Een stukje vis gekweekt in het lab, of ‘kipfilet’ gemaakt van speciale schimmels. Het zijn veelbelovende alternatieven in een wereld waar traditioneel vlees en vis steeds meer ter discussie staan. Verslaggever Elcke Vels bezocht de Berlijnse start-ups Bluu Seafood en Bosque Foods: twee pioniers in de voedingsindustrie.
Waarom je dit moet weten:
Langzaam maar zeker gaat de wereld voor een voedselsector met zero impact. Bluu Seafood en Bosque Foods dragen daar aan bij.
De komende jaren staat de wereld voor een grote uitdaging: de groei van de wereldbevolking. Volgens voorspellingen van de Verenigde Naties zal de wereldbevolking in 2050 de grens van negen miljard overschrijden. Het voeden van negen miljard monden legt een grote druk op de voedselindustrie en put hulpbronnen zoals landbouwgrond, water en energie snel uit.
Tegelijkertijd worden er steeds meer duurzame alternatieven ontwikkeld voor conventioneel vlees en vis. Berlijn bruist van de innovatieve start-ups die zich hierop richten. Dus jas aan: ik ging op pad.
Labgekweekte vis
Bluu Seafood ontwikkelt in het laboratorium gekweekte vis. Het is een innovatief antwoord op de problemen rond overbevissing, de vervuiling van visfilets met zware metalen en microplastics, en dierenmishandeling.
Op het kantoor in Berlijn word ik verwelkomd door Cornelius Lahme. Hij is verantwoordelijk voor de marketing en communicatie van het bedrijf. Hoewel Bluu 35 werknemers telt, is het verdacht stil op kantoor. Terwijl Lahme een kop koffie voor me zet – met melk, zonder suiker – vraag ik waar de rest van zijn team is. “Iedereen is druk bezig geweest met verhuizen van Lübeck naar Hamburg.” Bluu gaat namelijk level up: “We gaan eindelijk opschalen”, legt Lahme uit.
Eerst de basis: wat is laboratoriumgekweekte vis precies? Lahme: “We gebruiken stamceltechnologie. Dit begint met een eenmalige ‘visbiopsie’. Op dit moment hebben we celculturen van regenboogforel en Atlantische sint-jakobsschelp. Vervolgens kweken we de stamcellen tot complete cellijnen.”
Bluu kweekt verschillende soorten cellen, legt Lahme uit. “Om een visproduct te maken, heb je verschillende soorten cellen nodig, zoals vet- en spiercellen. Een van onze teams richt zich nu op het ontdekken en kweken van nieuwe cellen van hoge kwaliteit die zo snel en efficiënt mogelijk kunnen delen.” Hierdoor kan het bedrijf de productiecapaciteit opschalen.
Deze cellen worden uiteindelijk gemengd met andere ingrediënten om lekkere visproducten te maken, zoals visballetjes en vissticks. Volgens Lahme smaken ze heerlijk. “Helaas kan ik je nog niets laten proeven. Dat heeft te maken met de strenge regels hier in Duitsland. Maar ik kan je verzekeren: Ik proef geen verschil met ‘normale’ visproducten.”
De huidige uitdaging voor Bluu ligt dus in het opschalen van de productie. Het bedrijf stapt over op een bioreactor van 50 liter waarin de benodigde cellen worden gemaakt. Dat is precies vijf keer zoveel als voorheen. Europeanen moeten nog even geduld hebben voordat ze in het lab gekweekte vis op hun bord hebben liggen. “Momenteel werken we aan een proof of concept voor Singapore. Daarna richten we ons op de VS en pas daarna op Europa. Dit heeft te maken met bureaucratie en strenge regelgeving in Europa.”
Lahme kijkt uit naar wanneer de eerste producten in de schappen liggen. “Het feit dat we kunnen opschalen is in ieder geval een signaal dat de industrie van labgekweekte vis volwassen wordt.”
‘Kipfilet’ van schimmels
Op minder dan een kilometer van het kantoor van Bluu bevindt zich een andere veelbelovende start-up die een revolutie teweegbrengt op ons bord: Bosque Foods. Ik word enthousiast begroet door een van de medewerkers. Bosque zit middenin een brainstormsessie; overal hangen post-its. Ik krijg al snel een kopje gemberthee aangereikt. Tegenover me zit Isabella Iglesias-Musachio. Zij richtte Bosque op in 2022. Vol enthousiasme vertelt ze: “Wij werken met mycelium, het wortelnetwerk van schimmels. De textuur van deze wortels is perfect om vleesvervangers van te maken.”
De vleesvervangers van Bosque worden gemaakt van afvalproducten uit de landbouwindustrie, zoals zaagsel of graanbrokken, wat bijdraagt aan de circulariteit van de sector. Het productieproces van de myceliumproducten verbruikt ook aanzienlijk minder energie en water in vergelijking met conventionele eiwitproductie.
Er zijn vandaag al een aantal bedrijven die mycelium gebruiken voor producten als ‘leer’ of ‘plastic’. Mycelium wordt ook al gebruikt in de voedselindustrie, maar daarbij gebruiken bedrijven een soort bierbrouwtechniek, legt Iglesias-Musachio uit. Ze centrifugeren de substantie en dan ontstaat er een soort papje. Hiervoor zijn echter veel additieven nodig. Uiteindelijk is het resultaat een zwaar bewerkt product. Dat moet anders kunnen, dacht de ondernemer een paar jaar geleden. “We kweken mycelium in vaste structuren en hoeven deze nauwelijks te bewerken.”
Maar smaken die structuren ook een beetje? “Ik vind van wel, maar misschien is het objectiever om naar toekomstige consumenten te luisteren,” zegt de CEO. “We hebben deelgenomen aan verschillende proeverijen en krijgen vaak te horen dat de smaak van ons product heel dicht in de buurt komt van vlees. Sommigen zeggen zelfs dat het ‘het beste alternatief is dat ze tot nu toe hebben geprobeerd’.
Momenteel is Bosque druk bezig met het aantrekken van kapitaal. Daarna ligt de focus op het opschalen van de productie. Tegen het einde van het jaar wil het bedrijf honderden kilo’s kunnen produceren. “Je kunt in ieder geval niet zeggen dat we niet ambitieus genoeg zijn”, zegt ze lachend.
Het eerste product dat Bosque naar de consument zal brengen is de ‘kipfilet’. Wanneer precies is nog niet bekend. “Maar ik ben ervan overtuigd dat het binnen dit jaar zal gebeuren. Ons product op de markt brengen kost minder tijd dan kweekvlees; de regelgeving is in ons geval een stuk flexibeler.”
Gemüse Kebab
De twee interviews zitten erop. Al dat geklets over eten zorgt voor een rommelende maag. Op de terugweg schiet ik nog even een kebabzaak in. Geen visballetjes of myceliumfilet op het menu vanavond. Maar de vegetarische Gemüse Kebab, die je op elke straathoek in Berlijn kunt vinden, is zeker geen slechte optie.