Iedereen in Nederland kan zich ongetwijfeld nog de enorme ophef herinneren in 2018 en 2019 over verhongerende herten en Konikpaarden in de Oostvaardersplassen. Het was internationaal nieuws. Er waren spoeddebatten in de Tweede Kamer. De reden: mensen willen geen lijdende dieren zien, laat staan dode dieren. En als ze dood zijn dan moeten ze zo snel mogelijk worden opgeruimd.
Volgens onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) en het Duitse Centrum voor biodiversiteitsonderzoek (iDiv) is dat echter een enorme blunder. Uit hun studie in de Oostvaardersplassen blijkt eens te meer hoe belangrijk kadavers zijn voor het ecosysteem. Natuurlijk trekken dode dieren aaseters aan zoals gieren, vliegen of kraaien. Maar veel verrassender is dat ook veel planten profiteren van kadavers in de omgeving.
De onderzoekers roepen daarom overheden op om de wettelijke regels voor het verplicht opruimen van dode dieren te versoepelen, vooral in natuurgebieden, zodat die beter kunnen worden beschermd. Het zijn met name EU-regels die een obstakel vormen voor beter natuurbeleid.
Dood hout geaccepteerd, dode dieren niet
“Dat we dood hout laten liggen in het bos is door de meeste mensen inmiddels wel geaccepteerd, wat veel dier- en plantensoorten ten goede komt”, zegt professor Chris Smit van de Rijksuniversiteit Groningen. “Maar de aanblik van een dood dier in de natuur is toch vaak nog een maatschappelijk taboe. En dat is jammer gezien de grote waarde die kadavers hebben voor het ecosysteem en de biodiversiteit”,
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het researchmagazine Plos One. Het uitgangspunt van de studie was om te kijken wat er gebeurt in twee gebieden: de een met kadavers, de ander zonder.
Kruldistels en andere planten
Het resultaat was, zoals verwachten, dat er op het ene stuk grond meer vleesetende insecten waren dan op het ander. Maar de vleesetende insecten bleken ook plantenetende insecten aan te trekken en die stimuleerden op hun beurt weer de groei van bepaalde planten zoals de kruldistel.
Volgens onderzoeksleider en postdoctorandus aan de iDiv, Roel van Klink, waren er in het gebied met kadavers vijf keer zoveel van deze planten te vinden als in het gebied zonder kadavers. Wat hem vooral verbaasde was hoe lang een kadaver invloed blijft houden op het ecosysteem. “Dat een dood dier nog na vijf maanden invloed heeft op de dier- en plantenwereld heeft ons echt verbaasd. Zeker omdat de Oostvaardersplassen van nature heel rijk aan voedingsstoffen is.”