Om elektrisch te kunnen rijden, zijn diverse zeldzame metalen nodig. Dat levert binnenkort een probleem op. Vervanging van deze metalen met andere grondstoffen kan onze afhankelijkheid beperken. Dat is maatschappelijk de meest eenvoudige oplossing, maar is technisch op korte termijn niet reëel. Daarom zal er op korte termijn een omslag moeten plaatsvinden richting elektrische deelauto’s, auto’s met een kleinere accu en betere recycling. Dat stelt het rapport ‘Metaalvraag van Elektrisch Vervoer’ van milieuwetenschapper Benjamin Sprecher van Universiteit Leiden en organisaties Copper8 en Metabolic.
De huidige mondiale productie van sommige kritieke metalen is volgens het onderzoek onvoldoende voor de grootschalige overstap naar elektrisch vervoer. Berekeningen voor Nederland laten zien dat we op basis van ons ‘eerlijke deel’ van de metaalvoorraad in 2030 een miljoen elektrische auto’s kunnen hebben. Maar om de gestelde klimaatdoelen te realiseren moeten er eigenlijk twee keer zoveel elektrische auto’s beschikbaar zijn. Momenteel rijden er zo’n 171.000 elektrische auto’s in Nederland.
Van een aantal specifieke metalen die cruciaal zijn voor elektrische voertuigen – nikkel, praseodymium, neodymium, kobalt, dysprosium en lithium – lijkt in de productiecapaciteit een tekort te ontstaan. Daarnaast zijn deze metalen ook nodig voor andere toepassingen, zoals zonnepanelen, windmolens en consumentenelektronica.
De bekende reserves van de benodigde metalen zijn vaak voldoende. “Dat is echter niet relevant, omdat de beschikbaarheid wordt beperkt door de productiecapaciteit. Deze productiecapaciteit kent technische, economische en maatschappelijke grenzen.” Daarnaast kunnen geopolitieke omstandigheden een rol gaan spelen in de beschikbaarheid van deze metalen. “De schaarste leidt tot toenemende concurrentie, zowel tussen toepassingen als tussen landen. Door wereldwijd groeiende vraag naar kritieke metalen, neemt de kans op geopolitieke problemen ieder jaar verder toe. Tekorten of onderbrekingen in de toevoer van kritieke metalen kunnen de ontwikkeling van elektrisch vervoer vertragen: iets dat we niet kunnen gebruiken vanuit onze klimaatopgave.”
De onderzoekers hebben zes concrete aanbevelingen:
- Zet in op nieuwe mobiliteitsconcepten met minder voertuigen
- Investeer in toekomstbestendige infrastructuur en voorkom lock-ins
- Stimuleer elektrische voertuigen met kleine batterijen voor regionale oplossingen
- Ontwikkel een Nederlandse recycling-industrie voor kritieke metalen
- Ondersteun duurzame mijnbouwinitiatieven om de impact op mens en milieu te minimaliseren
- Stimuleer de ontwikkeling van nieuwe batterijtypes op Europees niveau
“Laat ik voorop stellen dat we absoluut niet tegen de invoering van elektrische auto’s zijn”, zegt Benjamin Sprecher, onderzoeker bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden. “De transitie naar elektrisch vervoer is juist belangrijk. Alleen moeten we er bewust van zijn dat dit beleid niet zonder consequenties is.” Zo legt hij uit dat een grotere vraag naar kritieke metalen – die ook nodig zijn voor zonnepanelen en windmolens – funest kan zijn voor de natuur. “Een grotere vraag leidt onvermijdelijk tot de bouw van nieuwe mijnen. Om overlast voor de mens te voorkomen, zullen die op afgelegen plekken komen, wat ten koste gaat van nu al schaarse natuurgebieden. We moeten ons hiervan bewust zijn en zorgen voor duurzamere mijnbouw.”
Maar dat is niet genoeg, zegt Sprecher. “We consumeren ontzettend veel, zoveel dat we niet meer voldoende hebben aan één aarde. Ook bij elektrische auto’s is het belangrijk dat we kijken naar manieren om de hoeveelheid auto’s te verminderen. Denk daarbij aan deelauto’s en beter openbaar vervoer.” Andere oplossingen, zoals nieuwe technologieën die minder afhankelijk zijn van kritieke metalen of het gebruik van kleinere accu’s, zijn een stuk minder effectief, maar makkelijker te implementeren.