorm van kunstmatige intelligentie. Hetzelfde gold voor de eerste schaakcomputer die het opnam tegen mensen (deep blue) en de mobiele telefoon. Maar zodra iets mainstream wordt, dan is het plots een doodnormaal apparaat, waarbij de de beschrijving “intelligentie” wegvalt.
Welke kant gaat het op met de kunstmatige intelligentie ? Von der Malsburg gelooft dat voelende robots weliswaar nog ver weg zijn, maar denkende robots zijn daarentegen veel dichterbij dan we denken.
“Feitelijk gaan de meeste wetenschappers er nog altijd van uit dat ideeën alleen kunnen voortkomen uit het menselijk brein en en dat robots alleen maar kunnen rekenen. Maar er komt een moment dat computers wordt toegestaan creatief te zijn en dan zal het snel gaan”, volgens Von der Malsburg. “Er komt een moment dat autonoom opererende machines intelligenter zijn dan wij. De tweede of derde generatie zullen we niet meer onder controle hebben.”
Mixed reality
De Microsoft-bijeenkomst bevatte dus wel degelijk een flinke portie sciencefiction, en het Amerikaanse technologieconcern Microsoft heeft daar natuurlijk zelf ook zo zijn gedachte over. Wederom, ook Microsoft kan niet precies zeggen wat ons over 20 jaar te wachten staat, zegt Tanja Böhm, de baas van Microsoft Deutschland.
Het concern heeft echter wel een behoorlijk goed idee wat er de komende vijf tot tien jaar op ons af komt. Michael Zawrel, senior product manager bij Microsoft, ziet geen plotselinge kwantumsprong. Hij pakt er een grafiek bij die laat zien dat technologische revoluties vaak in fases verlopen.
Eerst is er voor elke technologie een ontwikkelingsfase, dan komt er een hype en vervolgens een fase dat een technologie bij de media en het publiek praktisch in vergetelheid raakt. En juist dat is het moment van de echte revolutie en de fase dat technologieën langzaam maar zeker beschikbaar komen voor de massa.
Na hype komt eerst vergetelheid, pas dan de revolutie
Die fase heeft volgens Zawrel nu “mixed reality” bereikt. De hype-fase rondom mixed reality – waarbij de virtuele wereld treft op de digitale wereld – was een paar jaar geleden met Pokémon-go toen mensen overal in de wereld virtuele pokémons probeerden te vangen in de analoge wereld. Het was ook de tijd van de eerste Google-glasses en Microsoft-hololenzen, die met veel spanning werden ontvangen.
Maar al snel verdwenen de “toegevoegde realiteitsbrillen” bij het grote publiek naar de achtergrond. Te duur en te vermoeiend waren enkele van de typeringen. De hype was voorbij. Maar dat was volgens Zawrel precies het moment dat zinvolle toepassingen begonnen te komen.
De volgende generatie computerbrillen zullen de doorbraak opleveren. Daar is hij zeker van. Hij ziet een toekomst voor zich waar bijna iedereen zo’n bril heeft. Er zullen medische operaties mee worden verricht, ze zullen worden gebruikt bij het in elkaar zetten van een Ikea-kast of het op afstand geven van technische aanwijzingen bij het repareren van machines.
Machines die lijken op mensen
Sirko Pelzl, CEO van startup Apoqlar, is een bijvoorbeeld van een ondernemer die software heeft ontwikkeld voor de hololens die het chirurgen makkelijker maakt operaties uit te voeren. Hij toonde dat tijdens de bijeenkomst. En ook in de auto-industrie zie je steeds vaker mensen met computerbrillen door de fabriek lopen.
Misschien is dat wel wat ons in 2039 te wachten staat: machines lijken steeds meer op mensen en mensen lijken steeds meer op machines.