“Op 24 februari, ook de onafhankelijkheidsdag van Estland, veranderde de wereld voor altijd”, zegt Lauri Kuusing, de Estse ambassadeur in Nederland tijdens de officiële inauguratie. “In goede tijden moet je vrienden hebben en vriendschappen opbouwen. Wij zijn dan ook blij met onze vriendschap met Peter Kentie die in de loop der jaren is opgebouwd. Wij zullen samen de uitdagingen en kansen aangaan.”
Het eervolle moment voor Kentie, in het dagelijks leven directeur van citymarketingorganisatie Eindhoven365, werd omkleed met een uitgebreid programma. Voor een Estse handelsdelegatie en een aantal genodigden was er op de High Tech Campus in Eindhoven een programma opgesteld met onder meer presentaties over deze “slimste vierkante kilometer Europa”, waar open innovatie centraal staat. Ook presenteerden de Estse campussen Tehnopol, Taltech University en Tartu Science Park zich en pitchten Estse start-ups hun ondernemingen. De dag was vooral bedoeld om contacten te leggen tussen beide landen.
‘Geen tijd om feest te vieren’
Eindhovens burgemeester John Jorritsma tekende in zijn toespraak tot de nieuwe Estse honorair consul aan dat het “eigenlijk geen tijd is om feest te vieren. We zijn hier bij elkaar om Peter te feliciteren, maar de oorlog tussen Rusland en de Oekraïne maakt ons klein. Het maakt dat we bezorgd zijn.” Die bezorgdheid gaat niet alleen uit naar de Oekraïne, maar ook naar de Baltische Staten. “Die zijn kwetsbaar met een buurland als Rusland.”
Just ESTonishing
Aanleiding voor de dag is de “disruptive hobby” van Kentie, die uitgroeide uit het krachtige merk ‘Estland’. In 2014 besloot de citymarketeer te gaan onderzoeken of de methode die hij toepaste bij de ontwikkeling van het merk Eindhoven, dat is gebaseerd op open source en co-creatie, ook op een soortgelijke plek zou werken. Hij kwam uit op Estland.
“Ongevraagd en zonder opdracht heb ik de campagne en het merk gebaseerd op ‘EST’; een deel van de landsnaam.” De Esten omarmden zijn campagne “just ESTonishing”. In no time was het overal te zien. Kentie gaf het concept de Esten in 2016 cadeau. Sindsdien is er een vruchtbare samenwerking en zijn er vriendschappen ontstaan. Dat werd afgelopen dinsdag bezegeld met de benoeming tot honorair consul; ‘Economische diplomatie’, zoals Kentie het noemt.
Kijk hier naar Peter Kentie’s TED-talk over An estonising gift from Holland
Interactie
Naast de ambassadeur was ook de Estse minister van Ondernemerschap en ICT, Andres Sutt bij deze dag aanwezig. Volgens minister Sutt zijn juist dit soort interacties nodig om de mensheid verder te brengen. “Hoe meer wij met elkaar omgaan -en vooral in deze dagen- hoe beter we met technologie de wereld een betere plek kunnen maken.”
Daarom is het voor de minister erg belangrijk dat er mensen zijn zoals Peter Kentie. “Mensen die fan zijn van Estland, mensen die weten wat er speelt in Europa, én lokaal. Mensen die ons kunnen helpen de juiste verbindingen te leggen. Ik geloof er echt in dat hoe meer interactie er tussen mensen op de verschillende niveaus van onderzoek en ontwikkeling is, hoe meer kansen dat het bedrijfsleven zal bieden.”
Qua oppervlakte zijn Estland en Nederland vergelijkbaar. De Baltische staat heeft wel beduidend minder inwoners; 1,3 miljoen, tegenover 17,4 miljoen Nederlanders. Sinds 1991 is Estland onafhankelijk van Rusland, waar het land in het oosten aan grenst. Vanaf die onafhankelijkheid ontwikkelde het land zich tot een van de meest gedigitaliseerde landen van Europa. Met een continu gevaar van Russische hacks.
Pragmatisch
Het land slaagde erin elke Est een digitale identiteit te verstrekken. Bijna honderd procent van de diensten zijn gedigitaliseerd. Zo meldt de verpleegkundige in het ziekenhuis een baby aan. Het systeem ziet waar de moeder werkt en op welke middelen zij recht heeft. “Tegen de tijd dat ze thuiskomt, staat de toeslag op haar rekening”, duidt Jonas Onland, programmaleider Digitale Transformatie & Europa en moderator van de dag. “Het is zo ingericht dat iedereen altijd kan zien wie de gegevens heeft bekeken.”
