Schimmel: een type ziekteverwekker, is het eerste wat je leest als je ‘schimmel’ intikt op Google. “Zonde, want we maken er kleding en bouwmaterialen van en gebruiken ze zelfs voor medicatie”, zegt biodesginer Emma van der Leest. Ze blikt vooruit op haar talk tijdens de Dutch Innovation Days, waarin ze de onzichtbare wereld van gisten, bacteriën en schimmels blootlegt.
Wie is Emma van der Leest?
Emma van der Leest is biodesigner, curator en docent en onderzoekt hoe natuurlijke materialen ingezet kunnen worden voor de consumentenproducten van morgen. Van der Leest richtte onder meer Blue City Lab op: een plek waar ondernemers kunnen starten met de validatie van een product of proces dat gaat bijdragen aan de transitie naar de circulaire economie. Ook geeft ze les aan de master Ecology Futures in Den Bosch, waar ze studenten op een ethische manier leert werken met micro-organismen. Daarnaast cureerde ze samen met Museum of 21st Century Design (M21D) een expositie die nu te zien is in het Boijmans Depot, Vooruitkijken: Objects of Change.
Schimmels staan niet al te goed bekend, wel?
“Inderdaad. Mensen denken bij het woord ‘schimmel’ of bij micro-organismen vaak aan een vieze badkamer. Ze zijn bang dat ze er ziek van worden. Begrijp me niet verkeerd, ze kunnen zeker gevaarlijk zijn. Een groot deel van de corona-sterfgevallen, bijvoorbeeld, kan er door worden verklaard. Na een corona-infectie overleden veel mensen met een verzwakt immuunsysteem namelijk alsnog aan een schimmelinfectie in de longen.
Maar wat veel mensen niet weten, is dat micro-organismen vooral ook ontzettend nuttig zijn. We gebruiken ze voor allerlei verschillende biobased producten. Denk maar aan cosmetica, bouwmaterialen, kleding en medicatie. We kunnen niet eens zonder: In ons lichaam kun je ongeveer anderhalve kilo aan micro-organismen terugvinden. Kortom, het wordt tijd om onze mindset te veranderen. Daar hoop ik aan bij te dragen door middel van mijn werk.”
Welke boodschap geef jij het publiek mee tijdens de Dutch Innovation Days?
“Ik kom vertellen over twee projecten waar ik momenteel mee bezig ben. Eén daarvan is de Microbial Vending Machine: een oude Febo snackautomaat, niet gevuld met kroketten en frikandellen, maar met producten gemaakt door micro-organismen. Het is een demonstratie van hoe deze organismen door middel van biotechnologie gebruikt kunnen worden voor natuurlijke producten en materialen, die normaliter geproduceerd worden op een niet-duurzame manier, bijvoorbeeld met fossiele brandstoffen. De automaat presenteert 21 producten gemaakt met behulp van algen, schimmels, bacteriën en enzymen. Denk bijvoorbeeld aan lichtgevende bacteriën in straatlantaarns. Overdag laden ze op en ‘s nachts geven ze licht. Heel gaaf.”
Het doel: een toekomstbeeld schetsen waarin we over tien jaar misschien wel micro-organismen uit een automaat trekken die we zelf in onze keuken opkweken in een magnetron en gebruiken om producten mee te maken.”
En het tweede project? Kun je ons daar wat over vertellen?
“Ik zoom daarnaast in op een project dat in 2019 van start ging, gericht op de ontwikkeling van een natuurlijke coating: de Fungkee Supercoating. Ik heb hiervoor de Bio Art & Design Award gewonnen, die jaarlijks wordt uitgereikt aan een kunstenaar of ontwerper die een samenwerking is aangegaan met een Nederlands instituut, in dit geval de Radboud Universiteit. Het gaat om een honderd procent natuurlijke coating gemaakt van schimmeldraden, die waterafstotend is. Eind dit jaar willen de wetenschapper en ik het project weer oppakken, dat vertraging opliep door de coronacrisis. Het wetenschappelijk veld van natuurlijke coatings, lijmen en binders is ontzettend complex. Intellectueel kan ik dit wetenschappelijke stuk niet alleen vervullen. Wel maak ik de vertaling naar een immersive story.
Gaat de samenleving van de toekomst het gebruik van micro-organismen steeds meer omarmen, denk je?
“Ik ben zeer positief gestemd over de toekomst. Anno 2023 zie ik dat steeds meer mensen bezig zijn met biodesign. Er worden meer en meer natuurlijke materialen en kleurstoffen ontwikkeld door biodesigners. Nederland is hierin ook zeker een koploper.
Wel blijft het een grote uitdaging om het onderzoek toe te passen in de praktijk. We moeten ervoor zorgen dat bioproducten toegankelijk en betaalbaar worden voor iedereen. Momenteel hangt er namelijk nogal een prijskaartje aan. Ook maken de wetgeving en certificeringen het biodesigners soms lastig om aan de slag te gaan met de ontwikkeling van een nieuw product. Toen we begonnen met BlueCity Lab, werd een groot deel besteed aan het inlichten en informeren van gemeentelijk instanties die vergunningen verlenen voor het maken van deze materialen. Simpelweg omdat er weinig wet- en regelgeving bestaat omtrent het implementeren van reststromen in (materiaal)toepassingen. Uiteindelijk zullen we als samenleving veel verder komen als we een lineaire manier van produceren loslaten.”