In Eindhoven moet een dekkend netwerk komen van apparaten die met elkaar zijn verbonden en de data die ze verzamelen delen. Om ervoor te zorgen dat dit internet of things (IoT) er komt, is vanavond om 19.00 uur de officiële kickoff van het netwerk, bij Match in het VDMA-gebouw.
Steeds meer apparaten om ons heen verzamelen en verwerken data. Het begon met computers, laptops en smartphones, maar inmiddels zijn ook wasmachines, koelkasten, gehoortoestellen en pacemakers ‘connected’. Samen vormen die apparaten het zogeheten internet of things.
Amsterdams initiatief
In diverse steden zijn initiatieven ontstaan om een open netwerk van apparaten op te zetten. Het eerste in Nederland is in Amsterdam. Daar wordt gewerkt aan The Things Network, een datanetwerk dat de hele stad beslaat. Je zou denken dat hiervoor bekende technologieën als wifi of 3g worden gebruikt, maar deze hebben als nadeel dat de benodigde chips veel stroom verbruiken, slechts op korte afstand werken of een mobiel abonnement nodig hebben. Daarom wordt het LoRaWAN-protocol gebruikt. Dit is kan maar weinig data verwerken, maar heeft daarom ook maar weinig stroom nodig en heeft een groot bereik. Bovendien is de benodigde apparatuur om een LoRaWAN-netwerk op te zetten relatief goedkoop, waardoor de drempel laag is om mee te doen en het netwerk verder uit te breiden.
Een aantal partijen in Eindhoven wil nu ook hier zo’n netwerk aanleggen. De eerste stappen voor het Eindhovense internet of things zijn al gezet met de plaatsing van twee antennes. Eentje staat in het Klokgebouw en is geplaatst door Mark van der Net van OScity. De andere is van MAD emergent art center en staat op het Social Lab-gebouw aan de Don Boscostraat. De antennes hebben een bereik van 5 tot 7 kilometer.
Volgens René Paré van MAD wordt het Eindhovense IoT een open netwerk. Allerlei sensoren en activatoren kunnen ermee worden verbonden. De verzamelde data wordt via een openlijk toegankelijke gateway beschikbaar gesteld. Door middel van meetups en hackathons worden nu de benodigde software, servers en sensoren ontwikkeld en aangesloten op het netwerk.
Bottom up
Volgens Paré is het de bedoeling dat via die sensoren data over allerlei zaken in de stad verzameld wordt. Denk daarbij aan trillingen, geluid, licht, opengaande poortjes etc. Paré: “We bouwen de smart city bottom up.” Volgens de MAD-kartrekker is het Eindhovens internet of things een bewonersinitiatief dat complementair is aan bestaande smart city-initiatieven, zoals het Living Lab Stratumseind, waar allerlei data rondom het Eindhovense uitgaansgebied wordt verzameld. “En het mooie is dat je dit aan de keukentafel zelf kunt bouwen en het voor een heleboel toepassingen interessant kan zijn.”
Tijdens de bijeenkomst in het VDMA-gebouw, wordt de officiële kickoff gegeven van het Eindhovense netwerk. Sander Veenhof vertelt er over zijn project Internet of Anonymous Things dat allerlei apparaten data laat verzamelen en bezoekers laat raden om wat voor apparaat het gaat. Johan Stokking van The Things Network vertelt hoe het netwerk er nu voor staat. Daarnaast zijn er presentaties van Lorna Goulden (Creative Innovation Works) en Oscar Kneppers (Rockstart).
Op de foto: Eerste hackathon voor een Eindhovens IoT-netwerk. Foto: René Paré/MAD