Deep Branch: diervoeding uit afgevangen CO2

Deep Branch is een biotechnologiebedrijf voor koolstofrecycling. Ontstaan in Nottingham, treft het nu de voorbereidingen voor de bouw van een eerste fabriek op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. Deep Branch gebruikt microben om koolstofdioxide uit industriële emissies om te zetten in producten zoals diervoeding. De eerste commerciële activiteiten van de start-up liggen in het Verenigd Koninkrijk en Nederland.

Het Britse biotechbedrijf gaat op de campus in Geleen een pilotplant bouwen voor de productie van eiwitten uit CO2 en waterstof, met behulp van micro-organismen. Deze eiwitten vormen de basis voor duurzaam vis- en pluimveevoer. Met de bouw van de proeffabriek is een investering gemoeid van ruim 2,5 miljoen euro, precies het bedrag dat als subsidie van het EU Horizon 2020 EIC Accelerator programma werd ontvangen. Deep Branch verwacht de proefinstallatie in het tweede kwartaal van 2021 te kunnen openen en vervolgens de productie van eiwitten uit te breiden op het Chemelot Industrial Park. Het extra voordeel van deze locatie: CO2 te over. CEO en mede-oprichter Peter Rowe licht de achtergrond van de keuze voor Geleen toe.

Wat is het idee achter Deep Branch?

“Pluimvee en kweekvis in Europa worden gevoerd met vismeel en soja, voornamelijk afkomstig uit Zuid-Amerika. Dat is bepaald niet duurzaam, omdat de zeeën worden leeggevist en het regenwoud erdoor wordt aangetast. Het is slecht voor de biodiversiteit is daarnaast is het transport van deze eiwitten belastend voor het milieu. Wij kunnen met CO2, water, waterstof en micro-organismen hoogwaardige eiwitten maken die specifiek geschikt zijn als grondstof voor veevoer. Gewoon, door een proces van fermentatie. Een procedé waarmee de CO2-uitstoot in vergelijking met de huidige gebruikte eiwitbronnen met meer dan 90 procent daalt.”

Richt je je op het verminderen van CO2 of het duurzaam maken van de veeteelt?

“Beide. We gebruiken CO2 om er duurzaam veevoer van te maken. De duurzaamheid van de veehouderij en de bredere bezorgdheid over de vermindering van de CO2-uitstoot zijn twee van de grootste problemen van onze tijd. In 2050 moet de koolstofuitstoot in de wereld netto nul zijn om een milieuramp te voorkomen, maar tegen die tijd zal de bevolking van onze planeet naar verwachting met een derde zijn toegenomen. Nu de gemiddelde consumptie van dierlijke producten groeit, wordt gedacht dat de productie van de veeteelt zal moeten verdubbelen om aan de vraag te kunnen voldoen.”

Zou het niet beter zijn om de vleesconsumptie zelf te verminderen?

“Van de totale uitstoot per mens, is ongeveer een kwart afkomstig van voeding en het merendeel van die uitstoot hangt samen met dierlijke producten. Hoewel we bij Deep Branch erkennen dat de beste manier om de koolstofintensiteit van de voeding te verminderen het verminderen van de vleesconsumptie is, zijn we ook pragmatisch: we erkennen dat niet iedereen het op deze manier ziet. Wij pakken dit probleem aan door de ontwikkeling van Proton, ons eencellige eiwit.”

Waarom heeft Deep Branch gekozen voor de Chemelot Campus?

“We hebben er een zoektocht door Engeland en Europa opzitten en zijn tot de conclusie geklomen dat we hier echt alles vinden wat we nodig hebben. Deze campus heeft alle faciliteiten inclusief infrastructuur en vergunningen, veel expertise op het gebied van chemische processen, deskundige mensen én duurzame ambities. Wij sluiten graag aan bij de circulaire plannen voor CO2 recycling en duurzaam waterstofgebruik. In januari starten we met vijf medewerkers met de bouw van de pilot plant. Minstens zo belangrijk is de mogelijkheid om snel op te schalen. Op het Chemelot Industrial Park is ruimte voor een grootschalige productiefaciliteit en er zijn voldoende grondstoffen beschikbaar. We kunnen hier onze eigen hub bouwen, met onze eigen spullen, zonder de beperkingen die horen bij het werken op iemand anders’ terrein.”

In het lab is de technologie bewezen; wat verwacht je van de pilotplant in Geleen?

“Op kleinere schaal hebben we met het Britse energiebedrijf Drax laten zien dat de technologie werkt. De pilotplant in Geleen is essentieel om de juiste recepten te vinden voor Proton, zoals de nieuwe voedingsstof gedoopt is. De eiwitten worden gebruikt in zalm- en kipvoeding door BioMar en AB Agri, twee Europese partijen in veevoeding. Proton is niet alleen op grote schaal veel duurzamer dan soja en vismeel, het levert ook een significante bijdrage aan het terugdringen van CO2-emissies.”

Denk je al aan de volgende stappen?

“Ja, zeker weten. Proton, ons op eiwit gebaseerde voedingsingrediënt, is slechts ons eerste product. Wij hebben hiervoor gekozen vanwege de hoge marktvraag. Maar onze technologie kan worden gebruikt voor heel veel andere doeleinden. Daarom zien we onszelf ook niet als producent van diervoer, maar meer als een bedrijf met een veelbelovende platformtechnologie. De vraag is dan natuurlijk wat voor andere producten we vanuit dit platform kunnen genereren. Natuurlijk hebben we daar onze gedachten over, maar voordat we die delen, willen we eerst Proton tot een succes hebben gemaakt. Onze proeffabriek in Geleen is trouwens al op die toekomst voorbereid: die is zo flexibel ontworpen dat die zo kan worden omgebouwd voor andere doeleinden.”