Direct Air Capture (DAC) technologieën halen CO2 rechtstreeks uit de atmosfeer en slaan het op in diepe geologische formaties. Deze technologieën zijn in ontwikkeling over de hele wereld, met het oog op grootschalige implementatie. Vandaag gaf de Raad van State toestemming voor het Porthos-project: een megaproject voor CO2-opslag in de Rotterdamse haven. Het project wordt gezien als cruciaal voor het behalen van de klimaatdoelen.
- Direct Air Capture (DAC) technologieën worden ontwikkeld om CO2 uit de atmosfeer te halen en op te slaan in diepe geologische formaties;
- In Nederland besliste de Raad van State vandaag dat het Porthos-project door mag gaan: een megaproject voor CO2-opslag in de Rotterdamse haven.
- Hoewel CO2-afvang en -opslag veelbelovend zijn in de strijd tegen klimaatverandering, moeten ze nog op de schaal worden gebracht die nodig is voor volledige sectordekking, zoals lucht- en scheepvaart.
Afvang en opslag van CO2: hoe werkt het?
CO2-afvang en opslag, ook wel bekend als CCS (Carbon Capture and Storage), is een technologie die wordt ingezet bij elektriciteitsopwekking met fossiele brandstoffen en in de industrie. De technologie werkt door CO2 af te vangen bij de bron, het te transporteren en vervolgens op te slaan in diepe geologische formaties. De afvang kan plaatsvinden voor of na de verbranding, en beide methoden hebben hun voor- en nadelen.
Een van deze projecten is het Porthos-project in Rotterdam. Dit project wordt gezien als cruciaal voor het behalen van de klimaatdoelen. Hierbij willen Shell en ExxonMobil een pijpleiding onder het havengebied aanleggen om CO2 op te vangen en onder de Noordzee op te slaan.
Direct Air Capture: CO2 uit de lucht halen
Een andere technologie voor CO2-afvang is de Direct Air Capture (DAC) technologie. In tegenstelling tot CCS, welke over het algemeen plaatsvindt bij de bron van uitstoot, kunnen DAC-technologieën CO2 direct uit de atmosfeer halen op elke locatie. Volgens cijfers van IEA bevinden zich op dit moment ten minste 130 DAC-faciliteiten in verschillende stadia van ontwikkeling. Als ze allemaal doorgaan (zelfs als ze zich alleen nog maar in de conceptfase bevinden), zou de inzet van DAC het niveau bereiken dat in 2030 nodig is volgens het NZE-scenario (Net Zero Emissions by 2050), oftewel ongeveer 75 MtCO2/jaar.
Het Zwitserse bedrijf Climeworks bouwt momenteel hun tweede DAC-fabriek in IJsland, genaamd Mammoth. De fabriek is ontworpen met een afvangcapaciteit van 36.000 ton CO2 per jaar en zal naar verwachting over twee jaar operationeel zijn. De technologie van Climeworks maakt gebruik van modulaire CO2-collectoren die gestapeld kunnen worden om installaties van elke grootte te creëren. Het ultieme doel van Climeworks is om tegen 2050 een gigaton aan CO2-afvangcapaciteit te bereiken.
Opslaan en hergebruik van CO2
Naast het afvangen en opslaan van CO2, is er ook toenemende interesse in het hergebruiken van CO2 als grondstof in industrieën, ook wel bekend als Carbon Capture and Utilization (CCU). De opgevangen CO2 kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor de productie van hernieuwbare brandstoffen en materialen.
Echter, er zijn ook kritieken op CCS en CCU. Bezwaren zijn onder andere de langetermijnopslag van afval, de afhankelijkheid van fossiele industrieën en zorgen over veiligheid en lock-in risico’s. Desondanks kunnen CCS en CCU een belangrijk onderdeel vormen van een toekomstig energiesysteem met netto-negatieve emissies.
De weg vooruit
Hoewel CO2-afvang en -opslagtechnologieën een belangrijke stap zijn in het terugdringen van de klimaatverandering, is er nog een lange weg te gaan. De technologie is nog niet op de schaal geïmplementeerd die nodig is om sectoren zoals de lucht- en scheepvaartindustrie te dekken. Verdere ontwikkeling en opschaling van deze technologieën zal essentieel zijn om de ambitieuze klimaatdoelen te kunnen behalen.