Het coronavirus is niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. In januari verbaasden we ons over de bizarre lockdown in China. Nog geen half jaar later kunnen we in Europa terugkijken op onze eigen varianten op het ‘draconische’ beleid dat niemand voor mogelijk hield.
Voor Europa begon de ellende in het midden van februari. Toen kreeg het noorden van Italië ineens te maken kreeg met een sterke toename van COVID-19-besmettingen. Via Lombardije en later ook Oostenrijk en Zwitserland verspreidde het virus zich in de weken daarna naar elke uithoek van het continent.
De regeringen kregen een duivels dilemma voorgeschoteld: wat te doen? In deze reeks van vier artikelen nemen we de strategieën van verschillende landen in Europa en de rest van de wereld onder de loep. Waar ging het goed en waar ging het mis? Nadat in de vorige episode gestuntel en spijt een hoofdrol speelden, staan deze episode de drie Europese succesverhalen centraal.
Noorwegen – Snel Scandinavisch schakelwerk
Tussen 17 en 24 februari was het in Noorwegen wintervakantie. En aangezien Noren uiterst fanatieke wintersporters zijn, reisden ze in die week massaal naar Oostenrijk en Italië. Eenmaal thuis bleken enkele weken later honderden van hen COVID-19 opgelopen te hebben. Het virus verspreidde zich in de begindagen van maart een stuk sneller dan in de buurlanden. Op 12 maart – zes dagen voor Nederland – ging het land in een lockdown om het tij te keren. Deze restricties gingen minder ver dan in Frankrijk, maar er was in Noorwegen wel meer gesloten dan in bijvoorbeeld Duitsland.
Een kleine maand later was de pandemie volgens de minister van volksgezondheid Bent Høie onder controle. Terwijl grote delen van Europa begin april juist in de allerergste fase zaten, werd bij de Noren het sein ‘brandmeester’ al gegeven. Door het snelle ingrijpen, weinig besmettingen, vele testen en vrij royale capaciteit op de intensive cares, heeft COVID-19 in dit land nooit echt voor een bedreiging gevormd. Test, tracé, isolate, is tot op de dag van vandaag de strategie geweest. Landen als Denemarken, Finland en de Baltische Staten voerden een vergelijkbare strategie uit.
Drie maanden later spreken cijfers voor zich: 8.862 diagnoses en slechts 249 doden. Het tempo waarop het dunbevolkte en steenrijke Scandinavische land de situatie onder controle kreeg, mag best indrukwekkend genoemd worden. In de begindagen leek Noorwegen van de Scandinavische landen de grootste voltreffer te incasseren; maar door snel te handelen werd de epidemie snel ingedamd. Het verschil met buurland Zweden is inmiddels als dag en nacht met relatief sterftecijfer dat maar liefst 11x lager ligt.
Duitsland – Decentrale Duitse degelijkheid in coronatijd
Dat Duitsland goed bestand was tegen een pandemie, zal weinig wenkbrauwen doen fronsen. Dit is al sinds het begin vrij duidelijk geweest. Het officiële dodental spreekt voor zich: iets meer dan 9000. Uiterst weinig met andere grote EU-landen zoals Frankrijk. (29.778), Spanje (28.343), Groot-Brittannië (43.575). Duitsland deed eigenlijk hetzelfde als Noorwegen, maar dan in een land dat 17 keer zo groot is.
Het land kon de capaciteit van de intensive cares binnen een paar weken gigantisch opschalen, heeft altijd veel getest en vond hele zware lockd0wnmaatregelen niet nodig. Het land ging op 22 maart op federaal niveau op slot. Een stuk later dan de meeste andere Europese landen. Toch waren de problemen hier nooit echt groot. De ziekenhuisbedden waren zelfs dermate ruim voor handen dat de Duitsers patiënten uit buurlanden toelieten.
Een groot deel van het coronabeleid is door de zeventien deelstaten bepaald. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Frankrijk kon hierdoor al vanaf het begin een gedecentraliseerd pandemiebeleid worden doorgevoerd. Deze gedecentraliseerde mindset hebben ze verder uitgewerkt waardoor lockdowns nu per district van een paar honderdduizend inwoners kunnen worden uitgevoerd. Warendorf en Gütersloh in Nordrhein-Westfalen lieten de afgelopen weken een flinke piek zien in het aantal besmettingen. Heel Nordrhein-Westfalen – 17 miljoen inwoners – op slot gooien is hierdoor niet nodig.
Deze maand lanceerden de Duitsers als eerste van Europa hun corona-app die al 12 miljoen maal gedownload werd, daadwerkelijk functioneel is en geen privacyliefhebbers in de gordijnen heeft gejaagd.
Tsjechië – Luisteren naar Taiwan; goed plan
Dat Noorwegen en Duitsland de crisis goed het hoofd zouden bieden, heeft voor een groot deel te maken met de kwaliteit van hun zorgstelsel en het feit dat het behoorlijk rijke landen zijn. Toch bewijst Tsjechië dat je ook met een minder medische middelen en financiële mogelijkheden zo’n pandemie behoorlijk de baas kan blijven. Hoe? Met juiste bondgenoten. Een van de belangrijkste oorzaken dat COVID-19 kon uitgroeien tot een pandemie, was de aanvankelijke doofpotpolitiek in China. Het zou immers allemaal wel meevallen met dat ‘griepje’.
Als er een land bestaat dat informatie uit China wantrouwt, dan was het Taiwan wel. Dat probeerde de wereld al in januari te waarschuwen voor de gevaren van het coronavirus, maar deze onheilspellende geluiden waren bij onder meer de WHO aan dovemansoren gericht. Tsjechië is sinds een diplomatiek conflict over zustersteden met China in korte tijd veranderd in een trouwe bondgenoot van Taiwan dat zijn uitermate succesvolle strategie al sinds januari met de Tsjechen deelde. Al op 8 februari werd vliegverkeer van en naar China geschrapt.
Tsjechië ging net als Noorwegen op 12 maart in een behoorlijk strikte lockdown, nadat er nog geen honderd positieve diagnoses waren geteld, maar pakte het veel drastischer aan. Drive-in testlocaties waren op 14 maart al operationeel en omdat de Tsjechen dankzij hun Aziatische bondgenoot wisten wat eraan kwam, is er in het land nooit een tekort geweest aan mondkapjes die per 19 maart verplicht werden. Transparantie, draagkracht onder de bevolking, innovatieve oplossingen en duidelijke communicatie zijn altijd topprioriteit geweest.
Met slechts 348 sterfgevallen op 11.604 besmettingen kan het land zich op het gebied van mortaliteit meten met de Europese top. Andere Vicegrad-landen zoals Polen, Hongarije en Slowakije die dit voorbeeld volgden, hebben eveneens weinig problemen gehad met de eerste golf van de pandemie. Deze pro-actieve strategie heeft ervoor gezorgd dat Slowakije het laagste aantal positieve diagnoses per hoofd van de bevolking van heel Europa. En Taiwan? Dat wordt met slecchts 447 besmettingen en 7 slachtoffers inmiddels gezien als de wereldkampioen in COVID-19 bestrijden.
Deze landen in dit artikel vormen niet per se een ranglijst met de drie ‘beste’ coronalanden. Ook in Hongarije, Estland, Finland, Bulgarije, Oostenrijk, Zwitserland, Slowakije en Griekenland kan van een vrij adequaat coronabeleid gesproken worden. De data die gebruikt is voor de ondersteunende informatiekaarten is openbaar toegankelijk via Google Sheet.