Volgende week presenteert wethouder Van Kaathoven (SP, actieve stad) de “position paper binnenstadsvisie“. Het is, volgens de wethouder, “een document dat specifiek voor de Eindhovense binnenstad denkrichtingen geeft voor op te pakken kansen en te maken keuzes.” Na bespreking met de commissie wordt de position paper definitief gemaakt en gebruikt bij gesprekken met partners om te komen tot een binnenstadsvisie. e52 geeft in een korte serie alvast een blik op de opvallendste onderdelen van het document. Vandaag als inleiding de hoofdlijnen.
Tussen nu en 2020 ondergaat de Eindhovense binnenstad een heuse gedaantewisseling. Er komen extra woningen voor zo’n 20.000 mensen, die zich dan vooral te voet, op de fiets of in het openbaar vervoer (en dus veel minder met de auto) verplaatsen. Er komt meer groen, het winkel- en horeca-aanbod wordt diverser, net als het culturele profiel. Aangrenzende gebieden zoals De Bergen, Tramstraatkwartier en Emmasingelkwadrant worden bij het centrum getrokken. En de stad zou zich sterk moeten maken voor de komst van een nationaal Design- of Techniek-museum. Kortom: aan ambitie geen gebrek.
Volgens het Bureau voor Economische Argumentatie (BEA), dat de position paper opstelde, zijn drie factoren bepalend voor de kwaliteit in een binnenstad:
- aanbod van functies (“programmering”)
- ruimtelijke kwaliteit
- belevingswaarde door inwoners, bezoekers en investeerders
Volgens BEA zit het met de aangeboden functies in de Eindhovense binnenstad wel goed, maar geldt dat veel minder voor ruimte en beleving. Bij ruimte valt te denken aan zaken als de het accentueren van stoepen, straten en pleinen, een verkeersluwe binnenring en meer groen: kortom de kwaliteit van de openbare ruimte. De belevingswaarde zit vooral in sfeer, authenticiteit, evenementen, het varrassingseffect: “verander de binnenstad van de place to buy in de place to be“.
De reflex van veel steden is om de aanpassingen vooral in ruimtelijke oplossingen te zoeken en ook Eindhoven zal daar volgens de onderzoekers niet aan kunnen ontkomen. Maar: “het rendement van investeringen in ‘belevingswaarde’ ligt per geïnvesteerde euro hoger dan investeringen in ‘stenen’.” Van een betere belevingswaarde worden mensen namelijk vrolijk, terwijl betere openbare ruimte veel meer als vanzelfsprekend wordt gezien (en pas gaat opvallen als het juist niet goed is). De BEA-onderzoekers stellen vast dat citymarketing-organisatie Eindhoven365 al veel goed werk heeft verricht voor de belevingswaarde en adviseren daarom daarop voort te bouwen.
Andere stad
De stad zal er over vijf jaar heel anders uitzien. Belangrijke oorzaak daarvan is de komst van zo’n 20.000 nieuwe binnenstadbewoners, veelal studenten, kenniswerkers (expats) en jongeren. Dat betekent dat ook buiten de winkeluren de binnenstad veel levendiger zal zijn dan nu, een trend die ook aanpassingen of aanvullingen op de binnenstadfuncties vergt.
Om deze toenemende grootstedelijkheid verder te ondersteunen zijn een paar “doorbraak-acties” noodzakelijk. BEA noemt het formaliseren van de wens om als stad door te groeien naar 300.000 inwoners en de concrete realisatie van een museum voor design of techniek. Ook moet veel werk gemaakt worden van het terugdringen van de auto in de binnenstad. Dit kan positief uitwerken voor de belevingswaarde, maar helpt ook bij het “bij de binnenstad trekken” van stadsbuurten als De Bergen en het Tramstraatkwartier. Daarvoor is het immers nodig dat de binnenring (waaronder Vestdijk, Keizersgracht, Emmasingel) geen barrière meer vormt.
Krachtig bestuur
Fijntjes wijst BEA er op dat dit alles niet vanzelf gaat. Om dit alles mogelijk te maken, is een krachtig(er) stadsbestuur nodig. Dat is al zo in de bestaande situatie, maar wordt nog veel dringender als de lat hoger komt te liggen. En dat laatste is, zo stelt BEA vast, vooral afhankelijk van de mate waarin steun wordt gevonden voor de nu voorliggende ideeën. “De gemeente Eindhoven zou gelet op de al aanwezige beleidsambities een doorontwikkeling moeten maken naar een nog actievere rol, gericht op het waarmaken van ambities. Of aan de huidige ambities nieuwe worden toegevoegd, kan worden bepaald op basis van de respons van de private en maatschappelijke partners op de voorliggende position paper.”
Morgen deel 2 in deze serie over de veranderende binnenstad