Een nieuwe baan, verhuizen naar een nieuw land en wennen aan een nieuwe cultuur. Het zijn drie momenten die elke expat wel eens heeft meegemaakt. Hoe ziet Nederland eruit in de ogen van buitenlanders die hier komen werken? In onze nieuwe serie, Dutch Diaries, brengen we de verhalen van expats die naar Nederland zijn verhuisd om te werken in de tech- en innovatiesector. Waarom besloten ze hierheen te komen? Wat vinden ze het leukst aan Nederland? Wat zouden ze veranderen?
Twee jaar geleden kwam Alpar Pelea (32) uit Roemenië met zijn vrouw en hond Pablo. Hij woonde eerst in Eindhoven, maar is nu verhuisd naar Culemborg, een klein stadje ten zuiden van Utrecht. Met een achtergrond in rechten begon hij zijn carrière als junior accountant. Tegenwoordig werkt hij als junior solutions architect voor het hotelbedrijf citizenM. In zijn functie zorgt hij ervoor dat de software die zijn collega’s gebruiken wordt onderhouden en geüpgraded. “Mijn baan heeft een belangrijk technisch deel, maar ook een heel belangrijk menselijk deel,” zegt hij.
Wat trok je naar Nederland?
“Dat is een grappig verhaal. In het bedrijf waar ik in Roemenië werkte, had ik een in Nederlands-Roemeense collega – we hebben ongeveer anderhalf jaar samengewerkt. Toen hij terugging naar Nederland, bleef hij wel in onze WhatsApp-groep; in zekere zin was het alsof hij nooit was weggeweest. Op een dag plaatste hij een vacature bij het bedrijf waar hij werkte en ik besloot te solliciteren.
Toen ik dit aanbod kreeg, had mijn vrouw al besloten om ons appartement te verkopen en te verhuizen naar het appartement waar ze vroeger woonde. Sinds we begonnen te overwegen om naar Nederland te verhuizen, hebben we een zware tijd gehad, ook vanwege verschillende persoonlijke omstandigheden. Toch besloten we te verhuizen; we hebben onze auto ingepakt met dozen alsof we Tetris speelden.”
Waar moest je het meest aan wennen?
“Het moeilijkste was de overgang naar een veel meer gedigitaliseerde samenleving. Er doorheen navigeren was niet per se moeilijker, maar het begrijpen zeker wel. Het hebben van deze mogelijkheid was geen noodzaak voor mij, maar nu kan ik in principe alles bedienen met mijn telefoon Daarnaast was het, na twee jaar COVID-19, ook niet makkelijk om weer sociaal te worden en dat buiten mijn comfortzone te doen.”
Wat vind je van de Nederlandse werkomgeving?
“In Roemenië werkte ik bij een outsourcingbedrijf, zoals de meeste corporate banen in het land. Dat betekent dat je twee banen hebt; een bij het oorspronkelijke bedrijf waarvoor je werkt en een bij de klant. Dat kan behoorlijk stressvol en veeleisend zijn.
In Nederland is de balans tussen werk en privé beter. Het bedrijf waar ik nu werk heeft ‘vrijheid binnen kaders’ als motto. Je bent vrijer om dingen te organiseren, zolang je de vergaderingen maar haalt en de gestelde doelen haalt. Hier heb je als werknemer ook meer rechten.”
Hoe lang duurde het voordat je eraan gewend was?
“Ik niet.”
Hoe komt dat?
“Omdat ik uit een omgeving kom waar iedereen elkaar de loef af wil steken om prestatiebonussen te krijgen. Zes jaar in die omgeving leven, waar iedereen veel druk uitoefent, is me bijgebleven. En hier krijg ik te horen dat ik niet te veel werk moet aannemen, terwijl dat in Roemenië niet eens een keuze was.”
Is er een Nederlandse gewoonte die je niet snapt?
Lacht: “Het eten van bitterballen! Daarnaast denk ik de houding om constant dingen te plannen. Nederlanders hebben misschien zelfs de komende drie jaar al gepland, wat niet per se slecht is, maar ik heb de neiging om gewoon van nature leuke dingen te doen.”
Welke praktijk zou je meenemen uit Roemenië die je mist in Nederland?
“Meer eigenaarschap en meer verantwoordelijkheid. Als je geen verantwoordelijkheid hebt, heb je geen eigenaarschap; als je geen eigenaarschap hebt, heb je ook geen begeleiding en uiteindelijk ook geen visie.”