Marijn van der Poll, voormalig co-curator van de Dutch Design Week en lid van de faculteit van de Design Academy Eindhoven, wil afrekenen met de mythe dat de fase van ideevorming – of het nu gaat om een ontwerp, een product, een bedrijfsstrategie of een overheidsbeleid – vol mysterieuze inspiratie en creatief vermogen zit. Laat staan dat dit volledig vrij en ongestructureerd denken vereist. Liever heet hij het in zijn trainings- en advieswerk over de kunst van conceptcreatie door het ideevormingsproces te structureren en om te zetten in een gericht denkvermogen.
Lees hier meer over het werk van Marijn van der Poll
Sprekend op een workshop georganiseerd door de High Tech Plaza, als onderdeel van de onlangs gelanceerde Support Series for Startups op de High Tech Campus, legde Van der Poll uit wat hij daarmee bedoelt: “Je zou je kunnen afvragen: ‘Waarom zou je een proces als ideevorming structureren, dat traditioneel wordt gezien als een proces dat inspiratie en ultieme vrijheid vereist?’ Nou, dat is echt een mythe, want als er totale vrijheid is, weet je niet waar je moet kijken. Juist structuur maakt het mogelijk om de klus te klaren.”
Foto © Innovation Origins
“Als er totale vrijheid is, weet je niet waar je moet kijken. Juist structuur maakt het mogelijk om de klus te klaren.”
De kunst van de conceptcreatie
Van der Poll verpakt zijn ideegereedschappen in een drietraps proces, dat begint met het definiëren van het doel, vervolgens kijken naar het grotere geheel en tenslotte het ontwikkelen van het concept of de concepten.
Het definiëren van het doel omschrijft hij als ‘luisteren met aandachtige nieuwsgierigheid’. “Trek het uit elkaar, stel vragen, kom meer te weten over de kwestie of het probleem, doorgrond de betekenis van het probleem.” Deze stap wordt afgesloten met het samenvatten van al deze gedachten in een statement.
De tweede stap kijkt naar die uitspraak in de context van het grotere geheel. Dit kan door middel van feitenchecks, wetenschappelijk onderzoek of empirisch onderzoek. Van der Poll adviseert dit proces te combineren met associatief onderzoek; hij illustreerde dit door de deelnemers aan de workshop te vragen om sleutelwoorden uit de eerste stap te nemen in een suggestie of conclusie die uit de eerste stap is voortgekomen, en de concepten die zij met deze woorden associëren. Binnen enkele minuten had de groep een verscheidenheid aan nieuwe perspectieven ontwikkeld op de eerdere suggesties.
“Als je eenmaal de inzichten over je project hebt, doe dan een factcheck, rekening houdend met de wenselijkheid, haalbaarheid en levensvatbaarheid. Ik zie deze als drie kralen aan een touwtje – ze hoeven niet van dezelfde grootte te zijn, of van hetzelfde gewicht en betekenis.”
Dit is ook de laatste stap voordat de derde stap kan beginnen, namelijk de ontwikkeling van het concept of de concepten. “Dit zijn de modellen of prototypes of oplossingen. Ik adviseer meestal om drie opties te ontwikkelen – twee die min of meer logisch zijn en één radicale optie.”
Stop met het oplossen van het probleem
Van der Poll dringt er bij zijn klanten op aan om uit de probleemoplossende mentaliteit te komen en te denken dat er maar één mogelijk antwoord op een raadsel is. “Stop met het oplossen van problemen en waardeer in plaats daarvan juist het proces van het verkrijgen van inzichten. Er is altijd meer dan één mogelijk scenario, en het komt erop neer dat je een keuze moet maken voor welk scenario je kiest.”
(Bron: Marijn Marijn van der Poll