In een oude loods op een industrieterrein net buiten het centrum van Haarlem bevindt zich het BouwLab R&Do, – ook wel Hub West genoemd. Wie het lab bezoekt, stapt in een fast forward naar de bouwketen over tien jaar. Spin-off Neolithic maakt er met hun 3D-printer betonnen rioolputten – waarvoor ze dit jaar de RIONED Innovatieprijs 2024 kregen. Er staat een prototype modulaire brug, er wordt biobased gebouwd met een schimmel (mycelium) en achter de loods staat een Living Lab. Dit pand laat zien hoe de keten bestaande gebouwen kan hergebruiken; het grootste deel bestaat uit resten van een pand in Almere. Het heeft een digital twin (met gebouwpaspoort) en er zitten sensoren verwerkt in het gebouw die de status van het materiaal monitoren.
Regionaal Bouwen aan Human Capital
De bouw innoveert om tot een schone, circulaire en toekomstbestendige leefomgeving te komen. Met de opkomst van nieuwe technologieën als kunstmatige intelligentie, 3D-printen en duurzaam beton is de bouwsector in transitie. Om deze innovaties succesvol in de praktijk te laten landen, hebben vakmensen nieuwe skills nodig. Met het programma Regionaal Bouwen aan Human Capital wil TKI Bouw en Techniek, het Topconsortium voor Kennis- en Innovatie, de ontwikkeling van deze skills bij zowel huidige als toekomstige vakmensen versnellen. Hierbij is de ontwikkeling van een schaalbare regionale aanpak rond Human Capital een belangrijk onderdeel. Na een looptijd van ruim een jaar, komt er aan het programma in zijn huidige vorm een einde. In deze serie maken we de balans op, en vragen we de betrokken partijen, waaronder vier regionale Hubs (Noord, Oost, Zuid en West), naar de belangrijkste resultaten.
‘Alle nieuwe technologie komt samen in de bouw’
De bouw heeft nog een lange weg te gaan als het gaat om digitaliseren en verduurzamen – de sector is goed voor veertig procent van de totale CO₂-uitstoot in Nederland. Herman van Bolhuis, medeoprichter van BouwLab R&Do, ziet vooral kansen. “Hoewel de bouwindustrie vaak wordt gezien als niet-innovatief, worden alle sleuteltechnologieën, zoals digitalisering, robotisering en nieuwe materialen, juist hier toegepast. Onze sector is een van de meest interessante sectoren in Nederland als het gaat om nieuwe technologieën. Het implementeren van die technologieën betekent ook dat de sector een leven lang leren moet omarmen.”
De uitdaging ligt bij het organiseren van innovatie binnen de complexe structuur van de bouwsector, legt Van Bolhuis uit. “De sector bestaat uit een aantal grote partijen – denk aan VolkerWessels, BAM of Boskalis. Daaronder zitten zo’n 60.000 middelgrote bedrijven, vaak familiebedrijven. Aan de onderkant van de piramide heb je de busjes – dat zijn ongeveer 250.000 zzp’ers en tweemansbedrijven. De grote partijen innoveren, de laag daaronder wil wel innoveren, maar heeft geen geld, en voor de onderste laag is innovatie geen prioriteit. Deze structuur maakt dat de bouw weinig innovatiekracht heeft. De vraag is dus: hoe organiseer je innovatie in deze piramide?”
Dat is waar de vier regionale hubs om de hoek komen kijken. Van Bolhuis: “Er komen hier veertig tot vijftig bedrijven per week langs. Veel ondernemers willen best veranderen, maar denken dat het implementeren van nieuwe technologieën moeilijk of heel duur is. Wij willen hier laten zien dat er veel meer kan dan de sector denkt.”
Van een modulaire brug, tot een 3D-printer voor infra, tot een digitale bouwstraat: de grote hal waarin het BouwLab gevestigd is, staat vol voorbeelden en testopstellingen. “Zo willen we innovaties tastbaar en zichtbaar maken voor ondernemers. En laten zien dat innovatie ook voor kleinere bedrijven binnen handbereik is. Op deze manier kunnen we voor nieuwe doelgroepen (35+) informeel leren introduceren. Dit is heel hard nodig in onze economie”, aldus Nils Hospes, projectondersteuner bij het kenniscentrum.
