Author profile picture

Komende week verschijnen twee boeken over ASML van René Raaijmakers. Raaijmakers ging op zoek naar de wortels van ASML’s succes. Hij beschrijft de tijd dat op het Philips Natlab de eerste uitvindingen voor chiplithografie werden gedaan, tot en met de beursgang van ASML. Wim van der Leegte nam afgelopen week het eerste exemplaar in ontvangst tijdens de boeklancering in het Evoluon.

Raaijmakers is journalist en ondernemer. Hij geeft de bladen Bits&Chips en Mechatronica&Machinebouw uit, beide bladen die zich richten op de hightechindustrie. Ook is hij mede-eigenaar van The High Tech Institute dat trainingen voor deze industrie op de markt brengt.

De boeken over ASML schreef hij “als onafhankelijk journalist”, benadrukt Raaijmakers zelf. Hij begon er in 2011 aan, besloot vorig jaar dat het tijd werd om het af te maken en verdween voor een jaar achter de schrijftafel.

Het boeken verschijnt in twee versies, waarom?

Ik wilde een boek dat voor iedereen toegankelijk zou zijn. Het moest gaan over de mensen achter ASML. Tegelijkertijd is het een bedrijf dat zijn bestaansrecht aan technologie ontleent. ASML dankt zijn hele bestaan aan innovaties en technisch pionierswerk. De hoofdrolspelers, ook de topmannen, zijn allemaal ingenieurs.

Eerst heb ik het hele verhaal inclusief de technische ontwikkelingen zo toegankelijk mogelijk verwoord. De lezers van onze bladen waarderen die technische invalshoek. Ook een aantal technologische avonturen zijn zeer spannend en die weglaten zou zonde zijn. Deze oorspronkelijke versie heeft als titel De architecten van ASML.

Vorig jaar heb ik een niet-technische eindredacteur gevraagd om uit de technisch-populaire editie een versie te destilleren die voor iedereen goed leesbaar is. Hij heeft er de meest technische delen uitgehaald. Wat er nog wel aan techniek in staat is voor iedereen te begrijpen. Deze managementeditie heet De geldmachine – De turbulente jeugd van ASML.

Waarom de titel ‘De architecten van ASML?

De architecten staat voor de mensen achter het succes van ASML. Van uitvinders tot ontwikkelaars en directeuren. In deze editie heb ik wat meer ruimte genomen om enkele kleurrijke technici te beschrijven. Naar ook in dit boek moest ik concessies doen om het leesbaar te houden. Veel personen heb ik weggelaten. Ik weet dat veel technici dat niet leuk vinden. Voor hen is het pijnlijk dat niet iedereen exact de eer krijgt die ze toekomt. Maar als ik daaraan had toegegeven, dan was het een veel te ingewikkeld en onleesbaar verhaal geworden.

Hoe zit dat met De geldmachine?

Daar moesten nog meer namen uit. Dat was voor mezelf ook best slikken, maar als je een eindredacteur in de arm neemt, dan moet je ook naar hem luisteren. Zijn eerste advies was om een verhaallijn te kiezen met vooral de hoofdrolspelers. Dat werden de uitvinders Ad Bouwer, Gijs Bouwhuis, Herman van Heek en de directeuren Gjalt Smit, Wim Troost en Willem Maris.

Waar slaat ‘De geldmachine’ op?

In feite voegt elke machine waarde toe, of het nu een draaibank of een spuitgietmachine is. Bij de machines die ASML maakt, de wafersteppers, is die waardetoevoeging extreem. De machine levert de duurste bewerking in een chipfabriek. Het projecteert microscopische patronen op een eenvoudige silicium ondergrond. Zo maak je zeer dure chips. De uitvinders realiseerden zich dat begin jaren zeventig al heel goed: ze wisten dat ze een drukpers voor geld gingen maken. Zo zeiden ze dat ook tegen elkaar.

De titel is dubbelzinnig, omdat de waferstepper ruim twintig jaar lang een monster bleek dat alleen maar geld verbrandde. ASML had in 1984 de technologie, maar geen positie in de markt en ook geen verkoopbare machine. Het moest vanaf nul starten. Het was crisis en de ontwikkeling kostte handenvol geld. Toen ASM International vier jaar later afhaakte had het samen met joint-venture oprichter Philips in totaal al 130 miljoen gulden in ASML gestoken. Philips moest in de jaren daarna blijven bijspringen. Dat heeft nog eens 100 miljoen gulden gekost. Het was dus twee decennia lang een geldverbrandingsmachine.

Waarom heb je het boek geschreven?

Dat ASML rond de millenniumwisseling Canon en Nikon versloeg, maakte grote indruk op mij. In Veldhoven hoorde ik altijd dat ze de Japanners gingen verslaan. Toen dat daadwerkelijk gebeurde, krabde ik me toch wel even achter de oren. Ik werd erg nieuwsgierig: wat lag er aan de basis van dat succes en hoe hadden ze dat geflikt?

Vergeet niet dat ik ben opgegroeid in de jaren zestig en zeventig. Tijdens mijn studie in de jaren tachtig en mijn eerste tien jaar als journalist hoorde ik over Philips bijna alleen maar deprimerende verhalen. Op enkele uitzonderingen na legden ze het in de consumentenelektronica en chips steeds af. Eerst tegen Japan, later tegen heel Azië. Maar blijkbaar kon het ook anders. ASML bewees dat Nederlanders de kracht hebben om zelfs van zeer agressieve concurrenten te winnen.

En, hoe hebben ze het geflikt?

