Author profile picture

Met een grote glimlach neemt Auke plaats achter zijn scherm, vandaag hoeft hij zich niet boos te maken over onzin verbanden of energieslurpende crypto’s. “Nee, we gaan het hebben over iets bijzonders. Ik denk meteen: ‘wauw, het gaat echt de goede kant op’. Met deze relatief nieuwe techniek kun je meer duurzame energie via een kabel door de oceaan vervoeren.”

Hiermee doelt Auke op de 634 kilometer lange onderwaterkabel, die Noorse hydro-elektriciteit naar het Duitse energienet vervoert. De kabel die onlangs in gebruik werd genomen is op dit moment nog de langste elektriciteitskabel onder water en kostte bijna 2 miljard euro. Maar later dit jaar wordt alweer een langere kabel in gebruik genomen tussen Noorwegen en Engeland. De kabels hebben een potentiële capaciteit van 1.400 megawatts.

Maar er lopen toch al veel meer kabels onder water, wat is hier nu zo bijzonder aan?

“Ja, klopt. Maar de kabels die er nu liggen zijn gebaseerd op wisselstroom, hierbij wisselt de spanning van plus naar min. Omdat water geleid en als het ware meebeweegt met deze spanningswisselingen, verlies je veel energie. Hier hebben ze een slimme truc op gevonden die werkt op basis van gelijkstroom. Dezelfde stroom die ook uit een accu of batterij stroomt. Je kunt hiermee hogere voltages door een kabel sturen en hebt minder last van het geleidende effect van het water, waardoor er minder energie verloren gaat”, legt Auke uit.

Zo is het energieverlies onder water bij gelijkstroom zo’n 3,5 procent per 1000 kilometer. Dus hoe verder je de kabel doortrekt, hoe meer energie er verloren gaat. Volgens Auke is dit verlies met de huidige kabels een stuk hoger. Hij buigt zijn hoofd naar het computerscherm en begint druk te typen. Na een paar minuten fronsen, begint hij in zichzelf te mompelen over capaciteit, hoe zout het water is en iets over de interactie tussen kabel en water. Dan begint hij heftig te knikken: “Ja, ja. Ik moet natuurlijk geen onzin gaan roepen.”

Hallo? Auke, ben je daar nog?

Auke veert op en kijkt recht in de camera: “Sorry, Ik wil meteen weten hoe het zit. Maar ik vrees dat ik hier wat langer op moet studeren, het heeft met zoveel verschillende factoren te maken. Hoe lang is de kabel? Hoe zout is het water? Welke voltages gebruik je? Ik kan er niet gelijk een gemiddeld getal of percentage aan hangen. Maar het verlies is minstens twee keer zo groot vergeleken met gelijkstroom. Onder water zelf nog veel groter dat weet ik zeker.”

En die 1.400 megawatts hebben we daar genoeg aan?

Een spottend lachje kan hij niet onderdrukken. “De hele lijn kan net zoveel energie aan als één enkele kolencentrale. We vinden onszelf nu heel wat, maar hiermee kun je Nederland en Duitsland niet van energie voorzien als het hier bijvoorbeeld niet waait. Je zou die kabels wel kunnen verdikken om er meer groene energie doorheen te sturen, maar dit wordt ontzettend duur. Bovendien nemen ze veel ruimte in beslag, niemand wil zoiets door z’n achtertuin.”

Maar toch kan zo’n kabel wel degelijk verschil maken: “Deze techniek moet nog verder groeien. Als dat gebeurt, dalen de prijzen en zul je het vaker terugzien. We kunnen nu duurzame energie met minder verlies verplaatsen naar gebieden waar op dat moment een tekort is.”

Dit verplaatsen van energie ging met fossiele brandstof een stuk gemakkelijker, betoogt Auke. “Gooi een trein vol kolen en je hebt per kilo veel energie die makkelijk te vervoeren is. Hetzelfde geldt voor olie: pomp een schip vol en stuur dat over de oceaan. Dat werkt perfect. Nu er steeds meer duurzame energie wordt opgewekt, moeten we dit anders doen. Uit de wind en de zon krijg je geen goede brandstoffen, maar elektriciteit. Dat is een stuk ingewikkelder om te vervoeren. Hierbij geldt: hoe verder je van de bron afgaat, hoe meer je verliest.”

Is daar een oplossing voor?

“Eigenlijk wil je veel meer vervoeren dan die 1.400 megawatts. In de Sahara bijvoorbeeld is veel meer te halen qua zonopbrengst. Alleen een kabel trekken om groene energie over die afstand met voldoende capaciteit wordt gewoon heel erg duur. Dus eigenlijk heb je een brandstof of energiedrager nodig die makkelijker te vervoeren is. Zoals waterstof bijvoorbeeld”, Auke verdwijnt weer voor een speurtocht op internet. Even later heeft hij gevonden wat hij zocht. “Een pijpleiding kan tot wel 66000 MW aan energie aan, veel meer dan een kabel. Natuurlijk heb je verlies bij het omzetten naar waterstof en weer terug naar energie. Maar als je groene energie in hele grote hoeveelheden en maar ver weg genoeg haalt, wordt een pijpleiding wel goedkoper.”

Ondanks het enorme capaciteitsverschil, is het nog geen uitgemaakte zaak denkt Auke. “Het hangt af van hoe de prijs van waterstof ontwikkelt, hoeveel energie er beschikbaar is in het totale netwerk. En of de gelijkstroom technologie nog sprongen zal maken. Dit zouden we bij NEON heel mooi in kaart kunnen brengen.”