Het is een bekend fenomeen in Duitsland. Op het platteland moet je er altijd rekening mee houden dat je opeens geen of een slechter bereik hebt met je mobiele telefoon. En zelfs in de hoofdstad Berlijn zijn er af en toe plekken met een “Funkloch”, waar het internet amper werkt.
Dat de situatie echt ernstig is, bleek eerder dit jaar uit een onderzoek van het Britse bedrijf Opensignal naar de kwaliteit van telecomnetwerken in de hele wereld. Duitsland komt daar bijzonder slecht uit. Opensignal bekeek onder andere hoeveel tijd consumenten gemiddeld de beschikking hebben over een 4G-verbinding. Nederland kwam uit op een percentage van 92,8%, wat een van de beste waarden was. Alleen Zuid-Korea, Japan, Noorwegen, Hongkong en de VS waren beter. Duitsland blijft daarentegen steken op een magere 76,9%, net iets beter dan Marokko, maar slechter dan Senegal, Vietnam en Libanon.
Eerlijkheidshalve moet er wel worden bij gezegd dat andere grote EU-landen als Italië en Frankrijk het niet veel beter doen. Toch voelt de Duitse overheid het terecht als een grote tekortkoming dat er in een geschatte 20 tot 25% van het land geen breedband (4G) beschikbaar is, laat staan 5G.
Vandaar dat de regering-Merkel nu besloten heeft extra geld uit te trekken om de witte vlekken weg te werken. Tijdens een speciale digitale top afgelopen zondag in Schloss Meseberg besloot de Bondsregering daarvoor 1,1 miljard euro extra uit te trekken tot 2022. De middelen daarvoor komen uit de opbrengsten van de verkoop van nationale 5G-frequenties eerder dit jaar voor 6,5 miljard euro.
Een van de grote problemen die volgens de regering met het geld zal worden opgelost, is dat het voor telecomaanbieders vaak niet loont om masten te plaatsen waar amper iemand woont. De telecomaanbieders hebben weliswaar beloofd beter hun best te doen voor dit soort dunbevolkte regio’s, maar helemaal oplossen kunnen ze de gaten waarschijnlijk niet.
Doel is een internationale Spitzenposition
Daarom wil de Bondsregering zelf masten gaan plaatsen. Daarvoor wordt een aparte BV opgericht onder de naam Mobilfunk Infrastrukturgesellschaft (MIB) die ervoor moet zorgen dat Duitsland weer een “internationale Spitzenposition” krijgt.
Of en hoe snel dat zal lukken staat echter nog in de sterren geschreven. Veel hangt af van de vaak ingewikkelde procedures die moeten worden doorlopen voor er ergens een mast kan worden gebouwd. Ook lokale protesten en een gebrek aan goede locaties hindert een snelle uitbouw.
Volgens de brancheorganisatie Bitkom lopen er momenteel ongeveer 1200 procedures van telecomaanbieders om ergens een mast te kunnen plaatsen. Met andere woorden, het ligt niet altijd aan hun dat er veel gaten in de 4G-dekking zijn.
De minister voor verkeer en digitale infrastructuur, Andreas Scheuer, belooft ook op dit vlak actie te ondernemen, maar in een persbericht klinkt Bitkom-directeur Achim Berg niet bepaald optimistisch over de uitkomst daarvan. Volgens hem staat er in het regeringsakkoord 297 keer het woord “digitaal”, en toch valt Duitsland op internationale lijstjes steeds verder terug.
Een paar adviezen heeft Bitkom wel hoe het beter kan zoals meer nationale standaardisatie van bodemprocedures, meer publieke gebouwen beschikbaar stellen voor masten, een hogere lengte van vergunningsvrije masten en vooroordelen en mythes over schadelijkheid van elektrische masten wegnemen. Het allerbelangrijkste is tempo maken.