De manier waarop we op dit moment omgaan met schaarse grondstoffen is niet houdbaar. Volgens aanhangers van de degrowth beweging kunnen we de aarde alleen leefbaar houden als we minder grondstoffen en minder energie gaan gebruiken. Egbert Dommerholt is lector biobased business valorization aan de HanzeHogeschool Groningen, hij zegt dat we de term groei anders moeten benaderen.
“We zien dat de groei die we nastreven consequenties met zich meebrengt. Hier kunnen we niet omheen”, aldus Dommerholt. Grondstoffen raken op, biodiversiteit verslechtert en steeds meer mensen krijgen te maken met de gevolgen van klimaatverandering, zo somt hij op. We moeten minder energie en grondstoffen gebruiken, als het aan de volgers van degrowth ligt. “Die ontgroeiing moet selectief gebeuren, zuidelijke economieën moeten nog groeien, maar wel op een groene manier. Terwijl de rijke economieën juist moeten ontgroeien. Hoe kunnen we dit voor elkaar krijgen en tegelijkertijd het welzijn bevorderen? Daar gaat degrowth wat mij betreft over.”
Dommerholt citeert hiervoor Katherine Trebeck, politicoloog en lid van de Wellbeing Economic Alliance, gericht op een welzijnseconomie, die de Tegenlicht-aflevering ‘De ontgroeiers’ opent met: ‘Kunnen we ons een economie voorstellen die beter is dan groei?’ Dommerholt: “Dat vind ik een hele mooie omschrijving.”
Hoe moet een economie beter dan groei eruit komen te zien?
Dommerholt steekt meteen van wal: “Het betekent dat we onze levensstijl en consumptiepatronen moeten aanpassen. Hoe gaan we dat organiseren?” Hierop geeft hij zelf het antwoord en schetst een economie waarin consumenten een beperkt grondstoffenbudget hebben. Willen ze met het vliegtuig naar Spanje? Dan gaat dit van het budget af. Op deze manier zijn consumenten volgens Dommerholt veel bewuster van het gebruik.
“Zo kunnen ze koolstofinname uitsparen door minder vlees te eten of duurzamer op vakantie te gaan. Mensen kunnen wel permits bijkopen, maar het houdt een keertje op. Die realiteit komt op ons af. Niet over tien jaar, maar ik denk wel dat een volgende generatie hier mee te maken krijgt.”
Dommerholt is ervan overtuigd dat bedrijven in deze nieuwe economie winstmaximalisatie moeten loslaten. “We staan binnen de economie voor een dubbele transitie. Niet alleen moeten we overstappen naar een meer duurzame en circulaire economie, maar we staan ook aan de voet van een waardetransitie. Bedrijven zullen in de toekomst niet meer bezig zijn met zoveel mogelijk geld verdienen. Zij gaan hun bijdrage aan de samenleving maximaliseren.”
Hoe moet dat eruit zien dan?
“Nu heb je bedrijven als McDonald’s die via de markt de lekkere trek stillen. Dit bedrijf is bezig met de aandeelhouders en winstmaximalisatie, en bewijst de samenleving daarmee geen dienst. Maar je kunt het anders bekijken en denken aan andere strategieën of businessmodellen. Een van de social development goals van de VN is het uitroeien van honger in de wereld. Daar kan McDonald’s aan bijdragen, maar dan met een totaal andere waardepropositie. Om de samenleving een dienst te bewijzen zouden bedrijven juist aan de oplossing van dit soort maatschappelijke problemen moeten bijdragen.”
Ook Dommerholt ziet dat er ‘vele lichtjaren tussen de uitdagingen en oplossingen liggen’. Voor deze oplossingen heb je volgens de lector ‘verdraaid snelle ruimteschepen nodig’. We hebben een andere mindset nodig. “Het monetair perspectief waarin we ons nu bevinden, is lastig los te laten. In de omslag naar een alternatief kan het onderwijs een belangrijke rol spelen. Nu leren studenten dat de belangrijkste belanghebbenden in bedrijven aandeelhouders en consumenten zijn. Maar waarom kijken we niet naar bijvoorbeeld medewerkers? Om hier een antwoord op te geven moeten we terug naar de industriële revolutie. Toen is dat financiële perspectief ontstaan door alles in geld uit te drukken. Hierbij zijn alle baten voor bedrijven, terwijl de lasten, zoals vervuiling of andere sociale aspecten voor rekening van de samenleving komen. Die verhouding is compleet scheef.”
