AI-generated picture
Author profile picture

In een nieuw rapport van het Europees Milieuagentschap (EEA) wordt gewezen op de aanzienlijke verbeteringen in de luchtkwaliteit in Europa in de afgelopen decennia. Uit de 2024-analyse blijkt echter dat veel stedelijke gebieden nog steeds te kampen hebben met verontreinigingsniveaus die veilige grenzen overschrijden. Bijna de gehele stedelijke bevolking van Europa wordt blootgesteld aan fijnstofniveaus (PM2.5) die boven de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) liggen. De Europese Commissie streeft ernaar het aantal PM2,5-gerelateerde vroegtijdige sterfgevallen tegen 2030 met 55% te verminderen. Ondanks de vooruitgang worstelen landen als Italië en Polen met hoge verontreinigingsniveaus, wat de noodzaak van voortdurende inspanningen onderstreept.

Het rapport ‘Europe’s Air Quality Status 2024‘ presenteert gegevens over belangrijke verontreinigende stoffen en vergelijkt deze niveaus met de EU-luchtkwaliteitsnormen en de gezondheidsrichtlijnen van de WHO. Het rapport laat zien dat in 2022 het grootste deel van de stedelijke bevolking van de EU werd blootgesteld aan schadelijke niveaus van PM2.5 en ozon. Ondanks een vermindering van de uitstoot meldden landen als Italië en Polen PM2,5-concentraties boven de jaarlijkse EU-limiet, wat de regionale verschillen in luchtkwaliteit benadrukt.

Gevolgen voor de gezondheid

Luchtvervuiling blijft het grootste milieurisico voor de gezondheid in Europa en veroorzaakt hart- en vaatziekten en aandoeningen van de luchtwegen die de kwaliteit van leven verminderen en leiden tot vroegtijdige sterfgevallen. De Europese Commissie streeft ernaar het aantal vroegtijdige sterfgevallen door PM2,5 tegen 2030 met 55% te verminderen en de significante gezondheidseffecten van luchtverontreiniging tegen 2050 te elimineren. Als onderdeel van deze inspanningen zijn de medewetgevers in februari 2024 overeengekomen om ambitieuzere EU-luchtkwaliteitsnormen aan te nemen en deze beter af te stemmen op de aanbevelingen van de WHO.

Regionale verschillen in luchtkwaliteit

Uit de gegevens blijkt dat er aanzienlijke verschillen bestaan tussen regio’s, terwijl alle EU-lidstaten in 2022 voldeden aan de indicator voor gemiddelde blootstelling voor PM2,5. Italië en sommige Oost-Europese landen overschreden bijvoorbeeld de EU-daglimiet voor PM10 als gevolg van industriële activiteiten en de verbranding van vaste brandstoffen. De Povlakte in Italië en Zuid-Spanje vertoonden verhoogde PM10-niveaus, beïnvloed door zowel menselijke activiteiten als natuurlijke factoren.

In specifieke luchtkwaliteitszones, zoals in Italië en Polen, overschreden de concentraties van verontreinigende stoffen zoals stikstofdioxide (NO2) en benzo(a)pyreen (BaP) ook de EU- en WHO-limieten. Wegvervoer wordt geïdentificeerd als de primaire bron van NO2, vooral in gebieden met veel verkeer. Ondertussen werd BaP, een kankerverwekkende verontreinigende stof, in hoge concentraties aangetroffen in stedelijke en voorstedelijke gebieden.

Toekomstige stappen en lopend onderzoek

Het pakket ‘Luchtkwaliteit in Europa 2024’ van het EEA is nog maar het begin. Later dit jaar zal het EEA aanvullende rapporten uitbrengen over de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen en de effecten van luchtverontreiniging op ecosystemen en de menselijke gezondheid. Deze rapporten zullen meer inzicht geven in de bronnen van de vervuiling en de effectiviteit van de huidige strategieën om de luchtvervuiling terug te dringen, zodat beleidsmakers hun aanpak voor het bereiken van schonere lucht kunnen verfijnen.