Aan de recordreeks van Spanje komt abrupt een einde. Voorlopig zullen er niet snel meer 83,5 miljoen toeristen naar het Zuid-Europese land komen. 2019 zal de geschiedenis in gaan als ‘het jaar voor de coronacrisis’. Toen alles nog ‘normaal’ was. Of kon het gewoon niet anders en greep ‘de natuur’ in door de groei te stoppen met de verspreiding van COVID-19? Na maanden van onzekerheid is duidelijk dat ‘het nieuwe normaal’ er totaal anders uit zal gaan zien. Maar hoe, dat weet nog niemand. Het denken daarover moet nu gaan beginnen. Het binnenhalen van meer dan 83,5 miljoen toeristen zal niet langer een heilig doel zijn voor Spanje. Als volgend jaar daarvan de helft wordt gehaald zou dat al een enorme stap in de goede richting zijn. En die richting zal niet het onbeperkt blijven vullen van vliegtuigen, hotels, appartementen, boulevards, terrasjes en stranden meer kunnen zijn. Het coronavirus zorgt voor een verplichte pas op de plaats. Voor ‘sol, playa y tapas’ zullen inventieve alternatieven moeten worden geboden. Hoe moeilijk en lastig dat voor Spanje ook zal zijn. Want het land is nu eenmaal geen koploper als het om innovatie gaat.
De nieuwe werkelijkheid
Op gelaten wijze hebben de Spanjaarden de voorbije maanden stap voor stap een nieuwe werkelijkheid zien ontstaan. Nergens ter wereld was het verschil zo groot als hier. Terwijl de bevolking zich opmaakte voor een nieuw, sprankelend voorjaar, waarin zoals gewoonlijk het ene na het andere feest zich zou afwisselen in een jaargetijde waarin de zon steeds een prominentere rol speelt, sloeg de rampspoed toe. Duizenden doden. Iedereen binnen blijven. Alles afgelast.
Van de ene op de andere dag was het toerisme weg. Het bestond gewoon niet meer. Aanvankelijk dachten velen dat het met een paar weken wel weer voorbij zou zijn. Door de lente zou misschien een streep moeten worden gezet. Maar met een ouderwetse goede zomer zou veel kunnen worden rechtgetrokken. Tot langzaam maar zeker het besef kwam dat eivolle stranden, uitpuilende campings en hossende massa’s in binnensteden voorlopig uit den boze zullen zijn. Een beetje murw geslagen door een plotselinge, onverwachte volgende bouwcrisis, hangen de Spanjaarden suf in de touwen.
Land nog grotendeels op slot
Het is de vraag wanneer het toerisme weer goed zal zijn voor een aanzienlijk deel van het bruto nationaal product. De Spanjaarden mogen op zijn vroegst eind juni weer het land doorreizen. Vooralsnog waart het virus dusdanig rond, dat de helft van het land de komende week nog grotendeels op slot blijft. In het andere deel zijn hotels, restaurants en terrasjes vanaf maandag 11 mei wel weer deels open. Bij de horeca heeft de angst voor het virus allang plaatsgemaakt voor de veel grotere vrees alles te verliezen. Ze staan te trappelen om weer aan het werk te gaan. Desnoods als het personeel met mondkapjes de gasten moet bedienen die aan met plastic afgeschermde tafeltjes zitten. Gezellig en lucratief is anders.
Innovatie in toerisme is niet zo eenvoudig
Zo is de strijd tegen COVID-19 veranderd van gevecht om de volksgezondheid, in een waar bloedbad voor de economie. Het virus maakte tot dusver meer dan 26.000 dodelijke slachtoffers. Maar het vernietigde en passant zo’n miljoen banen in Spanje. De werkloosheid schiet net als na de bouwcrisis van 2010 als een raket omhoog. Aan beide kanten zijn de verliezen vele malen groter dan iemand in januari tijdens de enorme vakantiebeurs in Madrid maar had durven vrezen. Over innovatief toerisme had vrijwel niemand het. Waarom zou iemand de kip met de gouden eieren slachten? Maar maakt het coronavirus nu de kip of het ei kapot? Dat is vooralsnog de vraag. Innovatie in toerisme is niet zo eenvoudig. De unieke combinatie van zon, zee en de beste keuken ter wereld, is in een proces van veertig jaar steeds meer verbeterd. „Toerisme is een hele complexe wereld”, zegt een vriend van me uit Barcelona. „Alles kan in één klap weg zijn. En dan is het geen kwestie van het ontwerpen van een Tesla om de zaak weer aan de praat te krijgen.”
Innovatieve ontwerpen
Het is bijvoorbeeld aan de hotelbranche om met innovatieve ontwerpen een heel ander soort klant aan te trekken. Juan Mellen probeert als oprichter van het design institute DIOS op eigen wijze een basis te leggen voor een nieuw soort toerisme, waarbij de gasten op een moderne manier kunnen genieten van hoogstaande kwaliteit, in combinatie met zon, strand of tapas.
Lees hier de eerdere columns van Koen Greven.