Tegenstanders van degrowth voelen er weinig voor om met minder grondstoffen (of spullen) te moeten doen, alsof ze van alles niet meer mogen. Hoe kijk jij hiernaar?
“Tegen het einde van deze eeuw sterven er jaarlijks tussen de 7,3 en 8,5 mensen per honderdduizend inwoners als gevolg van klimaatverandering, laat onderzoek zien. Op wereldniveau gaat het om heel grote aantallen per jaar. Zoals we nu omspringen met grondstoffen kan niet langer. We kunnen het ons niet permitteren niets te doen”, legt Dommerholt uit.
“Met name in het Westen hebben we alles wat ons hartje begeert. We worden er echt niet minder van als we van alles een beetje minder hebben. Door onderzoek weten we inmiddels dat mensen maar tijdelijk gelukkig worden van de aanschaf van producten. Dus waarom moeten we almaar groeien? Er zit gewoon een plafond aan het geluksniveau dat je door spullen of inkomen kunt bereiken. Sterker nog, er zijn genoeg armere landen waar ze veel minder geld hebben en waar inwoners zich zeer gelukkig voelen. Costa Rica is daar een goed voorbeeld van”, aldus Dommerholt.
Zorgt een circulaire economie voor minder focus op groei?
“Dat denk ik niet per se. Autobanden kun je wel recyclen om er weer banden van te maken, maar een deel van het rubber is fijnstof geworden. Dat kun je niet meer terugwinnen. Een circulaire economie klinkt heel erg leuk, maar energie die je verbruikt ben je kwijt. Er zitten gewoon nog heel wat haken en ogen aan een compleet circulaire economie.”
Volgens de lector doen we erg ons best om de negatieve effecten van het huidige systeem op te vangen. Dat is hoogstwaarschijnlijk niet genoeg. “We willen heel graag van de fossiele brandstof af en zetten overal windmolens en zonnepanelen neer. Maar om voldoende zonnecellen te produceren, is er waarschijnlijk niet genoeg zand en koper om ze allemaal te maken.”
Komt er op een gegeven moment geen omslagpunt?
“Zoals we nu bezig zijn niet. De economie groeit harder dan dat de duurzaamheid toeneemt. De schattingen lopen uiteen, maar McKinsey schat dat we nog maar voor 70 jaar ijzererts hebben. Ook de voorraad koper is eindig. Het is heel mooi dat we nu CO2-afvanginstallaties bouwen, maar zo lang we blijven groeien is dit het paard achter de wagen spannen.”
Het klinkt nu allemaal wat pessimistisch.Toch is Dommerholt ervan overtuigd dat het anders kan. Samen met zijn studenten zoekt hij naar economische modellen die minder nadruk leggen op groei. “Hoe moet die gewenste toekomst eruit zien? Hoe kom je daar? Door studenten hier zelf over na te laten denken kom je tot andere inzichten. Ze bouwen hier hun eigen businessmodellen omheen die niet alleen bezig zijn met financiële groei”, legt Dommerholt uit.
De lector is niet de enige die een nieuwe lichting studenten op een andere manier naar economie laat kijken. Rethinking Economics is een internationale groep van studenten, academici en professionals. Zij denken over nieuwe economische modellen die verder gaan dan financiële groei. Zij organiseren lezingen, evenementen, onderwijs en andere activiteiten om economische modellen dichter bij de werkelijkheid te brengen. Dommerholt wordt enthousiast van dit soort initiatieven.
“Laten we kijken naar welzijn in plaats van welvaart. Niet naar financiële groei, maar naar zingeving of betekenis. Ik zie dat ook terug bij steeds meer jongeren, zij willen het anders zien. Ze willen geen gat in de markt vullen, maar iets aan de samenleving toevoegen dat er nog niet is. Zonder dat ze hierbij de planeet slechter achterlaten.”