Het was cynisme troef de afgelopen dagen in het debat over het Duitse klimaatakkoord (Samenvatting akkoord: zie hieronder). Opvallend is dat niet alleen de usual suspects zoals milieuorganisaties en activisten het akkoord als halfzacht bestempelen. Ook uit de hoek van wetenschappers en economen klinkt deze kritiek.
Het Klimaatakkoord is volgens de critici een leuke poging, maar gaat niet ver genoeg. Het is een knieval voor kiezers en bedrijfsleven. De kolenindustrie wordt geen strobreed in de weg gelegd. De transitie naar elektrische auto’s komt niet van de grond. Er zijn te weinig prikkels voor industrie en landbouw om hun CO2-uitstoot te verminderen. En.. En … En ..
“Dit is een gemiste kans”, zegt bijvoorbeeld energiedeskundige Claudia Kemfert van het economisch instituut DIW in Berlijn. Het pakket moet volgens haar van alle kanten worden aangescherpt. “Gebeurt dat niet, haalt Duitsland zijn CO2-doelstellingen voor 2030 nooit ofte nimmer”, zegt zij tegen Innovation Origins.
Kemfert zou bijvoorbeeld graag zien dat er op diesel minstens evenveel accijns wordt betaald als op benzine. Dat levert in een klap 8 miljard euro op die goed gebruikt kan worden voor investeringen in het spoor en laadpunten voor elektrische auto’s. “Het is toch waanzin dat sommige fossiele brandstoffen nog altijd worden gesubsidieerd.” Een andere blunder is de strengere regelgeving voor windmolens aan het land. “De mogelijkheden voor verdere uitbouw van windenergie zijn daardoor gemarginaliseerd.”
Maar het meest teleurgesteld zijn klimaatexperts toch over de ook in Nederland zo omstreden invoering van een CO2-heffing. Dat Berlijn met een dergelijke heffing komt, vinden de meesten goed en verstandig. “Maar als de benzine door die heffing 3 cent duurder wordt in 2021 dan verandert dat niks aan het gedrag van automobilisten”, zegt een cynische Constantin Zerger van milieubeweging DUH in aanvulling op een persbericht. “Dat is nog minder dan de dagelijkse schommelingen aan de pomp.”
Volgens Kemfert kijkt Berlijn te veel naar de korte termijn. De regeringspartijen SPD, CDU en CSU zijn als de dood dat de kiezers overlopen naar populistische partijen als de AfD en nemen daarom het liefst maatregelen die geen pijn doen. Een goed voorbeeld is de compensatie die forensen krijgen voor de CO2-heffing. “Hoe denk je op die manier iets te veranderen”, vraag Kemfert zich af.
Anders Levermann van het Instituut voor Klimaatonderzoek (PIK) in Potsdam ziet dat net zo. “Dit voorstel van de regering is een goed voorbeeld van falend beleid”, zegt hij tegenover Der Spiegel. Net als veel andere wetenschappers vindt hij dat de CO2-heffing flink omhoog moet. Dat is de beste en meest kostenefficiënte manier om de overstap te maken van vervuilende naar schone technologieën en brandstoffen.
Levermann: “Willen we de klimaatdoelstellingen van Parijs halen dan hebben we een heffing van minstens 35 euro per ton nodig en liefs zelfs nog meer. Maar de Bondsregering begint met 10 euro!” Dat is veel te weinig om de Duitse emissie van broeikasgassen tussen nu en 2030 omlaag te brengen van 866 miljoen ton naar de beoogde 563 miljoen ton.
Is er dan helemaal niks positief aan het Klimaatakkoord? Toch wel. De richting die er wordt ingeslagen met de CO2-heffing is in ieder geval een goede. De hoop bij klimaatdeskundigen is dat het net zo zal gaan als bij de invoering van de accijns op benzine. Daar was in het begin ook veel weerstand tegen. Maar mede doordat een deel van de opbrengsten werd teruggegeven aan de burger is deze vorm van belasting inmiddels algemeen geaccepteerd. Met de CO2-heffing moet hetzelfde gebeuren.