Voor zijn werk leerde Onland Estland intens kennen, zegt hij. “De Esten denken heel systemisch: hoe wil je met elkaar leven? Dat hebben ze vertaald naar wetgeving en de technologie. De mens staat centraal en alle diensten van de overheid zijn daarop ingericht. Er is een heel pragmatische cultuur.”
Stemmen gaat er bijvoorbeeld digitaal. Kentie: “Een Nederlander zegt dan gelijk: ‘Je wordt gehackt.’ De Esten zeggen: ‘Dat klopt, maar dat is niet erg.’ Ze hebben het zo ingericht dat je oneindig vaak kunt stemmen tot één minuut voor sluiting van de stemmen. Ben je gehackt, kun je het meteen veranderen – al is dat nog niet voorgekomen.”
Vijfentwintig Unicorns
Estland is zo ingericht dat bureaucratie zoveel mogelijk wordt vermeden, zegt de Este minister Sutt. “Ik geloof er heilig in dat de overheid niet in de weg moet staan. Je moet wel grenzen stellen, maar dan moet je bedrijven laten groeien.”
Volgens Sutt kunnen Estland en de Brainportregio elkaar aanvullen. “Wij zijn sterk in het softwaregedeelte. Beide hebben we hardware nodig. Er liggen mooie en praktische kansen om samen te werken.”
Net als in de Brainportregio groeit het aantal start-ups in Estland. Een verschil is er wel: Estland loopt voorop in het aantal start-ups dat uitgroeit tot een unicorn. Tot nu toe bereikten tien start-ups een waarde van een miljard euro. Het hoogste aantal in Europa.
Voor Sutt is het simpel. “Het is als het winnende lot uit de loterij. Om het te winnen moet je het wel kopen. En om het te kopen moet iemand wel een loterij hebben. Dat is precies wat we in Estland doen: we hebben een loterij en de kaartjes zijn gratis. Het is een uitnodiging om te komen innoveren, uitproberen en te experimenteren.”
De minister heeft de ambitie om in 2025 het aantal unicorns naar vijfentwintig te brengen. “Mensen verklaarden me voor gek. Maar het zou zomaar kunnen gebeuren; we hebben nog even. Je moet een ambitie hebben en dan volgt de rest.”
Een betere wereld
Ook investeert Estland in educatie. “Het is het fundament van onze mensen en talenten”, zegt Raido Lember van het Estse AES Invest. Volgens Lember is de sleutel voor het Estslands succes de mentaliteit dat jonge mensen de wereld kunnen veranderen. “Dat is echt de vonk die door het land gaat. Jonge mensen die proberen grote bedrijven te starten. In andere landen zeggen kinderen later brandweerman te willen worden. Bij ons willen ze een start-up opzetten, om daarmee de wereld te veranderen naar een betere.”
Onder de Estse delegatie is ook start-up Auvetech, dat zelfrijdende voertuigen en autonome transportsystemen ontwikkelt. Paula Johanna Adamson, Chief Sales Officer bij het bedrijf, test en werkt al zo’n drie weken aan hun vervoersmiddelen op het Future Mobility Park in Rotterdam. “Nederland voelt al een beetje al thuis voor ons. Het is hier heel vergelijkbaar met Estland. Ook is het op innovatie gericht. Hier hebben we de kans om onze oplossingen echt te testen en te demonstreren. Alle verbindingen die we hier maken, blijken zijn vruchten af te werpen.”
Ontmoetingen
Ambassadeur Kuusing is sinds september vorig jaar in Nederland en merkt dat de gesprekken vooral gaan over de digitale footprint van Estland. “Maar op het diplomatieke front zijn we nog niet zover. Onder meer door beperkte middelen. We zijn blij dat we kunnen vertrouwen op ons netwerk van honorair consuls. Daarom verwelkomen we Peter Kentie van harte als nieuw teamlid.”
Kentie ziet de rol als honorair consul als een economische diplomaat. Hij wil vooral de Nederlandse en Estse campussen, science parks en bedrijven bij elkaar brengen. “Onze spreekkamer bij Eindhoven365 fungeert vanaf nu als kantoor voor het consulaat van Brabant en Limburg. Ik ben er om de bedrijvigheid en de kennisuitwisseling over high tech tussen deze twee landen uit te breiden en start-ups mee te ontwikkelen. Komt er iemand die zijn paspoort is verloren, dan stuur ik die naar de ambassade in Den Haag.”
Zijn inauguratie was al een zo’n moment dat mensen bij elkaar bracht. “Het mooiste zou zijn dat als iemand van Taltech University bijvoorbeeld praat met iemand van de High Tech Campus. Die ontmoetingen mogelijk maken, is mijn rol als economisch diplomaat.”