Bacteriofagen, oftewel: virussen die bacteriën doden, kunnen mogelijk helpen bij de bestrijding van tuberculose, een infectieziekte die jaarlijks meer dan een miljoen doden eist. Het Radboudumc onderzoekt in een internationale samenwerking met Zuid-Afrikaanse en Amerikaanse onderzoeksinstituten hoe bacteriofagen ingezet kunnen worden in de strijd tegen tuberculose, aldus Radboudumc in een persbericht.
Waarom je dit moet weten:
Wereldwijd overlijden nog steeds veel mensen aan tuberculose. Nieuwe behandelmethoden kunnen dit aantal drastisch naar beneden brengen.
Tuberculose is een infectieziekte, veroorzaakt door de Mycobacterium tuberculosis. De ziekte eist jaarlijks meer dan een miljoen doden, met name in Afrika. Het is een moeilijk behandelbare aandoening: de reguliere antibioticabehandeling van tuberculose duurt een half jaar, daarnaast is er een multiresistente tuberculosevariant, die niet reageert op de meest gebruikte typen antibiotica. Een behandeling kan dan meer dan een jaar in beslag nemen.
Het Nijmeegse Radboudumc verenigt zich nu samen met onderzoeksinstituut TASK (Zuid-Afrika), de Universiteit van Pittsburgh en het Seattle Children’s Research Institute (beide uit de VS) in het project Phages4TB, voor innovatief onderzoek naar nieuwe behandelingen van tuberculose. Hiervoor ontvangt TASK een subsidie van de Bill and Melinda Gates Foundation, waarvan een deel beschikbaar wordt gesteld aan onderzoek binnen het Radboudumc. In dit onderzoek maken de onderzoekers van deze instituten gebruik van de mogelijkheden van mycobacteriofagen, virussen die specifiek gericht zijn tegen mycobacteriën zoals de tuberculosebacterie.
Verschil antibiotica en bacteriofagen
Bacteriofagen (of fagen) zijn virussen die bacteriën kunnen infecteren en doden. Behandeling met bacteriofagen werd veel gebruikt voordat antibiotica beschikbaar waren. Een belangrijk onderscheid tussen beide behandelingen is dat antibiotica zich richt op verschillende bacteriesoorten tegelijkertijd, terwijl bacteriofagen slechts actief zijn tegen één bepaalde stam van bacteriën. Bacteriofagen kunnen een oplossing zijn als antibiotica niet aanslaan, maar een nadeel is dat ze niet snel kunnen worden ingezet tegen infecties. Onderzoekers moeten namelijk eerst de ziekmakende bacterie opsporen, pas daarna kunnen ze op zoek naar bijpassende fagen. Antibiotica zijn makkelijker in te zetten door hun bredere activiteit, waardoor fagen lange tijd minder aandacht kregen. De laatste jaren is er hernieuwde belangstelling voor faagtherapie, aangewakkerd door de toenemende antibioticaresistentie wereldwijd.
Nieuwe testen in het lab
Arts-microbioloog Jakko van Ingen leidt de Nijmeegse tak van het onderzoek en is positief over de kansen voor bacteriofagen bij de behandeling van tuberculose: ‘Het nadeel van faagtherapie is dat je bij veel infecties moet zoeken naar de juiste fagen die aanslaan op de ziekmakende bacterie. Dat lukt niet altijd. De tuberculosebacterie echter kent weinig variatie, alle soorten lijken op elkaar. Daarom denken we dat we een combinatie van fagen te pakken hebben waarmee we de meeste tuberculosepatiënten kunnen behandelen.’
De voorbereidingen hiervoor zijn getroffen aan de Universiteit van Pittsburgh. Onderzoekers daar ontwikkelden een faagcombinatie die in het laboratorium reageerden op de belangrijkste varianten van Mycobacterium tuberculosis. Van hieruit gaat het samenwerkingsverband verder.
Nog niet eerder deed een Nederlands kennisinstituut onderzoek naar nieuwe behandelingen met bacteriofagen gericht op tuberculose. In het Radboudumc gaat Van Ingen specifiek onderzoek doen naar de activiteit van de bacteriofagen in de verschillende omstandigheden waarin de tuberculosebacterie zich kan bevinden. De tuberculosebacterie kan zich in afweercellen verstoppen en in een winterslaap-toestand gaan. Het onderzoek wil achterhalen of bacteriofagen dan nog steeds dodelijk zijn voor de bacterie.