ASML is in de eerste maanden van zijn bestaan bedacht. Dat kon ik zelf moeilijk geloven, maar het is echt zo. Het is nog moeilijker te geloven dat dit op het conto van één persoon is te schrijven. Niet voor niets besteed ik een derde deel van de boeken aan directeur Gjalt Smit. Hij heeft ASML maar drie jaar geleid. De periode die ik beschrijf is tien keer langer.

Dus Gjalt Smit is de man achter ASML?

Zeker niet. Zonder Smit had ASML met zekerheid niet bestaan, maar in de hele geschiedenis kan ik makkelijk tien mensen aanwijzen die cruciaal zijn geweest. Die hebben iets uitgevonden of beslissingen genomen waarvan je kunt zeggen: als zij er niet waren geweest, dan bestond ASML nu niet of het was hoogstens een marginale speler. Daarnaast zijn er voor mijn gevoel honderden mensen die het lot van het bedrijf in handen hadden gehad. Laatst zei nog een gepensioneerde ASML’er tegen me: ‘Ik kan niet zeggen dat ASML zonder mij niet had bestaan, maar ik heb wel heel veel kansen gehad om het te verkloten.’

Wat zijn verder voor jou de hoogtepunten?

Dat Wim Troost het stepperproject eind jaren zeventig bij Philips S&I in leven wist te houden is een bizar verhaal. Troost kon dat doen met behulp van een geheim geldpotje.

Gjalt Smits vertrok in 1987 min of meer plotsklaps. Wim Troost was toen met pensioen, maar schoot toch te hulp. Toen Smits beoogde opvolger niet kwam opdagen werd Troost directeur. Door puur toeval. Het is pure slapstick en ook weer een ongelofelijk verhaal.

Ook de ontwikkeling van de winnende machine PAS5500 is een absoluut hoogtepunt. Die stepper legde de basis voor het echte succes. Het spannende aan dat verhaal is dat ASML’s optiekleverancier Zeiss in die tijd – begin jaren negentig – totaal aan de grond zat. Zeiss maakte de lenzen, de belangrijkste onderdelen voor steppers, maar presteerde niet. ASML was er totaal afhankelijk van. De Duitsers gingen in die tijd bijna failliet doordat ze in cameralenzen niet op konden tegen de Japanners. In stepper-lenzen waren ze ook niet de beste. Vooral Canon was in die tijd gewoon beter.

Zeiss zat door de samenvoeging met de Oost-Duitse vestiging in Jena bovendien in een existentiële crisis. Zeiss heeft midden jaren negentig in een paar jaar de omslag gemaakt van handmatig polijsten naar zeer geavanceerde poets-technieken met robots, polijststiften en ionenbundels. Dat viel volledig samen met ASML’s beursgang en de ramp-up van de PAS500-machines. Ik vind het een mirakel dat dit toen allemaal is gelukt.

Dieptepunten?

Het afhaken van ASM International kun je gerust dramatisch noemen. Deze partner heeft ASML samen met Philips opgericht, maar de naamgever kon de investeringen in 1988 niet meer opbrengen.

Dat was pijnlijk, want als ASM-directeur Arthur del Prado in 1983 geen ja had gezegd tegen Philips, dan hadden we nu geen ASML gehad. Del Prado nam willens en wetens een groot risico, maar mijn boek laat ook zien dat hij gedreven werd door blinde ambitie. Hij lette niet goed op en wist niet waar hij aan begon. In de eerste jaren hield hij de vinger bovendien onvoldoende aan de pols. De redder moest zijn litho-avontuur met 66 miljoen gulden bekopen. Dat was een bittere pil. Het is natuurlijk puur theoretisch, maar zijn 50 procent aandeel zou nu 25 miljard euro waard zijn.

Je gaf zelf al aan de boeken als onafhankelijk journalist te hebben geschreven. Hoe stond ASML daar tegenover?

Ik wist dat ASML behoorlijk open was, maar ik heb me toch verbaasd over het vertrouwen dat ze me schonken. Al vrij snel gaf bestuurlid Frits van Hout me alle informatie die hij in de beginjaren had verzameld. Gedetailleerde vertrouwelijke verslagen en ook zijn labjournaals kon ik inzien. Een toeleverancier die naar ASML-topman Peter Wennink belde om te vragen of het wel verstandig was om met mij te praten kreeg meteen groen licht. Dat de meeste mensen die ik sprak bereid waren om ook kritisch naar hun eigen rol te kijken, maakt het een bijzonder document.

Waarom heb je aan Wim van der Leegte gevraagd om het eerste exemplaar in ontvangst te nemen?

Wim van der Leegte heeft jarenlang tegen de stroom op geroeid. Hij bewees dat je in Nederland winstgevend kunt produceren en hij blies een groot aantal bedrijven nieuw leven in. Vaak onderdelen die het onder Philips niet redden en werden afgedankt.

ASML heeft de technici van Brainport weer zelfvertrouwen gegeven. Van der Leegte is een pionier op dat vlak, al ver voor de oprichting van ASML. Veel VDL-dochters spelen nu een cruciale rol in het ecosysteem van ASML.

Zonder ASML was onze toeleverindustrie nu niet zo sterk, maar zonder deze bedrijven zou er ook geen ASML zijn. De rol van suppliers blijft vaak onderbelicht in het hele succesverhaal, terwijl de mannen aan de draaibank nog steeds een cruciale rol spelen.

De ASML-boeken zijn vanaf 15 juni verkrijgbaar bij boekhandels Van Piere, Spijkerman en Van Grinsven. Online ook via www.techwatchbook.nl