Author profile picture

Wereldwijd claimen meer dan twintig landen stukken van de internationale zee voor diepzeemijnbouw, gedreven door de behoefte aan zeldzame metalen voor technologische ontwikkelingen en energietransitie. China leidt met vijf kavels, terwijl milieuorganisaties waarschuwen voor de snelle ontwikkelingen. Wetenschappers benadrukken de aanzienlijke en langdurige schade aan het diepzee-ecosysteem, waarbij herstel decennia kan duren. Het evenwicht op de zeebodem, thuisbasis van unieke diersoorten zoals de octopus Casper, staat op het spel. 

Waarom dit belangrijk is:

De race om de bodemschatten van de diepzee te bemachtigen, is volop aan de gang. Het gaat hier niet enkel om economische belangen, maar ook om de gevolgen voor kwetsbare mariene ecosystemen. De Internationale Zeebodemautoriteit (ISA), verantwoordelijk voor het reguleren van mijnbouwactiviteiten op de zeebodem buiten nationale rechtsgebieden, staat voor een complexe taak.

De groeiende vraag naar zeldzame metalen vanwege de energietransitie en de afhankelijkheid van bronnen in geopolitiek instabiele regio’s, heeft landen zoals China, maar ook Europese staten, aangespoord om diepzeemijnbouw te overwegen. Deze landen hebben bij ISA kavels aangevraagd voor de exploratie van zogenaamde metaalknollen, rijk aan nikkel, kobalt, mangaan en koper.

Herstel van het ecosysteem: een traag proces

De impact van diepzeemijnbouw reikt verder dan het zichtbare oog. Wetenschappelijke studies, onder andere uitgevoerd door het Max Planck Instituut voor Mariene Microbiologie, hebben aangetoond dat verstoringen van de zeebodem langdurige gevolgen hebben. De natuurlijke ecosysteemfuncties en de microbiële gemeenschappen herstellen zich maar moeizaam. In sommige gevallen kan het decennia duren voordat de diepzeebodem weer haar normale functie volledig kan hervatten.

Onderzoek in het tropische oostelijke deel van de Stille Oceaan, uitgevoerd door onder meer Duitse wetenschappers, wijst uit dat de schade aan het bacteriële leven op de zeebodem zelfs na 26 jaar nog steeds duidelijk aanwezig is. Deze bevindingen tonen aan dat de diepzee een zeer gevoelig systeem is, waarbij menselijke interventie langdurige, potentieel onomkeerbare effecten kan hebben.

Internationale regelgeving en handhaving

De vraag rijst hoe deze activiteiten op de bodem van de zee worden gereguleerd en gecontroleerd. De ISA speelt hier een sleutelrol, maar met 24 landen die een moratorium ondersteunen, inclusief landen met een kavel, is het duidelijk dat er geen consensus bestaat over de beste manier om deze nieuwe vorm van mijnbouw te benaderen.[Trouw.nl]

België, bijvoorbeeld, pleit ervoor dat ten minste 30% van de wereldzeeën beschermd moet worden voordat diepzeemijnbouw zelfs overwogen kan worden. Het land benadrukt het belang van bescherming, wetenschappelijke kennis en milieureglementering alvorens te starten met ontginning. Nederland neemt een wat halfslachtiger standpunt in. 

In een brief aan de Tweede Kamer, schreef toenmalig minister Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra vorige zomer dat de winning van mineralen “op internationale zeebodem aantoonbaar geen significante schade aan het mariene milieu, ecosysteem en biodiversiteit zou mogen aanrichten”.  Nederland wil pas instemmen met eventuele exploitatieactiviteiten “indien er een internationale regeling is aangenomen waarin die [red: milieu-] voorwaarden zijn verankerd en indien een toekomstige aanvraag voor exploitatie aan die voorwaarden voldoet.”

Wat kunnen we leren van de zee? Welke rol kan de oceaan spelen in het opwekken van duurzame energie? En hoe kunnen innovaties ons helpen beter voor de zee te zorgen? generating renewable energy? Je leest het in ons nieuwste magazine IO Next: The Ocean.

De Verenigde Naties schoven een beslissing over diepzeemijnbouw vorige zomer, tijdens een bijeenkomst in Jamaica, opnieuw voor zich uit. Er werd geen toestemming gegeven voor het winnen van metalen op de bodem van de oceaan voor batterijen van elektrische auto’s. Al sinds 1994 wordt er in VN-verband gesproken over de voorwaarden voor diepzeemijnbouw, maar tot nu toe zonder resultaat. De meeste grondstoffen bevinden zich in internationale wateren – ze zijn dus van iedereen en niemand tegelijk. Met het uitstellen van de beslissing, begint de tijd te dringen. Landen en bedrijven die een vergunning aanvragen om grondstoffen te winnen, moeten volgens het zeerecht binnen twee jaar antwoord krijgen.

Economische belangen versus milieu

Aan de ene kant zijn er de economische voordelen. Bedrijven zoals GSR, onderdeel van het Belgische baggerbedrijf DEME, investeren miljoenen in onderzoek naar diepzeemijnbouw. Studies tonen aan dat ontginning en verwerking van mineralen uit de diepzee tot 40% minder CO₂-uitstoot kan veroorzaken dan mijnbouw op het land.

Aan de andere kant staan de zorgen om het milieu. Marien biologen, zoals Ann Vanreusel, onderstrepen dat de ontginning van de zeebodem niet haaks hoeft te staan op de bescherming van de oceanen. Maar de wetenschappelijke consensus is duidelijk: diepzeemijnbouw kan ernstige verstoringen veroorzaken, van het vernietigen van habitats tot het veroorzaken van stofwolken en geluidsoverlast voor zeeleven zoals walvisachtigen.

Alternatieven en toekomstperspectieven

Hoewel diepzeemijnbouw als een mogelijke oplossing wordt gezien om aan de vraag naar zeldzame metalen te voldoen, bestaan er alternatieven. Zo kunnen technische innovaties de afhankelijkheid van deze metalen reduceren. Ook kunnen metalen worden teruggewonnen uit afval van de mijnbouw en van consumenten, wat de noodzaak voor nieuwe mijnactiviteiten kan verminderen.

De discussie rond diepzeemijnbouw is veelzijdig en complex. Terwijl economische belangen en de behoefte aan grondstoffen voor de energietransitie een krachtige drijfveer vormen, roept de bescherming van kwetsbare mariene ecosystemen om een voorzichtige en goed gereguleerde benadering. Wetenschappelijke kennis en internationale samenwerking zullen cruciaal zijn om een duurzame balans te vinden tussen economische vooruitgang en milieuverantwoordelijkheid.