Het verduurzamen van de mobiliteit voor heel Europa is een enorme opgave. Om deze taak uit te voeren is recentelijk het EIT (Europees Instituut voor Technologie en Innovatie) Urban Mobility opgericht. Deze organisatie – waarvan de Innovatie Hub West zich sinds mei op de Automotive Campus in Helmond bevindt – werkt aan mobiliteitsoplossingen om de leefbaarheid in Europese steden te verbeteren. Edwin Heesakkers, de nieuw aangestelde directeur van de Innovatie Hub, vertelt over hoe veranderingen in onze steden tot stand komen. En over de uitdagingen die hierbij komen kijken.
Europa als geheel
De Europese Unie investeert in kleine- en grootschalige innovatieve projecten op het gebied van onder andere klimaat, energie, digitalisering en mobiliteit. Het doel van de initiatieven is om op deze beleidsterreinen op Europees niveau te innoveren, en als geheel de werkgelegenheid te laten groeien. Zo maakt de EU de komende zeven jaar 400 miljoen euro beschikbaar voor EIT Urban Mobility – het nieuwste programma binnen het overkoepelende EIT – om tot verduurzaming van de mobiliteit in Europese stedelijke gebieden te komen. Een belangrijk aspect hierbij is het wegnemen van bijkomende problemen in groeiprocessen.
Kennisdriehoek
Om de enorme taak van het implementeren van de Europese doelen op het vlak van mobiliteit toegewezen te krijgen, diende het Mobilus-consortium (een collectief van vijftig partners bestaande uit onder andere Europese steden, universiteiten en industriële bedrijven) in 2018 een voorstel in. In dit voorstel stond de onderlinge samenwerking tussen steden, bedrijven en onderwijsinstellingen centraal: de zogeheten ‘kennisdriehoek’. Deze samenwerking bleek voor de Europese beleidmakers het meest waardevol, en maakte zo de oprichting van EIT Urban Mobility mogelijk.
Omdat het om een Europabreed initiatief gaat, wordt het werkgebied binnen EIT Urban Mobility opgedeeld in zogenaamde Innovation Hubs. Edwin Heesakkers is sinds februari aangesteld als directeur van de Innovation Hub West. Het werkgebied van deze Hub beslaat Nederland, België, Luxemburg, Noord-Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Heesakkers: “Omdat onze innovatieprogramma’s zowel regionaal als Europabreed worden toegepast, hebben we een Nederlandse entiteit opgezet die West-Europa bediend. Zo kennen we nog vier andere Innovatie Hubs die Europa verder verdelen, en dat is ook de juiste werkwijze om de regionale krachten te kunnen bundelen. Het effect daarvan is dat de Europese belastingbetaler onze projecten in de regio kan zien en ervaren.”
Financiering
Het hoofdkantoor van EIT Urban Mobility bevindt zich in Barcelona. Daar wordt beoordeeld welke projecten worden geselecteerd voor aanvraag van financiering. Wanneer een Innovatie Hub succes heeft met een project, kunnen andere Hubs ervoor kiezen om het concept over te nemen en in andere steden toe te passen.
De hoogte van financieringsaanvragen liggen overigens niet vooraf vast; EIT Urban Mobility vraagt de financiering voor een project pas aan nadat het concept intern is goedgekeurd. Het concept wordt vervolgens meegenomen in het jaarlijkse businessplan dat door EIT aan de EU wordt gepresenteerd. Om te werken aan mobiliteitsverbeteringen tekende de organisatie onlangs een zevenjarig contract (met mogelijkheid tot verlenging van dezelfde termijn) bij het Europese bestuur. Daarnaast ontvangt EIT Urban Mobility investeringen van eigen partners en doet mee aan overkoepelende projecten van de Europese Unie.
In de praktijk
Dit is de werkwijze van EIT Urban Mobility in theorie. Maar hoe ziet het werk van de Innovatie Hub West er in de praktijk uit? Edwin Heesakkers vertelt: “Wij kunnen alleen tot innovatie komen door gebruik te maken van onze kennisdriehoek. Echter ligt onze focus ook ook op het betrekken van de burger bij veranderingen. Dat is de vierde component. Op sommige beleidsvlakken is sprake van een enorme kloof tussen beleidmakers en burgers. Om dit probleem het hoofd te bieden, wil ik programma’s samenstellen om burgers te betrekken bij innovaties en juist hen de verandering mede vorm te laten geven. EIT Urban Mobility bepaalt geen beleid, maar laat partijen samenwerken om tot zichtbare innovaties te komen.”
