Blue Jay Aeden, zo heet de nieuwste drone die de studenten van het studententeam Blue Jay van de Technische Universiteit Eindhoven vandaag presenteerden. In het Evoluon maakte het publiek kennis met wat volgens de studenten de eerste drone ter wereld is die emoties kan overbrengen.
Dat werkt zo. Via een ingebouwde camera en een door de studenten ontworpen algoritme herkent Blue Jay Aeden iemands gemoedstoestand en reageert hierop. Aeden heeft een scherm met ogen en wenkbrauwen waarmee hij verschillende emoties kan tonen. Als iemand verdrietig kijkt bijvoorbeeld, probeert de drone deze persoon op te vrolijken of te troosten met zijn ‘gezicht’.
Normaal gesproken bouwt het studententeam ieder jaar een drone voor een andere toepassing. Zo was er al een drone als ober, hulp in huis en eentje voor in het ziekenhuis. Maar dit jaar besloten de studenten het anders te doen. Ze gingen verder waar hun voorgangers waren gebleven. Teammanager Paul Kuppevelt legt uit hoe dat zit: “In principe is het een jaartraject. Maar door met de kennis van de vorige groep verder te gaan, krijg je een betere drone. Als we aan iets nieuws waren begonnen, was het niveau van 70 procent terug naar 20 procent gegaan. Je moet alle kennis opnieuw opbouwen. Hetzelfde geldt voor de relatie met externe partijen.”
Hulp bij brand
Net als de vorige drone van Blue Jay helpt Aeden ouderen in verzorgingshuizen naar buiten in geval van nood. Naast het sociale aspect, heeft de drone nog een aantal nieuwe functies. Zo staat het apparaat in verbinding met brandmelders. Bij brand weet Aeden precies waar hij naartoe moet. Ook kan de drone via de ingebouwde camera een livestream verzenden naar de brandweer. Hierdoor kunnen ze onderweg al een inschatting maken van de ernst van de situatie.
Volgens Van Kuppevelt gebeurt het nog te vaak dat er maar één bedrijfshulpverlener (BHV’er) aanwezig is bij een verzorgingshuis. “Bij brand moet zo’n BHV’er de ouderen zo snel mogelijk naar buiten begeleiden. Maar ouderen zijn vaak niet meer zo mobiel of hebben even nodig om de situatie door te krijgen. Hierdoor neemt een evacuatie meer tijd in beslag. Onze drone kan hierbij helpen en zo kostbare tijd besparen.”
Testen op locatie?
Om de drone te testen en verbeteren werkte Blue Jay samen met onder andere verpleeghuis Joris Zorg uit Oirschot en de Brandweer Brabant-Zuidoost. De studenten wilden op locatie testen en bewoners spreken om zo de drone te verbeteren. Eén probleem: de teamleden van BlueJay mochten het verpleeghuis niet in vanwege corona. Rik Schutte, verantwoordelijk voor de interactie tussen mens en drone, vond het een lastige periode. “Je wilt natuurlijk weten hoe ouderen op de drone reageren. Je wilt van alles testen en uitproberen. Wat vinden ze fijn? Wat niet? Hierover is nog maar weinig onderzoek gedaan, dus op locatie testen was echt belangrijk.”
Via het personeel van Joris Zorg werden alle testen alsnog uitgevoerd, maar het zorgde volgens Schutte toch voor de nodige vertraging. “Het was verre van ideaal omdat er steeds veel tijd tussen de testen en de informatieoverdracht zat. Ook is het lastig om via iemand anders je proeven te moeten doen. Je moet dan heel goed uitleggen wat precies de bedoeling is. Toch hebben we alle informatie verzameld die we nodig hadden. Ondanks de situatie hebben we er het beste van gemaakt.”
De ouderen reageerden volgens de studenten wisselend op de drone. Schutte: “Volgens de verpleegsters was de eerste reactie dat de drone er leuk uitziet. Dat was ook een focuspunt voor ons. We willen niet dat onze drone er eng uitziet. We willen hem menselijke trekjes meegeven. Maar er waren ook ouderen die wat terughoudender waren en zich vooral afvroegen wat zo’n drone kan en doet.”
Fijne sfeer rond drone
Omdat de studenten geen echte brand na konden bootsen, zijn ze via het personeel met de ouderen in gesprek gegaan om hen te vragen hoe een drone hen kan helpen. Schutte: “Ook hier is weinig onderzoek naar gedaan, dus waren onze eigen testen en gesprekken belangrijk. We zijn ervan uitgegaan dat de ouderen van zichzelf weten hoe ze reageren op paniek en wat ze in zo’n situatie nodig hebben. Hiermee hebben we verschillende scenario’s gemaakt die we nog verder uit moeten werken en onderzoeken.” Hierbij hebben de studenten ook gekeken naar sfeer rond de drone en onderzoeken ze nog of geluid een bijdrage kan leveren. “Met led-lichten aan de zijkant kunnen we een fijne sfeer rond de drone creëren. Maar misschien kan dit wel ook wel met geluid”, aldus Schutte.
Op dit moment moet de drone nog bestuurd worden, maar het is de bedoeling dat Aeden in de toekomst autonoom ouderen in het verzorgingshuis kan opsporen. Van Kuppevelt: “Via Lidar-sensoren kan de drone de omgeving goed in kaart brengen, dat gaat goed. Maar de obstakeldetectie om binnenshuis te kunnen vliegen moet nog wel beter. Ook de stabiliteit voor autonoom vliegen is een verbeterpunt.”
Om de emotiedetectie te verbeteren, hebben de studenten ‘Fearful’ en ‘Disgusted’ uit het model gehaald. Deze twee emoties kan het algoritme moeilijk onderscheiden en zorgde voor een precisie van maar 66 procent. Na het weglaten schoot dit omhoog naar 94 procent. Maar het is wel de bedoeling dat de drone in de toekomst ook angstige gezichten herkent. Schutte: “Voor nu hebben we ervoor gekozen om eerst een accuraat model te maken dat de emoties die erin zitten beter herkend. Maar paniek of angst is wel een essentiële emotie, zeker bij brand. Dus dit moet zeker nog in het model. We moeten uitvogelen hoe dit werkt, het gaat om hele subtiele verschillen die moeilijk te detecteren zijn.”
Misschien iets voor het volgende team?