Toen ze bekend maakte dat ze zich zou gaan bezighouden met innovatie van technologie gedreven ecosystemen, konden de milieuwetenschappers het niet laten er een grap over te maken. “Jij weet helemaal niet wat een ecosysteem is.” Prompt kreeg ze een bodemplaat cadeau. Uiteraard weet prof. dr. ir. Petra de Weerd-Nederhof heel goed wat een ecosysteem is, maar dan gaat het niet over natuur maar over innovatieve hubs, netwerken of ecosystemen als de vier campussen van Brightlands.
Waarom dit belangrijk is:
Petra de Weerd-Nederhof is sinds 2022 decaan van de faculteit Bètawetenschappen en hoogleraar Innovatie van technologie-gedreven ecosystemen bij de Open Universiteit. De campussen hebben haar warme belangstelling. Voor het welslagen van een ecosysteem is een orkestrerende rol onontbeerlijk. “Die partijen in dat systeem continu bij elkaar blijft brengen. Daar kun je op sturen. En dat doet Brightlands goed.”
“Ik ben er nog steeds heel trots op dat ik decaan van de Bètawetenschappen ben geworden”, zegt een stralende hoogleraar vanuit haar werkkamer bij de Open Universiteit (OU). “Ik ben ingenieur, zeg ik altijd, maar ik ben wel een technisch bedrijfskundig ingenieur. Ik kom van de Universiteit Twente. Daar heb ik gestudeerd, ben ik gepromoveerd en academisch opgegroeid. Op zo’n technische universiteit vinden ze technische bedrijfskunde eigenlijk gamma. Dat is altijd al zo geweest. Toen ik begon, werd die faculteit dan ook als de minst technische beschouwd. Alle andere faculteiten waren bèta of techniek.”
Toen ze de overstap kon maken naar de OU bedankte ze eerst voor een leerstoel aan de management faculteit. “Ik had al dertig jaar op zo’n faculteit gewerkt en bovendien moest ik helemaal naar Heerlen. Dus ik paste, maar toen werd ik gepolst voor de bètafaculteit. Ik dacht: dit is een fantastisch avontuur.”
Thea studeert techniek
Eigenlijk wilde Petra Nederhof (1967) rechten gaan studeren of beter gezegd rechter worden. Totdat er op school een vader in de klas kwam vertellen over zijn werk in de diplomatieke dienst van de marine. Dus dacht ze de marine te combineren met een studie culturele antropologie, maar helaas, ze bleek voor de krijgsmacht fysiek niet aan de maat. Via een beroepskeuzetest bezocht ze een paar open dagen van technische universiteiten. ‘Begin jaren tachtig van de vorige eeuw was er ook die campagne Thea Studeert Techniek om vrouwen te motiveren voor technisch onderwijs. In Twente werd ik verliefd op de campus. De keuze om er te blijven was dus redelijk gevoelsmatig. Zoonlief is net zo. Die wil in Utrecht wonen en vervolgens gaat hij kijken wat je daar kunt studeren. Toen ben ik technisch bedrijfskundige geworden. Van de 250 studenten waren er 25 vrouw dus dat viel wel mee. De studentes van toen ontmoeten elkaar nog elk jaar.’
In haar oratie aan de OU vestigde ze de aandacht op vrouwelijke hoogleraren. “In 2000 ging ik voor het eerst naar zo’n bijeenkomst van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren, waar ook UHD’s (universitair hoofddocent) mochten komen. De Universiteit Eindhoven heeft de verhouding mannen-vrouwen inmiddels in balans gebracht. Toen had de UT zeg 3% vrouwen of zo en Eindhoven zat er net onder. Dat is nu natuurlijk ook veel beter op de UT, maar het is nog steeds zo, en dat geldt ook voor mijn faculteit, dat er meer mannen zijn. Op de OU is 40% van de hoogleraren vrouw, op mijn faculteit is dat iets lager. Tja, wat vind ik ervan? Eigenlijk wilde ik daar eerst helemaal niet op aangesproken worden. Ik dacht: laat mij mijn werk doen. Nu ben ik er wel wat fanatieker over. Ik ben ook vicevoorzitter van het netwerk vrouwelijke ingenieurs. Ik zit ook bij SER Topvrouwen, al zo’n beetje vanaf het begin via het landelijk netwerk vrouwelijke hoogleraren.” Haar stelling is heel simpel: als er geen vrouw tussen de kandidaten zit, heb je niet goed gezocht.