Investeren in onderwijs
Om dit te bereiken, is het volgens Heesakkers nodig om te investeren in onderwijs. Hiervoor is de Academy opgericht. “De studenten van vandaag zijn de gebruikers, ontwikkelaars en beleidmakers van morgen. Om de kennis over mobiliteit te vergroten, biedt EIT’s partner TU/e nu als één van de eerste universiteiten een masterstudie aan waarbij de focus ligt op stedelijke mobiliteit. Deze opleiding, die met enkele tientallen studenten wordt gestart, combineert materiaal uit bestaande studies met nieuwe elementen. De studie zal in de toekomst jaarlijks plaats bieden aan honderden nieuwe studenten. “Ook hier lopen we als Brainportregio voorop”.
Business Creation
“Een ander component van EIT Urban Mobility is Business Creation, oftewel het commercialiseren van oplossingen door het opzetten van start-ups. EIT Urban Mobility heeft daarvoor een model dat voorziet in financiering en begeleiding van startups, waarbij EIT Urban Mobility als aandeelhouder kan optreden. Succesvolle initiatieven kunnen zo via het hubnetwerk eenvoudig doorgroeien naar de andere regio’s.
Automotive Campus
“Dit is een van de redenen waarom wij onze intrek hebben genomen op de Automotive Campus in Helmond; de hotspot met lange historie en unieke automotive-kennis waar alles draait om vernieuwing in mobiliteit. Bovendien zijn de componenten uit onze kennisdriehoek er volop aanwezig. We kiezen er niet voor om vanachter een bureau oplossingen te bedenken, maar willen samenkomen in initiatieven die al bestaan. Zo kunnen we elkaar versterken en start-ups de gelegenheid geven zich bij ons te vestigen en mee te werken aan oplossingen. Dát gaat echt iets opleveren en maakt het ook weer tastbaar voor de burger.”
Verandering
Heesakkers is nu ruim twee jaar betrokken bij EIT Urban Mobility. Als voorbeeld van een innoverend lopend project noemt hij UMOS (Urban Mobility Operating System). Dit is een concept voor een open platform dat ervoor moet zorgen dat inwoners van een regio direct inzicht hebben in de beschikbaarheid van alle on demand mobiliteitsservices in hun omgeving. Heesakkers: “Door hier gebruik van te gaan maken, worden klanten ontzorgd bij hun zoektocht naar een tijdelijk transportmiddel zonder dat verschillende apps nodig zijn.
“Zo zijn er veel andere punten waar verbetering in mobiliteit mogelijk is. In steden wordt meer dan 50 procent van de publieke ruimte ingenomen door infrastructuur zoals wegen, rails en parkeerplaatsen. En dat terwijl 70 procent van Europeanen in de toekomst in stedelijke gebieden zullen wonen. We kampen nu al met te veel CO2-uitstoot, fijnstof en de nadelen van het gebruik van fossiele brandstoffen. Hierdoor ontstaat grote druk op de leefbaarheid binnen een stad, en wordt de rol van mobiliteit daarin nog belangrijker.
“De elektrische auto is hiervoor niet de oplossing aangezien deze nog steeds evenveel ruimte als traditionele auto’s in beslag neemt, maar kan wel een bijdrage leveren op het gebied van gebruik en opslag van energie. Om steden leefbaar te houden, dienen keuzes gemaakt te worden. In de laatste vijftig jaar stond de auto centraal als hét vervoermiddel in ons leven. Het is een teken van vrijheid van voortbewegen geworden. Echter kunnen we ons afvragen of dit in de toekomst nog het geval zal zijn. Steeds meer steden besluiten om delen van het centrum af te sluiten voor autoverkeer. En stimuleren het gebruik van openbaar vervoer, wandelen of fietsen, om zo meer plaats voor groen en beweging te maken. EIT Urban Mobility werkt mee aan zulke oplossingen om de leefbaarheid in onze steden te verbeteren. Nu en in de toekomst.”
Lees hier meer over EIT Urban Mobility
Lees hier meer over de Automotive Campus