Het thema “vertrouwen” is een onderscheidend element voor de regio Eindhoven. Het effect daarvan is van grote waarde – en toch hebben we het er maar zelden over. Zonde, zegt Carina Weijma. In onderstaande bijdrage gaat ze in op die zo belangrijke zachte kracht van Brainport. Carina Weijma is sectorhoofd Communicatie bij de gemeente Eindhoven, directeur van Carwei en ontwikkelaar van merken als Brainport en Holland High Tech.
Door Carina Weijma
Brainport Eindhoven. HET voorbeeld waar overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken in een zo gelijkwaardig mogelijke driehoeksverhouding. Waar de economie als eerste is aangetrokken, waar bedrijven hun technologische vondsten internationaal vermarkten, en waar we inmiddels niet meer juichen met de handen in de zakken, maar trots zijn op wat we samen hebben neergezet.
Het valt me op dat we Brainport Eindhoven altijd benoemen met economische termen. Terwijl de basis onder Brainport eigenlijk allemaal zachte waarden zijn: openheid, elkaar iets gunnen en samenwerking. De randvoorwaarde voor samenwerking is Vertrouwen met een grote V. Dat realiseren we ons vaak niet meer. We benoemen het zelden. Maar als je buiten Nederland bent, en je vertelt over samenwerking in Brainport Eindhoven – bijvoorbeeld in een land zoals Italië – hoor je het volgende: “Vertrouwen is voor ons land het grootste gemis (overheid, bedrijfsleven, maffia…). Daarom is er geen toekomst voor samenwerken voor een hoger doel. Het is zelfs een van de redenen waarom onze economie niet sterk is, of kan worden.”
Weet dus wat je in handen hebt in Brainport Eindhoven. Vertrouwen is een vorm van goud, waar we soms gewoon overheen walsen. Onze economische doelen zijn hard en meetbaar, en we gebruiken harde woorden: In Brainport voeren we een ‘battle for talent’, we zijn een ‘leger’. Eigenlijk kan ik me niet scharen achter strijdlustige woorden zoals deze. En ons strijdlustig ergens tegen afzetten is bovendien niet meer nodig. Nederland is te klein om als regio’s tegen elkaar op te bieden. Het toneel voor Nederland en een dergelijk sterk ecosysteem is het wereldtoneel. En in die andere buitenlanden zoeken we bovendien internationale partners om samen fantastische totaaloplossingen te vinden. Voor de uitdagingen die er wereldwijd gaande zijn, op het gebied van gezondheid, mobiliteit en energie. Om samen de wereld waar mogelijk een stukje beter te maken.
Boven elk economisch doel – nationaal of internationaal – ligt wat mij betreft een hoger doel: het sociale doel. De zorg voor inwoners. We willen dat het geld dat bedrijven in Nederland verdienen, in zekere zin terugvloeit naar inwoners, en dat we allemaal delen in de economische groei. Of je nu hoog opgeleid bent of niet, of je nu gezond bent, of niet. Dat is een van de cultuureigenschappen van Nederland, en een onderdeel van de manier waarop we ‘democratie’ op de beste manier proberen vorm te geven.
Ik vraag me af: zouden deze zachte waarden (openheid, vertrouwen, samenwerking, samen voor het grote doel gaan, enig idealisme) hun positieve sporen hebben achtergelaten bij hen die in dit Brainport-ecosysteem werken en leven? Zou men daar als mens door gevormd worden? Zijn we in de afgelopen tien jaar iets ten positieve veranderd? Geven wij deze waarden gemakkelijker mee aan onze kinderen, dan als we elders hadden gewerkt? Beïnvloeden deze waarden – als basis voor een ecosysteem en verdienmodel – uiteindelijk niet ook de algemene Nederlandse cultuur? Of dat zo is, weten we niet. Maar wel dat we altijd moeten benadrukken dat de zachte waarden en relaties ten grondslag liggen aan het economisch succes van dit ecosysteem.
Ik ben groot voorstander van het sturen op ‘waarden’ en niet alleen op processen en financiële resultaten. Dat begint met het woorden geven aan waarden. Weten wat Vertrouwen inhoudt. En welk gedrag daar wel en niet bij hoort. Voelen of je bereid bent om samen voor een hoger doel te gaan. Dat typische Brainport Eindhoven uitgangspunt. Dat Vertrouwen moeten we koesteren.
(deze bijdrage werd oorspronkelijk gepubliceerd op Carwei)