De belangrijkste opgave is ingevuld, zeggen burgemeester en wethouders over de vandaag ingediende begroting voor de komende jaren: “een sluitende, maar ook realistische begroting”. Maar ruimte voor ambities is er daardoor niet. Een lastenverhoging en aanvullende maatregelen zijn volgens het college nodig om de basis op orde te brengen en om onvermijdelijke ontwikkelingen op te kunnen vangen. Vanaf 2020 verwacht het college dat er weer ruimte is om nieuwe ambities te overwegen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, ruimte, mobiliteit en leefbaarheid.
Het is een vreemde gewaarwording: juist in een periode waarin veel economische seinen op groen staan voor publieke en private investeringen, waarin het economisch goed gaat met de regio en waarin het Rijk via Brainport Nationale Actieagenda en Regiodeal extra steun biedt, moet de gemeente de nadruk leggen op het snoeien in de kosten. Wethouder Marcel Oosterveer: “Voor deze begroting zijn zorgvuldige keuzes gemaakt waarmee er een solide fundament ligt. Op dat fundament kan Eindhoven de komende jaren het evenwicht terugvinden en de kansen grijpen die er zijn. We gaan samen strak sturen op het naleven van de afspraken die we met elkaar maken over de inzet van onze budgetten.”
Een deel van de overschrijdingen in het sociaal domein is volgens het college (dat er nu een half jaar zit) te verklaren door een laag budget in de vorige begroting. Het college heeft daarom het budget voor het sociaal domein verhoogd naar het gemiddelde niveau van de grote gemeenten. Tegelijkertijd worden maatregelen genomen om de uitgaven in het sociaal domein te verminderen.
De OZB gaat omhoog, waardoor de lokale lasten op het niveau van de 40 grote gemeenten komen. Dit levert de gemeente 14 miljoen per jaar op. Naast het verhogen van de lokale lasten, wil Eindhoven een indexering van 1% op subsidies en goederen en diensten zetten. Ook de gemeentelijke organisatie gaat verder met het versoberen en het temporiseren van uitgaven. Het resultaat van de financiële maatregelen is een begroting “waarvan de basis op orde is en die naar verwachting vanaf 2020 duurzaam in evenwicht is”. Het college verwacht niet meer de uitschieters in de jaarrekening te zien zoals in de afgelopen jaren. Wel moet het college constateren dat door de hardnekkige financiële problematiek er in 2019 nog geen ruimte is voor de intensiveringen die in het coalitieakkoord zijn aangegeven.
De gemaakte afspraken op het gebied klimaat en energie, ruimte en mobiliteit, leefbare stad en wijken en op het gebied van bedrijfsvoering blijven overeind, maar van intensivering op dat vlak is vooralsnog geen sprake. In de voorbereiding van de Kadernota 2020 maakt het college opnieuw de afweging in welke thema’s de gemeente weer extra energie kan steken.
(later op Innovation Origins een nadere blik op de innovatieparagraaf in de begroting)