De belangrijkste punten van het Duitse klimaatakkoord op een rij:
- CO2-heffing
De regering in Berlijn wil vanaf 2021 vaste CO2-prijzen invoeren voor het transportwezen en energieverbruik in gebouwen. Dat gaat middels certificaten die aan ondernemingen worden verkocht die de kosten daarvan doorberekenen aan bijvoorbeeld automobilisten. De CO2-heffing zal geleidelijk worden opgevoerd. In 2021 wordt gestart met tien euro per ton CO2. In 2022 wordt dat 20 euro, tot de prijs 35 euro heeft bereikt in 2025. Als je het omrekent naar de benzineprijs komt het in 2021 neer op 3 cent extra en 12 cent in 2025. Vanaf 2026 is het de bedoeling dat er een veilingsysteem komt voor de CO2-certificaten met een minimumprijs van 35 euro en een maximum van 60 euro. - Meer controle van CO2-uitstoot
Voor verschillende sectoren in de economie zoals de landbouw en het verkeer zal elk jaar worden gekeken hoever de CO2-uitstoot is teruggebracht. Is dat te weinig dan moet het desbetreffende ministerie binnen drie maanden met aanvullende maatregelen komen. - Belasting
Vanaf 2021 gaat de motorrijtuigenbelasting voor auto’s met een hoge CO2-uitstoot omhoog. Er komt bovendien een hogere kooppremie voor elektrische auto’s met een aankoopprijs van onder de 40.000 euro. De motorrijtuigenbelasting voor deze prijsklasse wordt verlaagd naar 0,25 procent. Voor vrachtwagens zal de wegenbelasting (Maut) vanaf 2023 meer worden afgestemd op de CO2-uitstoot en worden verdubbeld ten opzichte van het huidige niveau. Forensen krijgen een vergoeding voor de hogere kosten. - Spoorwegen
Het spoorverkeer moet goedkoper en beter worden. Daarvoor wordt tot en met 2030 10 miljard euro extra geïnvesteerd en de btw op treinkaartjes voor lange afstanden (Fernverkehr) gaat omlaag van 19% naar 7%. - Vliegen
Vliegtickets moeten minstens twee keer zo duur worden dan de belasting die erop rust. Nu zou dat betekenen dat zelfs het allergoedkoopste ticket niet goedkoper mag zijn dan 30 euro. Verder is het de bedoeling dat de luchthavenbelasting wordt opgevoerd om de extra investeringen in het spoor te financieren. - Goedkopere stroom
Om consumenten niet teveel op kosten te drijven zal de milieuheffing op stroom – de zogenoemde EEG, waarmee groene stroom wordt gesubsidieerd – in 2021 worden verlaagd met 0,25 cent per kilowattuur stroom. In 2022 komt daar nog eens 0,25 cent bij en in 2023 0,125 cent. De EEG-toeslag bedraagt momenteel 6,4 cent en maakt daarmee ongeveer een vijfde uit van de totale stroomprijs in Duitsland. - Wind- en zonne-energie
Bij de stroomvoorziening is het de bedoeling dat deze in 2030 voor 60% groen is. Daarvoor moet er dus meer wind- en zonne-energie komen. Hoe Berlijn dat voor elkaar wil krijgen, moet nog verder worden uitgewerkt.
Bij de windenergie heeft Berlijn strengere richtlijnen voorgesteld voor windmolens aan land. Nieuwe molens moeten minimaal op 1000 meter afstand van bewoning staan, waardoor er veel minder ruimte beschikbaar is voor nieuwe molens. Dat moet worden gecompenseerd door meer windcentrales op zee. Het doel is tot 2030 de capaciteit op te voeren van 5 naar 20 gigawatt.
Verder wordt bij de zonne-energie de subsidiegrens opgeheven die was gelegd bij alle zonnestroom boven de 52 gigawatt. - Gebouwensanering
Er komt extra subsidie voor het energievriendelijk maken van gebouwen. - Olieverwarming
Duitsland kent met name op het platteland nog veel ouderwetse olie- en gasgestookte verwarmingen. Daar moet een einde aan komen en om dat voor elkaar te krijgen komt er een inruilpremie van maximaal 40%. Nieuwe olieverwarmingen zijn vanaf 2026 verboden. - Kosten
Berlijn schat dat er met het Klimaatpakket tot en met 2023 ongeveer 54 miljard euro aan extra kosten afkomen op de staatskas. Dat is ongeveer 1,3% van het bruto binnenlands product (bbp).