Gewasinspectierobots, autonome trekkers, oogstrobots, drones, zaairobots, onkruidbestrijdingsrobots en melk- en voerrobots: de wereld van de agritech staat niet bepaald stil. De opkomst van deze intelligente hulpjes in de landbouw neemt zo’n vaart dat we de komende tien jaar een verdrievoudiging van de markt kunnen verwachten. Volgens een onderzoek van ABN AMRO ligt de oorzaak hiervan zowel in schaarste aan personeel als in een verduurzamingstrend.
ABN AMRO schat de huidige wereldwijde omzet van de agritech-markt – de markt voor robots en aanverwante producten en diensten in de agrarische sector – op 6 miljard euro. Nederlandse fabrikanten nemen hiervan meer dan 11 procent voor hun rekening, ofwel 715 miljoen euro. De Nederlandse bijdrage kan naar verwachting meer dan verdrievoudigen naar een omzet van 2,5 miljard euro in 2030, wat neerkomt op een groei van 13 procent per jaar.
De agrarische sector heeft de opdracht om minder gewasbescherming en kunstmest te gebruiken, wat juist meer arbeidsinzet vereist, en tegelijkertijd veel efficiënter te produceren. De sterke groei van de wereldbevolking vereist dat er meer monden gevoed worden, terwijl landbouwgrond schaars is. Veel grond gaat ‘verloren’ door verstedelijking en klimaatverandering of wordt ingezet voor de productie van bijvoorbeeld vezels voor het maken van textiel en biobrandstoffen.
Aspergerobot
Als voorbeeld voor de groeimogelijkheden noemt het rapport de net ontwikkelde aspergerobot van Cerescon in Heeze. Deze machine oogst de asperges met behulp van een ondergrondse detectiemethode nog voor deze boven de grond komen. Daardoor worden tot 25 handstekers vervangen.
“Bestaande knelpunten rondom wetgeving, de fragmentatie van kennis en de toegang tot subsidies en kapitaal moeten het hoofd worden geboden.”
“Het toenemende belang om robots in de agrarische sector in te zetten, biedt Nederlandse agritech fabrikanten een enorme kans op groei”, aldus het onderzoek. Maar dit zal niet vanzelf gaan. Ook andere landen zien de groeipotentie van deze markt. “Om die groei te realiseren is het van belang dat bestaande knelpunten rondom wetgeving, de fragmentatie van kennis en de toegang tot subsidies en kapitaal het hoofd worden geboden. De ontwikkeling van korte ketens, waarin machinebouwers en agrariërs samen innoveren, kan het verdienmodel aanzienlijk versterken.”