Het is twee voor twaalf als het gaat om de energietransitie. Overheden, de industrie, bedrijven en consumenten weten en voelen wel dat er iets moet gebeuren om de CO2-uitstoot drastisch te verminderen, zegt Ludo Deferm, Executive Vice-President bij imec en lid van de Solliance Supervisory Board. “Maar de weg naar de doelen van 2050 is niet goed uitgestippeld.” Er is volgens Deferm een heel netwerk van kleine radertjes nodig om de klimaatverandering tegen te gaan.
In Noord-Brabant werken bedrijven, overheden en onderzoeksinstellingen nauw samen aan nieuwe toepassingen in zonne-energie. Die innovaties moeten sneller hun weg naar de markt vinden, stelt Marc Glaudemans directeur bij de provincie Noord-Brabant. “We kunnen pas impact maken als die innovaties op grote schaal worden toegepast. Daarmee lever je niet alleen impact op deze maatschappelijke opgave, maar bouw je ook een stuk industrie op. Je ontwikkelt een heel nieuw ecosysteem, met nieuwe banen en bedrijven.”
Talkshow
Solliance en de provincie Noord-Brabant sloegen de handen ineen en organiseerden met Artishock Events de Brabant Solar Day. Wat aanvankelijk een hele dag zou omvatten, met een tentoonstelling, netwerklunch en werkbezoeken aan SolarBEAT op het terrein van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en aan Solliance Solar Research op de High Tech Campus Eindhoven, werd, vanwege de corona-maatregelen, beperkt tot een online tv-uitzending.
Kijk hier naar de uitzending
In een talkshowachtige setting werd in drie paneldiscussies gediscussieerd over de klimaatverandering, de globale uitdagingen, nieuwe solar-technologieën, de integratie van zonnecellen in producten en recycling. Aan tafel zaten onder meer afgevaardigden van de Europese Commissie en het Europees Parlement, wetenschappers, zowel uit Nederland als Duitsland, bedenkers en makers van innovaties en vertegenwoordigers van bouwbedrijven.
Financiering en maatschappelijk draagvlak
Glaudemans: “Het doel was om met elkaar het gesprek te voeren en te zien wat de stand van de wetenschap is.” Zo werkt Solliance aan zonnecellen op dunne folie, wat de integratie van zonnecellen in onder meer de gevels van gebouwen en geluidswallen mogelijk maakt. “Deze innovatieve toepassing is transparant en de mogelijkheden zijn oneindig. We wilden de eerste productielijn en prototypes laten zien. Zodat bijvoorbeeld bouwbedrijven ideeën opdoen om de zonnecellen grootschalig toe te passen.” De geplande werkbezoeken werden vervangen door video’s.
“Als we de folie waar Solliance aan werkt naar de markt willen brengen, dan heb je het hele ecosysteem nodig. Niet alleen de knappe knoppen van de TU/e en High Tech Campus, maar ook de mensen die verstand hebben van financiering en van Europese programma’s die het mogelijk moeten gaan maken. Het gaat niet alleen om de technologie, maar ook om maatschappelijk draagvlak: hoe krijg je mensen bereid om dit soort producten af te nemen?” Ook noemt Glaudemans het bedrijf Lightyear dat auto’s ontwikkelt die rijden op zonne-energie. “De dunne folie kan ook op daken van auto’s of op trucks worden verwerkt.”
China
Terugkijkend is voor Deferm het gesprek dat werd gevoerd na de introductie van Tom Berendsen, lid van het Europees Parlement, een goed resultaat. Berendsen benoemde het belang om de innovatie binnen Brabant, dan wel Europa te houden. Bij de traditionele zonnepanelen had Europa de markt in handen, tot China de kosten omlaag wist te krijgen en die markt overnam. Heleen de Coninck, hoogleraar sociaal-technische innovatie en klimaatverandering aan de TU/e, verbonden aan EIRES en universitair hoofddocent innovatiestudies en duurzaamheid aan de Radboud Universiteit, was het op dat punt met hem oneens.
Een te grote afhankelijkheid is volgens haar “inderdaad riskant”. “Echter we kunnen het erg vinden dat China de meeste zonnepanelen produceert, maar als China dat niet gedaan had, dan was er nooit zo’n kostenverlaging geweest. China investeerde en daar hebben wij nu ook de voordelen van.” Het helpt volgens de hoogleraar niet om je als land je af te sluiten. “Als we de energietransitie echt willen laten gebeuren, over de hele wereld, dan moeten alle landen profiteren. Lokale innovatie is goed als je ook andere landen weet te interesseren dat die technologie goed voor dat land is.”
Deferm is het met haar eens. “Het is goed om als Europa te kijken waarom China bij de traditionele zonnepanelen de macht heeft overgenomen. Dat heeft voornamelijk te maken met de aanpak daar. Europa moet zich niet isoleren. Ik besef dat er gebruik van kennis van Europese spelers is geweest en nog is, maar ik geloof en ik denk dat Europa daaruit kan leren in plaats van zich op te sluiten in een isolement.”
