Een Deense personenauto heeft als eerste ter wereld 80 kilometer op een mengsel met biobrandstof uit zeewier gereden. Wageningen Food & Biobased Research produceerde hiervoor de biobutanol uit suikers van zeewier. Het succesvolle experiment komt voort uit het Horizon 2020-project MacroFuels.
Wageningen Food & Biobased Research werkte bij de productie nauw samen met MacroFuels-partners, in het bijzonder met TNO en het Danish Technological Institute (DTI). TNO produceerde de grondstof waaruit in Wageningen biobutanol werd gemaakt. De biobutanol werd gemengd met conventionele benzine, resulterend in 100 liter B10-benzine met biobutanol. Uit de resultaten van de motortests bleek dat deze mix net zo geschikt is als conventionele brandstoffen. De testauto leverde vergelijkbare prestaties en ook de emissieresultaten kwamen overeen.
Rijk aan suikers
Sommige zeewieren zijn van nature rijk aan suikers, wat deze organismen zeer geschikt maakt als grondstof voor hoogwaardige biobrandstoffen. Wageningen Food & Biobased Research heeft ruime expertise in de extractie en conversie van suikers uit macroalgen en andere suikerrijke biomassastromen. In MacroFuels is een fermentatieproces ontwikkeld om de suikers uit zeewier om te zetten in biobutanol. Technologische ontwikkelingen als deze zijn nodig om vloeibare fossiele brandstoffen te kunnen vervangen door duurzame biobrandstoffen, zegt een woordvoerder van Wageningen Universiteit WUR. “Naar verwachting blijven vooral het zwaar transport en de luchtvaart nog afhankelijk van vloeibare brandstoffen. Door fossiele grondstoffen hierin te vervangen door biobased grondstoffen, kan de emissie van broeikasgassen omlaag worden gebracht.”
Opschalen
De uitdaging voor de komende jaren is om de productie van biobrandstoffen uit zeewier met duurzame teeltmethoden op te schalen en om de proceskosten te verlagen tot economisch rendabele niveaus voor de productie van biobrandstoffen en andere producten. De EU-richtlijn voor hernieuwbare energie stelt dat het aandeel aan hernieuwbare brandstoffen voor het zwaar transport uiterlijk in 2030 14% moet bedragen. 3,5% daarvan moet afkomstig zijn uit geavanceerde biobrandstoffen zoals zeewier.