Regio west: veel werk, maar samenwerken is geen automatisme
Van Bolhuis merkt dat andere regio’s in Nederland vaak veel beter samenwerken. “Het grote voordeel van het westen is dat er hier veel werk is, dat is altijd zo geweest. Samenwerken zit hier niet in het dna, omdat het nooit echt nodig is geweest. Terwijl een toekomstbestendige bouw daar wél om vraagt. Je kan wel alles alleen willen doen, maar dat gaat langzaam en je hebt niet alle kennis in huis.”
Dus werden er in Haarlem het afgelopen jaar laagdrempelige evenementen, kennissessies en innovatieve workshops georganiseerd waar de sector kennis kon maken met elkaar én met digitalisering. Dat begon met ondernemers die verschillende onderdelen van de keten – architect, bouwbedrijf, afvalverwerking – vertegenwoordigen, aan dezelfde tafel te zetten. Maar ook kennis- en onderwijsinstellingen en overheden schoven aan. Inmiddels zijn er zo’n 200 partijen aan de hub verbonden en heeft het programma Regionaal Bouwen aan Human Capital bijgedragen aan een sterker en actiever ecosysteem in de regio.
Ook zocht de hub contact met universiteiten, hbo’s en mbo’s in de regio. De cadans van een schooljaar past vaak niet bij een innovatietraject van een bedrijf, vertelt Hospes. “Op twee momenten gaan er leerlingen op stage: in september, of februari. Vaak moeten dingen een jaar vooraf gepland worden. Zo werkt de bouwindustrie niet. We willen die aansluiting verbeteren.”
Innovation Dynamics
Zo ontwikkelde BouwLab Innovation Dynamics. Het idee? Iedere groep of persoon krijgt een set met kaartjes, met daarop bijvoorbeeld op de voorkant een digitale technologie (drones) en op de achterkant de beschrijving van de technologie. Daarna plot de groep het kaartje in een raster met impact laag of hoog en effort laag of hoog. Op deze manier wordt er duidelijk hoe iedereen naar de betreffende technologie kijkt. Hospes: “De een zegt: ‘Drones zijn de toekomst’, de ander denkt dat het nog heel lang gaat duren voordat ze onderdeel uitmaken van de praktijk. Door mensen binnen hetzelfde bedrijf deze kaartjes te laten leggen, komen er snel discussies op gang.”
Robots zijn nog zo’n voorbeeld. In het Bouwlab staat een collaboratieve robot (cobot) die kan helpen met het plaatsen van kozijnen – een klus waar nu altijd twee vaklieden voor nodig zijn. Maar, mensen moeten wel leren met die robot om te gaan, aldus Van Bolhuis. “Voor innovaties in de bouw, is het cruciaal dat mensen een leven lang kunnen leren. Daarom ligt de focus van dit programma op de menselijke kant van de bouw. Nu halen we als we jong zijn één keer een papiertje en dat is het. Het moet normaal worden dat een lasser ook op zijn 35ste een aanvullende opleiding kan volgen. In de bouw van de toekomst hebben we mensen nodig met een andere skillset. We gaan toe naar een sterk gedigitaliseerde keten met een grote rol voor technologie. Over deze zaken willen we mensen hier laten nadenken.”
‘Dit is pas het begin’
Het Regionaal Bouwen aan Human Capital-programma wordt binnenkort afgerond, maar de vier hubs staan aan het begin van een vijfjarig traject ‘Toekomstbestendige Leefomgeving’ dat wordt gefinancierd door het Nationaal Groeifonds. Waar de bouw in regio west na die vijf jaar staat? “Dan werkt de keten veel intensiever samen”, denkt Hospes. “Het leven lang ontwikkelen wordt dan veel sterker gestimuleerd. Dat doen we door te experimenteren, inspireren en proberen. Learning by doing. Leading by learning.”