Boosterprik voor innovatie
Volgens Deferm is het nodig om sommige toepassingen als overheid te gaan promoten. “Zoals integratie van zonnepanelen in gebouwen. Door regelgeving op te stellen dat die materialen gebruikt worden. En het toepassen in overheidsgebouwen. Dan geeft de overheid het goede voorbeeld.”
Gerard de Leede zat aan tafel om het over productontwikkeling te hebben. Volgens hem is er een andere manier van investeren nodig. Met start-up Solarge gaat hij zonnepanelen van kunststof op de markt brengen. Een zonnepaneel van Solarge weegt 50 procent minder dan een van glas. De Leede heeft als ambitie om de meest duurzame panelen van de wereld te maken. “Wij hebben zelf voor 23 miljoen euro aan opdrachten, letters of intent, maar onze fabriek moet nog worden gebouwd. Dat is een risico voor investeerders. Je ziet dat investeerders eerder hun geld inzetten op een zonne- of windpark. Dat is veiliger. Maar daar help je de innovatie niet mee verder.”
Binnen Europa kan een project een zogenoemde Important Project of Common European Interest-status krijgen (IPCEI). “Daarmee zegt de EU dat een land onder condities aan zo’n project staatssteun mag toestaan. De Nederlandse staat of de EU kan dan een bedrijf financieel steunen tot het niveau dat echt nog nodig hebben om in de markt te komen.” Volgens De Leede wordt er binnen Nederland nog geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. “Waarom dat is, dat weet ik niet, maar het zou een boosterprik zijn voor de innovatie.”
De weg
Ook Peter Toonssen, programmamanager en business developer bij TNO/Solliance, en Arno Dumoré, CEO van Duflex Mechatronics, lopen tegen de huidige manier van investeren en subsidiëren aan. Recent startte TNO op Brainport Industries Campus (BIC) een initiatief voor een pilot-productielijn voor het volledig geautomatiseerd produceren van flexibele zonnecelfolie. Duflex en Maan Group bouwden de machine die folies voor verschillende doeleinden kan maken.
Toonssen: “Ik merkte in gesprekken met producenten en bijvoorbeeld bouwbedrijven dat de wens naar energieneutraliteit er is, maar de weg ernaartoe zien de bedrijven niet. Ze komen niet verder dan standaard panelen inkopen. Wat ze het liefst zouden willen, is zelf met een product naar de markt gaan, waar ze hun naam aan kunnen verbinden. Dat je een halffabricaat in je eigen fabriek kunt verwerken. Die route volgen we met de pilot op BIC.”
De financiering voor de machine kwam er. Maar Dumoré en Toonssen ondervinden vertraging als het gaat om de volgende stap: er echt mee gaan werken. Dumoré: “Bedrijven willen wel, alleen een subsidie vanuit bijvoorbeeld de RVO (Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland) blijft uit, omdat het om een ‘pilot’ gaat. Vanuit de overheid is waarschijnlijk gedacht: we hebben een auto gekocht en die gaat vanzelf rijden. Maar er is brandstof, onderhoud en er zijn procedures voor nodig om te gaan draaien. Dat is niet iets wat een bedrijf kan trekken.”
Opslag
Voor Glaudemans ligt de meerwaarde van een dag als Brabant Solar Day dan ook in het horen waar partijen tegenaan lopen. “De provincie is geen wetgevende overheid, maar wij kunnen wel bij het rijk lobbyen om wetgeving aan te passen. Of pleiten voor tijdelijke pilot ruimte om innovaties uit te proberen. De regelgeving loopt altijd achter, je moet een ruimte creëren waarin je tijdelijk toch de zaken kunt uitproberen.”
Ook Deferm noemt het een waardevolle dag. Alhoewel hij de discussie over de opslag van een overschot aan zonne- en windenergie ook graag had gevoerd. “Deze bronnen van energie zijn niet continu aanwezig. Hoe vang je het op en wat doe je met de opslag? Meer zonnepanelen en windturbines alleen is niet de oplossing. Daarmee vervang je de gas- en oliecentrales niet. We moeten de discussie voeren over hoe je voor een continue bevoorrading van elektriciteit aan huizen en gebouwen kan zorgen? Maar dat is wellicht iets voor een volgende keer.”
Netwerken
Het kostte nogal wat kruim om de oorspronkelijke dag om te zetten naar een online event, laat Ulrike Lerche, projectcoördinator Brabant Solar Day en beleidsmedewerker Internationale Innovatiesamenwerking bij de provincie Noord-Brabant, na afloop van het event weten. Maar zij kijkt tevreden terug. “We hebben als Brabant Solar Day-organisatiecomité een mooi en geslaagd event neergezet. Een van onze hoofddoelen was om de uitwisseling met bekende en nieuwe samenwerkingspartners uit binnen- en buitenland te bevorderen. Hoewel het evenement uiteindelijk alleen online kon plaatsvinden, zien we dat er na afloop van het event toch nog steeds genetwerkt wordt. Zo gaat bijvoorbeeld Solliance in gesprek met Duitse partijen uit de bouwsector en energiesector om concrete samenwerkingsopties te verkennen. Verder zijn Solarge en Stichting Open van plan om samen een recycling-techbedrijf in Grenoble te bezoeken. Dat verheugt ons uiteraard.”