Enthousiast over de campussen
Als het gaat om de Brightlands campussen heeft ze het beste zicht op de Smart Services Campus in Heerlen vanwege de onderwerpen die ook in haar faculteit ondergebracht zijn, zoals data science, AI, digital ethics of cybersecurity. De OU is aandeelhouder van de Smart Services Campus en heeft er twee kantoren. “Wat we dan eigenlijk doen is die ecosystemen bestuderen, met collega’s, met promovendi en onderzoekers. Hoe kunnen die ecosystemen of campussen bijvoorbeeld bijdragen aan innovatie in de regio? Ik ben heel erg enthousiast over die vier Brightlands campussen. Ik vind het ook sterk van de provincie Limburg dat ze er zo vierkant achter staat. Er is goed over nagedacht, er zit continuïteit in, een voorbeeld voor andere provincies.”
NovelT
Voor het welslagen van een ecosysteem is volgens De Weerd-Nederhof een orkestrerende rol onontbeerlijk: “Die partijen in dat systeem continu bij elkaar blijft brengen. Daar kun je op sturen. En dat doet Brightlands goed. De uitdaging is om grote partijen als APG en kleine partijen als start-ups bij elkaar te brengen. Natuurlijk zijn er veel initiatieven die daarvoor zijn uitgevonden maar het blijft lastig om bijvoorbeeld het mkb mee te krijgen. In Twente is er een vergelijkbaar initiatief genaamd NovelT, een samenwerkingsverband van provincie, gemeenten, de hogeschool en de universiteit. Het mbo doet ook een beetje mee, maar zit er niet zo heel hard in. Ze doen heel veel rond studentondernemerschap en dat soort dingen. Er zijn grote partijen maar ook hier blijkt het lastig om dat mkb echt goed mee te krijgen.”
Slack
Je zou denken dat het vooral een kwestie van geld is. “Ja”, zegt De Weerd-Nederhof, “maar ook tijd en slack, een term uit de bedrijfskunde. In een organisatie heb je tijd en ruimte nodig om af en toe te reflecteren, te evalueren, terug te blikken en stappen voorwaarts te doen. Als je dat niet hebt, dus als je volledig in die ratrace zit, ja dan heb je ook niet de ruimte om terug te veren bij tegenslag. Of ruimte om nieuwe ideeën tot innovatie te brengen. Omdat de provincie Limburg continuïteit biedt, kun je hier hopelijk wat slack creëren.”
Wat de hoogleraar met haar medewerkers en promovendi doet, is vooral kijken en beschrijven hoe de hazen lopen in innovatieve ecosystemen. “Wat zijn nou de echte indicatoren om zoiets op gang te krijgen? Daar kan vervolgens beleid op worden ontwikkeld. Het klinkt allemaal een beetje simpel”, zegt ze bijna verontschuldigend, “maar dat zijn wel de inzichtelijke dingen. Je zou er uit kunnen concluderen dat subsidie bijvoorbeeld beter bestemd kan worden om een innovatief netwerk op te bouwen dan voor een ondernemerschapscursus. We kijken natuurlijk ook naar opleidingen die daarop aan kunnen sluiten. Of welke activiteiten er überhaupt nodig zijn om er betekenisvolle activiteiten te creëren.”
iLab
Als één van de geslaagde voorbeelden noemt ze het iLab van de politie op de Smart Services Campus in Heerlen. Het team heeft zich losgemaakt uit het politiebureau en is in de hub gestapt om na te denken over de toekomst, meer bepaald cybersecurity. “Ik denk dat John Bloebaum en zijn team alles uit dit ecosysteem haalt wat ze eruit kunnen halen. Veel zaaigeld heeft hij niet; hij sluit aan bij lopende projecten die betekenisvol zijn, erg hands-on, voor mijn gevoel. We hebben als OU nu ook een samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut, die een bijzonder hoogleraar Digital Forensics gevestigd heeft, mede door de aanwezigheid van iLab. De aandacht voor cybercrime en AI en de aanwezigheid van iLab op de campus heeft een aantrekkende waarde.”
De Weerd-Nederhof ziet vooral ook heil in programma’s waarin afgevaardigden van verschillende partners samengevoegd worden om aan een bepaalde innovatie te werken. Denk daarbij aan Zuyderland of APG. Maar ook middel- en kleinbedrijven. “Dat verhoogt de slagkracht. Ook iLab functioneert als zo’n vooruitgeschoven post. Er worden dingen onderzocht, sommige zullen werken, andere niet. Misschien niet voor de politie wel voor een ander. Ik geloof in dit soort samenwerking. Als onderzoeker vind ik het een heel geslaagd werksysteem. Als decaan zou ik willen dat we meer samen gingen doen, met alle partijen.”